Eén jaar lang had ik mannen afgezworen. Nadat ik mijn toxische relatie eindelijk had beëindigd, wilde ik een jaar lang verkering met mijzelf. Geen one-night-stands, geen geflirt, geen liefde, geen relatie. Geen enkele vorm van goedkeuring vragen bij mannen. Zelfliefde was wat ervoor in de plaats moest komen.
Een toen stond hij voor de deur, 19 mei om precies te zijn. Een kleine twee maanden te vroeg. Hij klopte aan bij een meeting, tien minuten voor het einde. Had zich vergist in de tijd. Zijn pretoogjes, zijn brede lach en zijn charismatische voorkomen bleven niet onopgemerkt. Ik zette een krukje naast mijn stoel, zodat ook hij het laatste deel van de meeting nog meekreeg. Dit was de dag dat ik langzaam de vlinders weer toeliet in mijn leven.
Onze gesprekjes na de bijeenkomsten, zijn blik dwars door de zaal tijdens een meeting, mijn glimlach als hij net iets gedeeld had. We zochten elkaar steeds meer op tot het moment kwam dat ik mij uitsprak over mijn gevoelens. Iets wat ik vóór mijn herstel nooit durfde, althans, voordat ik het gesprek met de man in kwestie aanging, lag hij al in mijn bed en had ik de kans op iets moois al verspeeld door te hard van stapel te lopen. Dit keer zou ik het anders doen. Onze gevoelens waren het met elkaar eens, maar de angst dat het te vroeg in zijn herstel kwam bleef op de achtergrond en het zorgde ervoor dat er weken voorbij ging voordat we ons lieten leiden door de aantrekkingskracht.
‘Ik vind het eng, voor het eerst clean en nuchter zo dicht bij iemand te komen,’ zei ik zachtjes terwijl hij mij zoende op de rand van mijn bed. ‘Het is zo voorbij, mop,’ zei hij zachtjes, waarna we ons allebei hard lachend opzij lieten vallen. Hij had gelijk, de spanning hadden we zo hoog op laten lopen waardoor we nog geen vijf minuten later alweer hijgend naast elkaar in bed lagen. De week daarna gingen we een visje eten aan het strand, pikte hij mij op voor een kopje thee om de hoek of lagen we samen op mijn bank zachtjes te kletsen (waarna hij later in een diepe slaap viel met snurken en al). Ik begon mij aan hem te hechten en langzaam vonden vlinders een plekje in mijn buik.
Nu, precies twee maanden na onze ontmoeting bij de deur, zijn de kriebels er nog steeds maar hij niet meer. Afgelopen zondag was één van de meest zware dagen in mijn herstel.
‘Het is beter er nu mee te stoppen, want ik merk alweer hoe snel ik mij verantwoordelijk ga voelen’, vond hij. De focus moest op zijn herstel blijven, voordat het weer mis zou gaan. ‘Ik ben bang om mij hierin te verliezen en dan kan ik beter er nu een punt achter zetten dan verderop, als we nog meer aan elkaar gehecht zijn.’ Ik voelde hoe de vlinders zich omdraaiden en een knoop in mijn maag legde, hoe trots ik op hem was voor het maken van zo’n gezonde keuze, maar ook hoe machteloos ik tegenover dit besluit stond. ‘Het is beter dat we elkaar niet meer opzoeken en dat we wat afstand houden rond de meetings,’ zei ik tegen mijn schreeuwende behoefte in. Tranen liepen over mijn wangen, al had ik mij nog zo voorgenomen die niet aan hem te laten zien. Onze knuffel was stevig en net iets te lang. Zag ik tranen in zijn ogen? De chaos in mijn lijf was compleet en de trek naar een middel, welk middel dan ook, diende zich stilletjes aan, terwijl ik het tijdens een meeting alsnog uitschreeuwde.
Vanmorgen kon ik op een meeting delen hoe ik met hulp van fellows, meetings, mijn sponsor en mijn Hogere Macht de zondag doorgekomen was. ‘Zelfzorg en zelfliefde bleken de oplossing. Maar ik dank vooral god op mijn blote knieën dat ik een programma heb, waardoor ik het niet meer alleen hoef te gaan.’
LEES MEER...