De Krijger

Het gebeurt niet vaak. Misschien maar zelden. Toch weet je het gewoon. Als er eentje voor je zit: een èchte krijger.

We zitten in de behandelkamer van de huisartspraktijk. Waar in vergelijking met de wildernis, onze vijanden geen wilden zijn. Noch zijn het beren of sabeltandtijgers. De meesten van ons hoeven geen week zonder eten te leven. Het water komt gewoon uit de kraan. Tegelijkertijd hebben ook wij, met al onze welvaart, wetenschap en zekerheden, onze eigen vijanden. Ieder heeft zo zijn eigen sabeltandtijgers.

Iedere herstellend verslaafde weet het: de sabeltandtijgers zullen op de loer blijven liggen. Je kunt huilen omdat dat zo is. Je kunt balen. Je kunt schreeuwen, schoppen, slaan. Doe dat, als dat je helpt. Maar zorg er vooral voor, dat je er klaar voor bent.. Klaar om te vechten. Klaar om de strijd aan te gaan. Klaar om voor jezelf te blijven staan.

Als praktijkondersteuner GGZ kan ik niet met je mee vechten. Ik kan niet altijd naast je staan, terwijl jij je sabeltandtijgers te lijf gaat. Hoogstens kan ik je helpen met het slijpen van je messen. Ik kan de aanvalstechniek bespreken, je adviseren waar je je vijand het beste raakt. Ik kan je herinneren aan jouw beste moves. Ik kan je aanmoedigen. Ik kan zelfs Tjakka roepen, mocht je dat willen Maar uiteindelijk, als jij dadelijk op het veld staat, zal je het zelf moeten doen. En vechten zul je.

Een dreigende terugval. Ik heb zo mijn protocollen, in onze vanuit angst aangestuurde maatschappij. Ik bied je aan om je toch weer aan te melden bij de kliniek.  Ik test hierbij jouw motivatie. Ga je weer vechten? Of geef je het op? Ik daag je uit: Gooi je de handdoek in de ring?

In je ogen zie ik je antwoord lang voor je het benoemt. Niets dan vurigheid. Zonder woorden verscheur je de verwijsbrief, die ik voor je op tafel heb gelegd. Je staat op, automatisch schuif ik mijn stoel naar achter en maak ik ruimte voor wie daar staat. Je knikt naar me. Ik weet wat me te doen staat.

Ik loop uit de kamer en pak jouw pijl en boog, terwijl jij je omkleedt naar je gevechtstenue. Uit de luidsprekers in de behandelkamer schalt de hoorn luid als trompetten. Het teken dat het gevecht begint. Door het raam kijken voorbijgangers verbaasd naar binnen. Sommigen blijven staan. Ze fluisteren naar elkaar. 'Kijk daar!'

Van heinde en verre komen ze aangelopen. De politie is druk in de weer met hekken. Het gehele dorp staat inmiddels voor het raam. Allen willen getuigen zijn van dit event. En terecht, het is dan ook ongekend.
Je loopt naar de deur en kijkt me lachend aan. 'Dankjewel', geef je aan. Je houdt de deur voor me open, ik loop naar voren de praktijk uit en roep: 'Maak ruimte voor deze échte krijger!' Want ik weet, wat er ook op je pad komt. Je kunt het aan!

 

Reageer reacties (0)
LEES MEER...