Column NRC 14-10-2017

Verslaving is geen hersenziekte

Harald Merckelbach

 

‘Aan een jurist uitleggen dat verslaving een ziekte is valt nog niet mee”, twitterde psychiater Bram Bakker aan zijn 18.000 volgers nadat hij als deskundige in de rechtszaal zijn opwachting had gemaakt. Dat was tijdens de strafzaak tegen de van diefstal verdachte Michael Heemels. Heemels, enige tijd penningmeester van de Limburgse PVV, had jarenlang en met grote regelmaat de partijkas geplunderd. Dat kwam, hield Bakker de rechters voor, doordat Heemels verslaafd was aan cocaïne en drank. Dan weet je niet meer wat je doet en ben je verminderd toerekeningsvatbaar. Want verslaving is een ziekte.

Bakker heeft recht op een mening, natuurlijk. Maar in de rechtszaal afficheerde hij zichzelf als expert. Een goede expert, zei een jurist ooit zo treffend, is een stevige loopplank over het moeras van de rechterlijke onwetendheid. Niet dat rechters dom zijn, maar soms blijkt het lastig om de feiten vast te stellen. Zoiets is bijvoorbeeld aan de orde als de verdachte beweert dat hij ziek is in zijn hoofd en daarom foute dingen deed. Om vast te stellen of dat plausibel is, laten rechters zich informeren door een arts. Prima, zo lang de dokter de loopplank maar stut met gevalideerde kennis. Deed Bakker dat? Is verslaving een ziekte die de vrije wil erodeert?

Alzheimer is zo’n ziekte. Daarom bestaat het niet dat een patiënt met alzheimer ’s morgens wakker wordt en tegen zichzelf zegt: genoeg is genoeg, vandaag kap ik met mijn geheugenproblemen. En dat dát dan ook nog lukt. Bij mijn weten is er in de hele literatuur maar één patiënt beschreven die dit traject volgde. Het was een boekhouder die er bij een Britse brouwerij lustig op los had gefraudeerd en daarvoor vijf jaar gevangenisstraf kreeg. Na luttele maanden mocht hij het gevang verlaten omdat hij, dachten de artsen, aan ver voortgeschreden dementie leed. Nadat de man op vrije voeten was gesteld, verdween zijn dementie als sneeuw voor de zon en begon hij aan een glansrijke carrière als vrijgevestigd consultant. Met villa aan de Côte d’Azur en al. Uiteindelijk snapten de artsen dat ze bij de neus waren genomen door een getalenteerde simulant.

Kan een verslaafde ’s ochtends opstaan en tegen zichzelf zeggen: genoeg is genoeg, vandaag kap ik met alcohol en cocaïne? Ja, dat is mogelijk, en het komt ook voor. Sterker nog, de Amerikaanse verslavingsdeskundige Gene Heyman zette onlangs in het vaktijdschrift Addictive Behaviors Reports de cijfers op een rij en ze laten zien dat hele volksstammen erin slagen om op enig moment een punt te zetten achter hun jarenlange gebruik van cocaïne en alcohol. Stoppen is niet makkelijk, maar het kan en het gebeurt. Natuurlijk is verslaving een probleem: het is een psychologisch probleem. Kern is dat de verslaafde verstrikt raakt in een regime van Pavloviaanse conditionering, waarbij alledaagse routines steeds heviger de drang oproepen om te gebruiken. Maar de verslaafde kan, op eigen kracht of met hulp van een therapeut, zich daaraan onttrekken.

En natuurlijk beïnvloeden cocaïne en alcohol de chemie in het brein; dat is met hersenplaatjes zichtbaar te maken. Maar dat betekent nog niet dat verslaving een ziekte is die mensen berooft van hun vrije wil en dus verantwoordelijkheid. Theodore Dalrymple – vakgenoot van Bakker - wijdde in zijn boek Admirable Evasions een fraai hoofdstuk aan de mythe van verslaving als hersenziekte. Dag in dag uit met een taxi door London navigeren, verandert ook aantoonbaar je brein, legt Dalrymple uit. Toch zou het absurd zijn om te beweren dat taxiën door London een ziekte is. Dalrymple concludeert dat de mythe van verslaving als hersenziekte de wereld in is geholpen door bijdehante wetenschappers die dusdoende subsidiegelden wisten aan te boren. Een ongewenst neveneffect is dat zo’n mythe ook verslaafden bereikt en hen dan infecteert met het misverstand dat verslaving op alzheimer lijkt en dat stoppogingen volstrekt zinloos zijn. Daarin schuilt precies het gevaar als Bakker-achtigen in de rechtszaal en daarbuiten gaan uitleggen dat verslaafden „er niets aan kunnen doen”.

