November begon met een van de meest bijzondere dagen uit mijn leven en eindigde met een uitvaart. Hoewel het echt heel grote tegenstellingen waren, waren het beide opnieuw een herinnering dat dit nu hier zo bijzonder is en gekoesterd dient te worden.

Precies een jaar nadat ik voorzichtig mijn ren-avontuur begon, liep ik mijn allereerste ultra. Want waarom zou je met een marathon beginnen als je ook een ultra marathon kan lopen? Je bent en blijft verslaafd of niet natuurlijk 😉.

800 kilomter ter voorbereiding legde ik af. Vele keren met tegenzin, soms met heel veel plezier. De ene keer ging het fantastisch en dan weer verschrikkelijk slecht. Ik vond nooit écht het vertrouwen dat ik hem uit ging lopen, die ultra, maar ik vond wel acceptatie en het besef dat het daar helemaal niet om ging. Dat het rennen me zoveel meer had gegeven dat dan ene moment en dat het mijn amend naar mezelf was om gewoon aan de startlijn te gaan staan en te laten komen wat er zou komen.

Wat er kwam, was zo bijzonder dat ik het bijna niet kan uitleggen. Het was niet de zwevende spirituele ervaring die ik verwacht had. In tegendeel zelfs. Het was een lijdensweg. Eentje die alleen maar ruimte liet voor het moment. Voor die ene stap. Er was geen ruimte om na te denken over wat dan ook. Alle muziek en mooie speaker tapes die ik van te voren had bedacht te willen luisteren gingen al bij kilometer twee de prullenbak in. Ik wilde helemaal niets. Maar ook weer niet echt niets. Stilte was te weinig en al het andere te veel. Uiteindelijk lande ik op een podcast met echt alleen maar koetjes en kalfjes. Stemmen die de achtergrond vulde, maar waar ik geen enkele focus op hoefde te hebben. En af en toe een nummer. Steeds dezelfde op repeat.

Met dat nummer huilde ik in het donker in de eerste kilometers van dankbaarheid dat ik dit kon doen en aan mezelf kon geven. Ik huilde in kilometer 30 toen ik niet meer wilde, tijdens kilometer 37 toen ik ineens een hoge duin met mul zand op moest klimmen. Ik huilde er mee tijdens kilometer 42.195 toen ik de marathon grens over was en was beland tussen allemaal families die een wandelingetje maakte terwijl ik midden in mijn grootste lijdensweg zat. En ik huilde er mee van dankbaarheid toen ik in kilometer 45 ineens de andere kant vond. Die euforie, het ongeloof en het besef dat ik het ging halen. Dat mijn benen, mijn eigen lijf en mijn eigen hoofd die ik altijd zo vervloekt had, me hier hadden gebracht. Het was prachtig. Over de finish komen na 51.16 kilometer was de grootste high die ik mijn leven ooit gevoeld heb geloof ik. Ook toen huilde ik. Ik voelde me zo rauw, alle filters weg. Alleen nog maar puur Zijn, hier en nu, in de armen van mijn vriend.

Het was zo bijzonder en precies zoals herstel. Het grootste gedeelte haatte ik, ik kon het niet alleen, ik belde mensen en ze praatte me door de moeilijkste momenten. Ik bidde en smeekte God soms om hulp. En er was ook verwondering, overgave en vertrouwen. De mooiste stap 9 met mezelf die ik nooit voor mezelf had kunnen bedenken als ik zelf aan het roer had gestaan. Ontzettend dankbaar en ook trots ben ik en blijf ik.

Ik teerde er lang op. Het was een mooi gevoel wat langer bleef hangen dan ik me kan herinneren dat een prestatie ooit voor me gedaan heeft. En toen kwam het moment waarop helaas het leven voor iemand anders in mijn omgeving helaas stil stond. Niet onverwachts, maar wel oneerlijk. In het proces ervoor, tijdens en erna viel al het andere weg. Het enige belangrijke was er Zijn. Hier en nu. Doen wat ik kan doen om te helpen. Om te troosten en om ruimte te houden.

Het omhulde met verdriet, machteloosheid en verslagenheid. Ineens voelde ik me moe. Niet goed meer in staat om naar buiten te gaan en te rennen. Rauw is zwaar. Mentaal en fysiek. Ook als het minder dichtbij is. Het leven is kort. Het hier dit moment is alles wat we zeker weten. Maar ook waar God het dichtste bij ons is.

Mijn lichaam droeg me door een ultra. Een ander lichaam hield er een paar weken later mee op. Er is nul controle. Dat maakt me vaak bang. Toch heb ik vooral heel veel Gods werk gezien in beide plekken. In herstel en met elkaar kunnen we alles dragen. De hoogste euforie en het diepste verdriet. Zolang we het aan God geven en dat blijven doen hoeven we er alleen maar in en mee te Zijn.

Reageer reacties (0)
LEES MEER...