Het allerleukste aan nuchter zijn is misschien nog wel dat je nu echt hardop kunt lachen om dronken mensen. Niemand die immers zegt: ‘Wa dan koekwaus, vorige week stonde gij er ok nog zo bij’. Velen durven het (nog) niet, maar ik vind het fantastisch; nuchter op stap. Alleen al op de weg naar de eindbestemming toe, vind je pareltjes.  Een meisje en een jongen denken dat ze heel beschut staan midden op de markt. Door haar rode lippenstift ziet hij eruit als een clowntje en hij probeert steeds haar te strakke broek naar beneden te sjorren, maar valt om. Zij heeft de hoop op een verzetje ondertussen opgegeven en staart ongeïnteresseerd naar haar mobiel, terwijl hij half hurkend nog steeds aan haar rits naar beneden probeert de trekken. Of de groep tienerjongens die zich in de shoarmatent verdringen om nog een döner  te bestellen. Niks zo lekker als een dürüm döner als je twintig bier op hebt. De jongens smakken, willen nog meer extra knoflooksaus en dan krijgen ze de tv boven de friskoelkast in de gaten. De tv staat op een Turkse zender. Luid en knoflookboeren uitstotend gaan ze een discussie aan, want ‘die Turken veranderen alles jonguh. Het is hier godverdomme net Marrakesh meej al die buitenlanders. Wij hoeven bij hun ok geen kerk te komme bouwe wel? Kutkoppen.’ Ze knikken allemaal heftig enthousiast mee. ‘Behalve Hamid hier,’ wijst hij naar de jongen achter de grill, ‘die is wel ok. Ej bedankt maat, tot morgenavond!’
In de wc van een kroeg hangt een jong meisje met gaten in haar panty kotsend boven de wc-pot. Haar vriendin houdt haar haar omhoog in een staart en zegt dat ze het al lang had zien aankomen en dat het meisje dat blijkbaar Laura heet, geen shotjes meer mag drinken. Gewoon bier is goed genoeg. Laura kijkt boos naar haar vriendin, die met haar hooggesloten blouse en platte schoenen duidelijk de ‘verstandige’ vriendin is ( je kent ze wel), maar terwijl ze opkijkt kots ze per ongeluk over de rand van de pot en blijft er een dikke sliert plakken van haar mondhoek tot in haar haar.
En ik? Ik ben diegene die alles lachend aanziet. Ik heb gedanst en een praatje gemaakt met de mensen. Dan zie ik mijn vriend staan op de dansvloer, die in paniek om zich heen kijkt omdat een dik meisje in panterprintrok haar kont tegen hem aanduwt. Het is te grappig om hem te verlossen, dus ik draai me om en ga onze jassen halen. Als we naar de uitgang lopen zie ik Laura hevig tongend met een jongen tegen de bar geplakt. De verstandige vriendin staat er woedend naast en tikt Laura hard tegen haar schouder. Maar daar is Laura niet van gediend. ‘Wat sta je daar nou te zeiken, man. Je bent mijn moeder toch niet. Wil jij anders ook even met hem? Maar ik zou het niet doen hoor, hij meurt echt uit zijn muil.’