Het is honderd jaar geleden dat de ‘war on drugs’ begon in Amerika. De agressieve benadering tegen drugs en verslaving werd opgedrongen aan de rest van de wereld, maar waarom eigenlijk en heeft het überhaupt iets geholpen? Onderzoeksjournalist Johann Hari heeft zich verdiept in de materie en kwam tot de conclusie dat het een gefaald project is. Ook vindt hij het afschuwelijk hoe realityseries tegenwoordig omgaan met het onderwerp verslaving.
Verslaafden straffen, want alleen zo geef je ze de motivatie om te stoppen. Hari vraagt zich af waarom we hiermee doorgaan terwijl het in feite niets helpt. Het begint er al mee dat onze definitie vaak niet klopt. Eeuwenlang kregen we te horen dat iedereen vatbaar is voor verslavingen. Als iedereen een tijd heroïne gebruikt, zullen we allemaal fysiek afhankelijk raken van het middel en worden we heroïneverslaafd... Maar iets klopt niet aan het verhaal. Als je een ongeluk krijgt en je heup breekt, dan krijg je in veel ziekenhuizen in de wereld diamorfine toegediend (wat sterker is dan heroïne die je van de straatdealer koopt). Als het waar is hoe we over verslavingen denken, moeten alle bejaarden na een heupoperatie veranderen in junkies.
Bruce Alexander (professor Psychologie in Vancouver) vertelde Hari hoe onze vooroordelen zijn ontstaan. In een experiment van begin 1900 werden ratten in een simpele kooi geplaatst waarin ze de keuze hadden om normaal water te drinken of water met cocaïne en heroïne. De ratten kozen voor het water met drugs en stierven vroeg of laat aan een overdosis. Daarom is lange tijd gedacht dat iedereen verslavingsgevoelig is.
In de jaren '70 nam deze professor dit experiment onder de loep en dacht: laten we er iets aan veranderen. Hij bouwde een prachtige kooi en noemde deze Rat Park, een zevende hemel voor ratten. Overal was er kaas, tunnels waar ze in konden graven, vrienden met wie ze speelden, en zoals in het oude experiment: twee waterflessen met normaal water en water met drugs. In Rat Park werd het normale water bijna altijd geprefereerd.
Dan is er nog wel een verschil tussen ratten en mensen, de resultaten konden echter vergeleken worden met menselijke gebeurtenissen. 20 procent van de Amerikaanse militairen gebruikte enorm veel heroïne tijdens de oorlog in Vietnam. In de Verenigde Staten waren ze als de dood dat ze bij terugkomst duizenden nieuwe junkies erbij kregen. Maar een uitvoerige studie heeft uitgewezen dat 95 procent uit zichzelf gestopt is, zonder naar de rehab te gaan. Zo kwam Bruce Alexander erachter dat wat geschaard wordt onder verslaving, vaak omgevingsfactoren betreffen.
Johann Hari is het eens met de Nederlandse Peter Cohen die in plaats van verslavingen liever spreekt over verbindingen. Mensen willen van nature verbonden zijn, als we gelukkig en gezond zijn, dan maken we verbindingen met elkaar. Maar als je dat niet kunt omdat je getraumatiseerd of geïsoleerd bent, dan ga je dit met iets anders doen waar je even verlichting uit kunt halen: dat kan gokken, pornografie of drugs zijn.
In plaats dat deze mensen geholpen worden, zijn ze door de 'war on drugs' gecriminaliseerd. Door ze te stigmatiseren, werd het ze moeilijk gemaakt om bijvoorbeeld aan een baan te komen. Met alle gevolgen van dien. Weinig geld, geen zelfvertrouwen, isolement... Het werd ze juist moeilijker gemaakt om gezonde verbindingen te zoeken.
In Portugal was in de jaren ’90 één procent van de bevolking aan de heroïne. Om het tij te keren, werd het Amerikaanse model in gebruik gekomen en werden ze als criminelen behandeld. Het werkte niet. Daarom kwamen op een gegeven moment wetenschappers en dokters bij elkaar om het probleem op te lossen. Ze kwamen tot de conclusie om alle drugs uit de illegale sfeer te halen. Het geld dat vroeger werd geïnvesteerd in de oorlog tegen drugs, werd nu gestoken in re-integratie. Veel drugs bleven wel verboden, maar er was sprake van een soort gedoogbeleid. Er werden banen gecreëerd voor verslaafden, en ook kregen ze de mogelijkheid om te lenen om een eigen bedrijf op te starten. Het is nu 15 jaar geleden dat dit werd toegepast, en in Portugal zijn ze erg tevreden met het resultaat. Het gebruik van drugs is bijna op alle gebieden afgenomen, en ook de kosten van de schade ervan.
Volgens Hari is het goed als mensen werken aan individuele recovery. Maar volgens hem moet het vaker gaan over 'social recovery'. Hij haalt een onderzoek aan uit de Verenigde Staten: sinds de jaren '50 hebben mensen minder vrienden die ze kunnen bellen in geval van crisis, maar hun woonruimte is wel toegenomen. Voor velen begint het leven daarom te lijken op de lege kooi van de ratten.
Hari verzet zich ook tegen gangbare gebruiksaanwijzingen van hoe je om moet gaan met een verslaafde. Die zijn vaak overkomen waaien uit realityseries. 'Als je nu niet stopt, dan zul je mij nooit meer zien.' Het is een begrijpelijke reactie, het is soms moeilijk om van een verslaafde te houden. Maar volgens Hari is dat in feite dezelfde methode als de oorlog tegen drugs. Je isoleert mensen alleen en er is geen bewijs voor de werking ervan. Hij is daarom meer een voorstander om het Portugese model toe te passen. Hij vertaalt dat naar: 'Ik hou van je en je staat er niet alleen voor. Ik zal er voor je zijn als je me nodig hebt.’ Daarmee help je volgens Hari de verslaafde wel, in tegenstelling tot het agressieve ‘war on drugs’-model.
Johann Hari’s TEDTalk is hier te zien. Lees meer over zijn boek ‘Chasing the Scream’ in de aankomende Lef Magazine van 14 augustus.
LEES MEER...