In de zaak tegen Heemels haalden de rechters hun schouders op over Bakkers bewering dat de verdachte vanwege zijn verslaving verminderd toerekeningsvatbaar was. De verdachte werd schuldig verklaard en moet achter de tralies. Misschien hebben de rechters zich gestoord aan de tweets van Bakker, die een nauwelijks verholen minachting verraden voor het rechtsbedrijf. Bakker na zijn optreden in de rechtbank: „met de rigiditeit en vooringenomenheid die ik vandaag in de rechtbank trof kom je in de psychiatrie niet ver.” Ziezo, die zit.

Twitteren is evenmin een ziekte. Daarom is het heel goed mogelijk om ’s morgen vroeg op te staan en tegen jezelf te zeggen: oh ijdelheid, teveel is teveel, vanaf nu ga ik minder twitteren en meer lezen.

 

Harald Merckelbach is hoogleraar rechtspsychologie aan de Universiteit Maastricht 

 

Jolande's reactie op de column van Merckelbach:

 

Verslaving is een hersenziekte

Zelden heb ik zo’n stukje ongenuanceerd en ongefundeerd stukje proza mogen lezen als dat van rechtspsycholoog Harald Merckelbach afgelopen zaterdag in het NRC. Zonder teveel op de aanleiding in te gaan, doet Dhr. Merckelbach in zijn column exact waar hij psychiater Bram Bakker van beticht: een mening verkondigen die onvoldoende gestut is met gevalideerde kennis.

Om zijn eigen mening wél goed te ondersteunen (of een poging daartoe te ondernemen), komt deze psycholoog met twee onderbouwingen. 1 Hij vergelijkt verslaving met de ziekte van Alzheimer. Zonder enige (aantoonbare) kennis van ziekteleer of geneeskunde , of in ieder geval zonder daarop in te gaan, grijpt hij met een enorme wijsheid naar een volgens hem gevalideerde vergelijking: Kan iemand met de ziekte van Alzheimer kappen met zijn geheugenproblemen? Nee! Kan iemand met een verslaving stoppen? Ja, zegt Merckelbach. En dan komt hij met zijn tweede redenering. Hij baseert hij zich daarbij op een onlangs gepubliceerd artikel in Addictive Behaviors Reports waarin wordt gezegd dat hele volksstammen erin slagen om op enig moment een punt te zetten achter hun jarenlange gebruik van cocaïne en alcohol. Ja, dat weten wij al jaren. En dat is nu juist het verschil tussen een verslaafde en een niet-verslaafde. Het niet meer kunnen stoppen.

Miljoenen mensen gebruiken en stoppen dag in dag uit met cocaïne. Miljarden doen hetzelfde met alcohol. Sommigen met twee vingers in hun neus, andere hebben er wat meer moeite mee. Gebruik is niet hetzelfde als verslaving, meneer Merckelbach, dat is nou juist het hele punt. Dat kan iedere verslaafde u vertellen. Iedere verslavingsarts en psychiater (of welke échte deskundige dan) ook. Om iets een ziekte te kunnen noemen moet het aan een aantal voorwaarden voldoen. Het moet lichamelijke en/of psychische schade berokkenen aan het organisme en het moet gepaard gaan met symptomen die wijzen op een abnormale toestand. Daaraan voldoen de ziekte van Alzheimer, blaaskanker, nierinsufficiëntie, een verslaving en anorexia nervosa. Helaas wel, zou ik bijna zeggen. Of zou de columnist van anorexia ook zeggen dat je daarvan op een ochtend kunt zeggen: En nu is het genoeg geweest. Ik stop ermee. Vandaag ga ik eens eten! Hij gaat met zijn drogredenen volledig voorbij aan het feit dat er wereldwijd dagelijks tienduizenden mensen sterven aan hun verslaving. Zouden die allemaal vergeten zijn te stoppen die ochtend? Verslaving is niet alleen een ziekte, het is zelfs een dodelijke aandoening. En dat is precies de reden dat de WHO decennia  geleden verslaving tot ziekte heeft verklaard.

