Ik weet niet of er iets in de lucht hangt, of dat we gewoon universeel een beetje op een breekpunt staan. Misschien is het alleen het vergrootglas dat voor mij ligt die op onrust staat. Die ervoor zorgt dat ik het zelf als zodanig ervaar. Wat het ook mag zijn, ik merk aan mezelf en de mensen om me heen dat er veel gebeurt.
Er zijn veel grote gevoelens. Veel oude dingen die terugkomen. Veel vechten en weinig overgave. Of misschien juist de beste oefening voor overgave.
Op het moment dat je een twaalf stappen programma binnenkomt en die stappen ook echt gaat doen, sluit je een soort band met elkaar. Wij fellows gaan elkaar er doorheen helpen. Wij gaan elkaar feedback geven. Wij gaan eerlijk zijn en Wij hebben elkaar nodig. Zo voelde het in elk geval voor mij. Soms veranderen de poppetjes. Besluit iemand niet meer te komen of om niet meer mee te doen, maar de support, de steun en die afspraak blijven wel ongeveer hetzelfde.
Al snel ging ik merken dat als ik bidde om dienstbaar te zijn en te worden ingezet waar nodig. Vooral als ik er zelf niet lekker bij zat, dan werd ik extra vaak gebeld door andere mensen. Dit is voor mij de snelste manier om me uit mijn eigen hoofd te halen; dienstbaar zijn voor anderen. Luisteren en reflecteren met hen over wat ik in hen denk te zien en horen. Het bijproduct daarvan is dat ik, terwijl ik het zeg, vaak ineens mijn eigen situatie veel helderder kan zien. Ik praat niet alleen tegen hen, maar ook tegen mezelf.
Voor mijzelf heb ik nog erg veel moeite met liefdevol zijn. De stem in mijn hoofd is streng en hard. Ik veroordeel mezelf snel, ben enorm kritisch en ik moet het altijd perfect doen. Ik mag niets moeilijk vinden, niet klagen en elke emotie is eigenlijk bij voorbaat al overdreven.
Als ik met anderen spreek, voel ik vrijwel altijd liefde en zachtheid. ‘Natuurlijk is dit lastig!’, ‘Je mag dat gewoon moeilijk vinden’ en ‘Wees lief voor jezelf’ zijn dingen die ik mezelf vaak hoor roepen.
Soms raak ik verstrengeld in het idee dat ik toch echt wel een antwoord op dingen moet hebben. God kan niet alles voor me oplossen, ik moet in de actie blijven. Dit is een programma van actie! Dat zit in mijn oren geknoopt. Maar die actie vul ik zelf meestal niet nuttig in. Ik ga harder rennen, harder werken, harder klagen, harder wegduwen en nooit zomaar stoppen en stilstaan. Terwijl mijn actie, de actie die ik het allermeest te doen heb, is op mijn handen zitten. Stoppen met rennen. Hier en nu zijn en afwachten. Bidden en overdragen en alleen focussen op wat ik te brengen heb in plaats van te halen.
Mijn ontevredenheid had me de afgelopen tijd weer even ingehaald en ik kwam weer tot die conclusie. Mijn actie is stilstaan. Mijn actie is bidden. Mijn actie is alleen focussen op dat wat ik te bieden heb, te geven en te zijn. Hier en nu. De rest is niet mijn actie, maar Gods actie en die twee haal ik dus blijkbaar nog steeds door elkaar.
Of het nou in de lucht zit, aan mij ligt of dat de wereld echt onrustig is, ik denk dat we te focussen hebben op wat we komen brengen en doen en hoe we nog meer kunnen vertragen en zijn. Hier en nu. Met mijn had in die van God.
Clean en soms een klein beetje sereen als ik geluk heb.
LEES MEER...