Mijn naam is Jack Wubben, geboren in 1955. Getrouwd en vader van een tweeling: twee prachtige dochters. Ik heb een lange carrière van bijna 30 jaar achter de rug bij justitie. Als bewaarder, afdelingshoofd en trainer van cursussen voor zowel personeel als gedetineerden, waarbij verslaving centraal staat. Momenteel geef ik met veel plezier voorlichting over verslaving. In mijn blogs vertel ik over mijn werk in de bajes.

Tijdens mijn 30-jarig dienstverband in het gevangeniswezen heb ik tienduizenden gevangenen gezien en er duizenden gesproken. Sommigen waren er voor het eerst, anderen kende ik uiteindelijk beter dan mijn eigen zus. De een was in staat om te praten, de ander wist mij door boos gedrag uit hun buurt te houden. Maar ook weer niet héél lang. Op een enkeling na willen uiteindelijk de meeste mannen hun sores wel eens kwijt.

Voorafgaand aan afdelingsbezoeken geef ik mijn ogen altijd goed de kost. Wie ‘lucht’ (het uur per dag dat je naar buiten mag), en wie blijft altijd binnen? Wie kan geen néé zeggen en deelt al zijn shag uit? Wie loopt alleen en dan ook nog het rondje linksom, tegen de stroom in? In welke groep bevind je je, en ben je de gangmaker of de meeloper? Gunnen de anderen je de tijd om naar huis te bellen - er zijn immers te weinig telefoons? Kijk je me aan, en dan niet met zo’n blik van ‘Hang ik hem vandaag op of doe ik het morgen?’

Vervolgens voer ik het eerste gesprek liefst op cel; Dat is zijn terrein, is daar beter op zijn gemak én daar ligt een schat aan informatie. Is het er schoon of lijkt er zojuist een cobra ontploft, toch vaak de spiegel van zijn gemoed. Zijn de gordijnen dicht en wordt de duisternis omarmd? Ligt er een boek? Zo ja, dan kan hij lezen! Staan er boodschappen, dan heeft hij geld op zijn rekening. Hangt er een foto aan het prikbord, een brief of een kaart? Gelukkig! Dan is nog iemand die op hem wacht…

In het gesprek dat volgt, stel ik me uitgebreid voor en ben duidelijk over mijn doel. Vaak kan ik uit de reacties dan wel een idee krijgen hoe zelfredzaam de man is. De helft van de populatie is immers op verstandelijk gebied beperkt. Als in de loop van het gesprek het onderwerp ‘verslaving’ valt en blijkt dat ik hem daar niet gelijk bestraffend op aanspreek, breekt vaak het verzet, het mannelijk pantser, en rollen met grote regelmaat de tranen over de wangen.

Nog nooit ben ik in de gevangenis iemand met een verslaving tegengekomen die daar trots op was of die zich als kind had voorgenomen om dat ‘beroep’ te kiezen. De meesten, of zeg gerust allemaal, waren op zoek naar een oplossing. Een oplossing om iets anders te vergeten, weg te drukken, even kwijt te zijn.

De vraag die ik dan ook altijd stel en waarvan ik graag het antwoord bij de volgende afspraak wil horen, is: ‘Bied je gebruik nog steeds de oplossing zoals het dat in het begin was? Of heb je er nu juist een extra probleem bij?’

Wordt vervolgd…

Reageer reacties (0)
LEES MEER...