Hoe leven we door als de wereld in de fik staat?

Ik voel schuld, schaamte, angst, leegte. Ik heb behoefte aan wegkijken. Aan rust. Aan doen alsof het niet bestaat. Alsof ik er geen onderdeel van ben. Deze wereld en zijn haat. Ik voel me machteloos en klein. Vroeger was ik rechtstreeks naar de kroeg gerend, maar dat wil ik niet meer doen. Dus doe ik dat wat ik weet dat ik kan doen en waarvan ik heb geleerd dat een actie is. En dat is bidden. Ik bid voor de verzachting van de harten van de leiders. Ik bid voor de huilende kinderen. Voor de angstige ogen en lege lichamen. Ik bid en ik geef geld, maar het voelt niet als genoeg.

In mijn directe omgeving zijn er verschillende meningen. Zoals altijd, wanneer de wereld verdeeld is, sijpelt die verdeeldheid ook mijn eigen microsamenleving binnen. Ik zie mensen schreeuwen, op de barricades staan en steeds opnieuw de stemmen delen van de ongehoorde. Ik zie mensen wegkijken en focussen op hun eigen leven, hun eigen kinderen hier en nu. Daar waar we wel het idee van controle hebben. Ik zie boosheid, angst en verdeeldheid. Ik weet niet wat het juiste is en ik hoef het ook niet te weten, maar het opent wel die vraag in mij. Wat kom ik hier doen? Wat is mijn taak hierin?
‘Ik wil niet aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan’, zegt een vriendin die online veel verschrikkelijke beelden deelt van lijdende mensen en kinderen. Ze voelt het overbrengen van de boodschap, awareness, als haar taak. Ik snap haar. Ik wil ook niet aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan. En toch wil ik het liefst alles uitzetten. Ergens in een hutje op de hei gaan zitten. Een plek in de natuur waar alles gewoon doorgaat zoals altijd. Waar het alledaagse alleen maar het wisselen van de seizoenen bevat.

In het huis van mijn ouders, waar ik opgroeide, stond elke avond het nieuws aan. Er werd elke dag de krant gelezen en de onderwerpen die daar beschreven werden, werden uitvoerig besproken aan tafel. Onderdeel zijn van de maatschappij betekende ook onderdeel zijn van wat er in de wereld speelt. Daar over nadenken, je eigen mening vormen en veel kennis bezitten was erg van belang. Een aantal jaar geleden besloot ik zelf het nieuws niet meer te kijken. Dit voelde als een breuk met alles waar ik mee opgegroeid was en wat van belang was in de wereld, maar ik kon het niet meer aan. Ik werd helemaal lamgeslagen van de negativiteit. Van alle onmacht en angst die er voor mij uit voortvloeide. Ik voelde me er juist geen productief onderdeel van de maatschappij door. Ik voelde me ellendig en ik dacht niet dat dat de bedoeling kon zijn voor mijn leven. Dus keek ik niet meer. Dat voelt nog steeds als de juiste beslissing en toch weet ik nu mijn plek niet. Ik heb wel sociale media en dus zie ik nog steeds veel. Grote dingen in de wereld zijn in deze tijd eigenlijk vrijwel niet meer te missen. Dingen sijpelen toch door en dat is oké, maar nu weet ik het even niet meer. Is het mijn taak alleen te luisteren? De boodschap te verspreiden van het onrecht dat ik denk te zien vanaf mijn eigen bank in mijn veilige huis, ver weg van elke gegooide bom? Is het zowiezo wel mijn plek om iets te vinden?
Mijn kind is zeven en huppelt vrolijk overal doorheen. Op zijn leeftijd keek ik naar het jeugdjournaal, las ik af en toe een krantenkop en hoorde ik vooral die gesprekken aan tafel. Hij niet. Hij hoort weinig. Ik heb hem altijd overal buiten gehouden. Hij mag kind zijn. Veilig. Maar nu begint de vraag te komen of dat wel het juiste is. Als je geen ongelijkheid ziet, zul je het dan later wel willen bestrijden? Als je niet weet wat er speelt, kun je dan zelf onderdeel zijn van de oplossing?

Ik weet het antwoord niet. Ik weet wel dat mijn hart wordt geraakt. Ergens deze week zag ik een filmpje voorbij komen van een meisje, ongeveer de leeftijd van mijn zoon, huilend en schreeuwend om haar moeder die was gestorven in een van de ontploffingen. De angst en paniek in haar ogen en stem braken mijn hart. Ik moest huilen en bad op mijn knieën in mijn keuken aan God om haar bij te staan.

Ik denk dat ik dat te doen heb. Geraakt worden. Mijn hart laten breken. Huilen voor de levens die verloren zijn. Hun namen noemen. Zodat ze niet alleen zijn. Zodat we blijven zien waar het over gaat. Verloren levens en zo ongelofelijk veel pijn en verdriet. Ik kan niets oplossen, maar ik kan wel mens zijn en God danken dat mijn hart nog steeds breekt en ik mij schuldig voel over de leuke momenten in mijn eigen leven. Ik heb een hart om te breken. Ik heb een veilige plek om vanuit schuldgevoel te voelen. Ik hoef er niet op te gebruiken, ik hoef het niet meer weg te maken. Ik kan voelen wat het met me doet. Hier en nu.

Ik bid en ik sta open om te doen wat ik kan doen in mijn mini universum. Ik weet het niet, maar ik hoef het niet meer alleen te doen.

Reageer reacties (0)
LEES MEER...