Dit terwijl het advies is om alle rokende patiënten in de praktijk een stopadvies te geven. Wel geeft een groot deel van de huisartsen aan een stopadvies te geven als de patiënt gemotiveerd is om te stoppen of als het roken ter sprake komt. Dit laatste gebeurt lang niet altijd. De vraag ‘rookt u?’ wordt door slechts 1 op de 5 huisartsen aan alle patiënten gesteld.

Meer dan een slechte gewoonte

Volgens arts-epidemioloog Esther Croes van het Trimbos instituut zijn er verschillende redenen waarom slechts 1 op de 10 huisartsen het stopadvies geeft. ‘Huisartsen hebben het ten eerste heel erg druk. Ten tweede wordt roken vanuit oudsher gezien als een slechte gewoonte. Tegenwoordig is tabaksverslaving een echte ziekte die is opgenomen in het handboek van psychiaters. Toch heerst er dat oude idee dat roken meer preventie is en dat het niet tot de curatieve taken van de huisarts behoort.’ Volgens Croes vinden veel huisartsen het moeilijk om over het onderwerp te beginnen. Zij zien het als iets waar iemand voor kiest. ‘Wij in de tabaksontmoedigingswereld zien dat anders. Roken is iets dat je in je jonge jaren geleerd hebt door sociale druk en waar je verslaafd aan bent geraakt. Zie er dan nog maar eens vanaf te komen.’

Stopadvies cruciaal

Croes weet zeker dat het stopadvies van de huisarts een verandering kan brengen. ‘Het is wetenschappelijk bewezen dat een stopadvies van een zorgverlener uiteindelijk zorgt voor een grotere kans dat iemand daadwerkelijk stopt. Het stopadvies van een arts of deskundige zorgt ervoor dat meer mensen zullen stoppen dan als het advies niet gegeven zou worden.’

Voor het onderzoek is een vragenlijst verstuurd naar 500 huisartsenpraktijken. In totaal hebben 137 respondenten uit 111 huisartsenpraktijken de vragenlijst ingevuld.