De WHO maakt zich zorgen of de alcoholvrije en alcoholarme dranken (no-lo dranken) alcoholschade wel doen verminderen. In veel landen zijn de definities van no-lo dranken namelijk verschillend, wat onduidelijkheid kan creëren voor de consument. Zo mag je in Nederland een biertje alcoholvrij noemen als er maximaal 0,1 procent alcohol in zit, dat is evenveel als in een banaan. In Duitsland is dit 0,5 procent en in Spanje zelfs 1,2 procent. Daarnaast WHO maakt de zich ook zorgen over alcoholhoudende en no-lo-dranken die in hetzelfde schap in de supermarkt worden gezet, vooral van hetzelfde merk. En alibi-marketing speelt ook een rol. Dat betekent dat alcoholproducenten adverteren voor hun alcoholvrije merk, wat dezelfde naam heeft als het alcoholhoudende merk waarvoor op die plek niet geadverteerd mag worden.

Oplossing

Volgens de WHO moet de marketing van no-lo dranken beter gereguleerd worden en moet het alcoholgehalte duidelijker zichtbaar worden op de verpakking. Vooral om minderjarigen, zwangere vrouwen, mensen in herstel en mensen die willen stoppen met alcohol drinken te beschermen.