Het toverwoord ‘temporiseren’

Vaak in verband met sportieve activiteiten wordt temporiseren gebruikt. Van Dale geeft als voorbeeld: ‘Als je niet af en toe temporiseert, dan haal je het einde van de wedstrijd niet.’ Als definitie wordt vaak het uitsmeren over een zeker tijdsverloop genoemd, wat vaak slaat op de energie van een speler of een team.

In deze column wil ik het hebben over temporiseren met betrekking tot mezelf, de wereld en de COVID-19 situatie. Halverwege vorig jaar begon ik zelf al met temporiseren; niet tijdens een wedstrijd, maar in mijn leven an sich. Na het stoppen van mijn dienstverband bij mijn vorige werkgever ontstond er in toegenomen mate de mogelijkheid tot rust, reflectie en de rouwverwerking van het verlies van mijn moeder aan haar alcoholverslaving. Ik had geen 40-urige werkweek om me achter te verschuilen en wat overbleef qua vrije tijd vulde ik met name met sociale activiteiten, sporten en het kijken van series en spelen van games. Allemaal zodat ik maar niet in de spreekwoordelijke spiegel hoefde te kijken.

Na ruim een maand van ‘thuisvakantie’ en tegen jan en alleman gezegd te hebben dat het goed ging met me, kwam er het besef dat het eigenlijk lang niet altijd goed ging. Ik ben me toen gaan afvragen wat ik nou wilde, waar ik voldoening uit haalde en hoe ik mijn toekomst voor me zag. Dit zorgde voor een vertraging bij mezelf, de al eerdergenoemde temporisatie. Ik merkte dat ik de energie die ik had aanzienlijk verschilde van dag tot dag. Zo kon ik op een maandag bruisen van energie en de volgende dag daardoor mezelf met moeite uit bed slepen en was ik al blij wanneer ik m’n kleren aan had. Op dat moment werd temporiseren ook een bewuste keuze. Leven volgens mijn eigen tijdslijn, in mijn eigen tempo. Niet volgzaam aan de hand van een werkgever of de keuzes die anderen maken. De focus ging meer liggen op mezelf, op wat ik wilde en hoe ik dat kon bereiken.

Dit leidde er onder andere toe dat ik werkzaam ben geworden als zzp’er en mijn klussen zo uitkies dat er niet alleen sprake is van financiële stabiliteit, maar dat ik er ook op let dat ik niet voorbijga aan mijn grenzen. Desalniettemin voelde het af en toe vreemd om me in een ander tempo te bewegen dan veel mensen in mijn omgeving. De gehaaste houding die velen leken te hebben voelde als het verschil tussen je leven leiden en láten leiden. Hierdoor vroeg ik me af of ik te weinig deed, of ik me meer moest gaan inspannen en meer mijn grenzen  moest opzoeken.

Toen kwam COVID-19 op de wereldbühne en moest haast iedereen ongewild temporiseren. De bewegingsvrijheid werd minder, de afspraken werden digitaal afgehandeld en de rit naar en van werk maakte plaats voor een retourtje bureau – koelkast om wat te eten en drinken te halen. Ineens liep mijn interne klok weer gelijk met die van anderen. Voor mij veranderde er weinig, behalve dat tot mijn grote spijt de sportscholen dicht moesten. Het whatsappen over elkaars drukke leven maakte plaats voor stadswandelingen met oud-collega’s en vrienden op anderhalve afstand; even kort bijkletsen onder het genot van een lunchbroodje om de lokale horeca te ondersteunen. Ik hoop net als iedereen dat we ons gauw in een post-pandemie situatie bevinden. Echter hoop ik ook dat we met z’n allen blijven temporiseren, dat we niet onszelf weer voorbij gaan lopen en we meer de leiding houden over ons leven in plaats van ons te laten leiden door de haast van de dag.

 

Reageer reacties (0)
LEES MEER...