Verder gaat hij ook nog even in op het ongewenst neveneffect van de mythe dat verslaving een ziekte is: de mythe bereikt de verslaafde (hoe kan het aangezien ze allemaal onder een brug liggen en daarnaast allemaal ongelofelijk dom zijn) en die neemt dan aan dat stoppogingen volstrekt zinloos zijn. Die verslaafde denkt dat niet meneer Merckelbach, die heeft wel wat anders aan zijn hoofd. De meeste verslaafde in herstel daarentegen weten en voelen dat verslaving wel degelijk een ernstige ziekte is. Daarom - en omdat ze niets liever willen dan graag in herstel blijven - doen ze dagelijks hun stinkende best om dat zo te houden. Alleen daarom is het volstrekt respectloos wat u even bijna achteloos ventileert. Het zou fijn zijn als u in het vervolg research verricht voordat u met dergelijke uitspraken komt.

 

Jolande Bastiaans

 

Reageer reacties (2)

Boy(18. oktober 2017)

Of verslaving een ziekte is en of verdachte er aan lijdt is aan medici Of verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is als gevolg van een ziekte is echter aan de rechtbank Wat ik in beide betogen mis: wie zich beroept op een ziekte moet zich ook (willen) laten behandelen Niet verantwoordelijk voor de ziekte, wel verantwoordelijk voor het eigen herstel De rechter kan hiertoe eventueel een maatregel opleggen, maar heeft daar in dit geval niet voor gekozen

Hoewel Merckelbach in zijn betoog niet gehinderd blijkt door kennis van zaken komt de reactie van Bakker op mij niet erg genuanceerd over Weliswaar is misbruik bij uitstek een symptoom voor verslaving, maar lang niet alle misbruik is het gevolg van verslaving Net zoals brandweerauto's wel rood zijn maar lang niet alle rode auto's van de brandweer Mogelijk was de rechtbank niet overtuigd van de diagnose of van een oprechte wens tot herstel Naast inderdaad de mogelijke maar wat al te snel getrokken conclusie dat de rechtbank slecht op de hoogte zou zijn

Vincent Steenbrink(25. oktober 2017)

Interessante discussie. In de Limburger van 14 oktober 2017 stond een uitgebreid artikel van Bram van der Heijden over Harald Merckelbach getiteld “de kracht van gezonde twijfel”. Een zorgvuldig afgewogen stellingname over de fundamenten van onze rechtstaat, waarin ik mij nog kon vinden. Aan het eind refereerde Merckelbach kort aan de zaak Heemels. Ik dacht aanvankelijk dat hij het niet zo bedoelde maar in zijn column in NRC bekrachtigde hij dat nog eens. “Verslaving is geen ziekte die mensen berooft van hun vrije wil en dus verantwoordelijkheid”. “Een verslaafde kan zich op eigen kracht of met behulp van en therapeut daaraan ontrekken”. Dat is de theorie, maar de praktijk? Merckelbach gaat voorbij aan het eigenlijke probleem en de consequenties voor mensen met een verslaving. Toen de zaak Heemels in maart van dit jaar aan het licht kwam was de algemene reactie nog een van ongeloof. Mede door de recente uitspraak van de rechter is dat omgezet in een publiekelijke veroordeling. De bereidheid voor mensen met een verslavingsprobleem om al dan niet de juiste professionele hulp in te roepen wordt er niet groter op (stigmatisering). Met alle gevolgen van dien. Een van de kenmerken van een verslaving is dat je niet op eigen kracht kunt stoppen ook al wil je nog zo graag (uitzonderingen daargelaten). Terecht dat de hoofdredacteur van LEF in haar reactie op de column van Merckelbach hier tegen ten strijde trekt.

Vincent Steenbrink

www.counsellingbijverslaving.nl

LEES MEER...