Loslaten en onthechten. Als er voor mij iets moeilijk is geweest in mijn leven, dan is dát het wel. Vooral als het om personen gaat. Zodra iemand in mijn hart of inner circle zit, lijkt het onmogelijk om deze persoon nog los te laten. Hiermee bedoel ik zowel vrienden als liefdesrelaties.
Toen ik voor het eerst clean werd, was het moeilijkste onderdeel van mijn herstel misschien wel om de vrienden - die ik nog over had - los te laten. Dit gebeurde dan ook niet zonder slag of stoot en er waren de nodige terugvallen voor nodig om in te zien dat het moest gebeuren. Zelf dacht ik natuurlijk dat ik nog wel met ze om kon blijven gaan, stronteigenwijs als ik was. Ik moest op de harde manier leren dat dit geen optie meer was. Naarmate mijn herstel vorderde en ik mijn pad volgde, bleken er steeds minder overeenkomsten tussen mij en mijn oude vrienden te zijn. Het onthechtingsproces had zijn werk, door de jaren heen, gedaan.
Maar dat proces was ontzettend moeilijk, pijnlijk, verdrietig en eenzaam. Want wie was Timo zonder die gasten? Of: wie was Timo zonder zijn door de jaren heen opgebouwde imago? Dat uiteraard sterk was verweven met de oude kringen. Er moest dus niet alleen onthechting plaatsvinden tussen mensen, maar tegelijkertijd ook met mijn eigen gedrag en imago. En of dat imago nou goed of slecht was, maakt voor het proces niets uit.
Wat ik niet had verwacht was dat ik ook later in mijn leven nog mensen zou moeten loslaten. Belangrijke mensen, soms mijn beste vrienden in een periode dat het ‘gewoon goed’ met me ging. Vriendschappen die om bepaalde redenen gewoon op waren of niet meer werkten. Doodgebloed? Terwijl ze tot dan toe het allerbelangrijkst waren geweest voor mij. Déze processen waren pas pijnlijk, want er was voor mij niet eens een duidelijk aanwijsbare reden voor, zoals wel het geval was geweest bij het loslaten van mijn vroegere vrienden. Die waren namelijk gewoon niet goed voor mij (en ik niet voor hen). En hoe moeilijk ook, bij het verbreken van die vriendschappen was het tenminste wel dúídelijk en begrijpelijk waarom het ‘klaar’ moest zijn.
Zodra ik moet onthechten van iemand (of iets) die (of wat) mij dierbaar is, is er eerst vooral sprake van extreem veel verzet tegen de op handen zijnde verandering. Dat gepaard gaat met de dwang om het veranderingsproces tegen te gaan en alles onder controle te willen houden. Controle die op zichzelf trouwens al een illusie is. En vanuit angst wordt aangestuurd, uiteraard, om het bekende of vertrouwde maar niet kwijt te raken. Nadat het verzet mij te veel pijn heeft opgeleverd, breek ik. Ik geef op een gegeven moment op en verzet mij niet langer. En dan kom ik uit bij wat daaronder zit: verdriet en rouw.
Bij het onthechten van bepaalde personen kan er ook sprake zijn van (gevoelsmatig) een gebroken hart. Zodanig dat ik het hartzeer letterlijk voel in mijn borstkas. Dit proces kan ik niet anders omschrijven dan als een ‘spiritueel proces’. Een stuk in mij identificeert zich met de personen aan wie ik gehecht ben geraakt. En zodra die persoon dan uit mijn leven verdwijnt, gaat er een stukje (identiteit) in, of zelfs van, míj dood. Een stukje Timo sterft dan. Dit is wat onthechting voor mij inhoudt. Het is eigenlijk niet anders dan een rouwproces waarin een deel van mijzélf sterft. Het heeft nooit zoveel met de ander te maken, eigenlijk…
Tijdens zo’n rouwproces, of onthechtingsproces, komt er naast de voelbare leegte ook een bepaalde ruimte vrij. Ruimte voor iets nieuws, want iets ouds moet eerst afsterven om iets nieuws toe te kunnen laten. De laatste jaren waren bepaalde (goede!) vriendschappen al een tijdje aan het veranderen. Maar eigenlijk was ik zélf degene die veranderde, wat weer zijn invloed had op bepaalde banden.
Achteraf gezien is een onthechtingsproces vaak al een tijdlang aan de gang, maar dan in ons onbewuste. Wat ik heb geleerd, is dat als zo’n proces genegeerd wordt, er vaak een gebeurtenis (projectie) plaatsvindt zodat het proces als het ware in het bewuste wordt ‘geslagen’. Bijvoorbeeld door een ruzie om iets belangrijks. Het onbewuste proces móét namelijk plaatsvinden en vaak is daar dan een crisissituatie voor nodig. Hierdoor kan het niet meer bij het oude blijven. Tijd om verder te gaan, uitgeleerd met elkaar. Pijnlijk en ellendig. Maar waar een deur dichtgaat, gaat er ergens anders altijd weer een nieuwe open…
LEES MEER...