Toen ik nog in de gevangenis werkte, probeerde ik met zoveel mogelijk gedetineerden contact te leggen. Alvorens hun cel te betreden doe ik het gordijntje voor het luikje opzij en observeer ik de situatie kort. Ik zet voor mijn eigen veiligheid mijn voet dwars tegen de deur en tik met mijn sleutels tweemaal op de klink. Ik open de deur en vraag of ik de cel mag betreden.

Een gemiddelde cel meet ongeveer twee bij drie meter en wordt soms door één, soms door twee gedetineerden bewoond. De cel bevat een (stapel-)bed, kledingkast(en), schrijfplank met stoel en prikbord, toilet, wasbak met spiegel, een waterkoker, rookmelder en intercominstallatie. Een televisie, radio en ventilator kan je huren. In de kledingkast mag de gedetineerde een beperkte hoeveelheid kleding hebben liggen. Deze regel is ingesteld vanwege het brandgevaar en het verminderen van verstopplekken.

Bij binnenkomst ligt de gedetineerde soms nog in bed, soms onder het bed en heel soms heeft hij zijn matras verlegd naar de schrijfplank omdat de aardstralen daar beter voelen. Weer anderen kijken met de gordijnen dicht naar een zoveelste herhaling van Flodder. Zelden zit de man gebogen over een tekening, lees- of studieboek. Het leven in de gevangenis stompt af. In de waterkoker is soms nog een ei of spaghetti aan het nagaren, worden groente gekookt of de enige onderbroek schoon gewassen. Hij moet immers morgen weer aan.

Enkele seconden na binnenkomst weet ik al zoveel over de mate van ontreddering dat ik de klank van mijn openingszin daarop kan aanpassen. Goedemorgen mijnheer X, mag ik even binnenkomen? vraag ik dan. 99 van de 100 stemmen toe en manoeuvrerend tussen kleding, papieren, een vogelkooi, asbakken en lege shagbuilen bereik ik de enige stoel. Elkaar recht in de ogen kunnen kijken helpt immers om wederzijds vertrouwen te vergroten.

‘Hoe is het met je?’

Een keer ben ik enorm geschrokken. Na alle voorzorgsmaatregelen te hebben gedaan betrad ik een cel waar de gordijnen dicht waren. In het duister ontwaarde ik een persoon die op zijn rug op bed lag. Plots richtte hij zich op en bleek zijn zwarte gezicht bedekt met spierwitte vlekjes. Het bleek geen ritueel, maar tandpasta om de puistjes uit te laten drogen.

Reageer reacties (0)
LEES MEER...