De ‘sjoemelsigaretzaak’ is gisteren in hoger beroep gegaan, longartsen Wanda de Kanter en Pauline Dekker spanden de rechtszaak aan. In november van vorig jaar oordeelde de rechter dat de meetmethode van sigaretten onbetrouwbaar is en aangepakt moest worden, maar deze uitspraak verviel toen.

In de tabaksrichtlijn, die voor alle landen binnen de Europese Unie geldt, staat dat een sigaret maximaal 10 milligram teer en 1 milligram nicotine mag bevatten. Ook staat in de richtlijn dat deze hoeveelheden gemeten moeten worden via de ISO-methode. Maar uit onderzoek van het RIVM, die sigaretten testen, blijkt dat de ISO-methode niet betrouwbaar is. De tabaksindustrie maakt namelijk kleine gaatjes in het filter van de sigaret. Tijdens het roken worden die gaatjes dichtgeknepen door de lippen of vingers van een roker. Tijdens het testen gebeurt dit niet en blijven de gaatjes open. Hierdoor komt er heel veel schone lucht bij en lijkt de sigaret uiteindelijk ‘gezonder’. Hier hebben fabrikanten baat bij, omdat ze meer stoffen kunnen toevoegen zoals nicotine, waardoor mensen sneller een rookverslaving ontwikkelen. De Wereldgezondheidsorganisatie ontwikkelde een andere machine om sigaretten wel betrouwbaar te testen, de CI-methode. Met deze methode worden die gaatjes wel dichtgedrukt. De verschillen zijn groot: het teergehalte in sigaretten wordt gemiddeld 13 keer hoger gemeten met de CI-methode, het nicotinegehalte gemiddeld 10 keer hoger. In 2019 maakte Arjen Lubach hier een uitzending over met een oproep aan de Europese Unie om deze methode aan te passen, maar dit heeft niet gewerkt.

Hoger beroep

Al vijf jaar lang zijn de twee longartsen, en oprichters van Rookpreventie Jeugd, bezig om ervoor te zorgen dat de ISO-methode wordt afgeschaft. Maar in Nederland moeten we de Europese wet volgen. De tabaksindustrie verstopt zich dus achter het argument dat als er een nieuwe methode komt, dat vanuit de Europese Unie moet komen en niet vanuit de Nederlandse overheid. Dat de ISO-methode in de tabaksrichtlijn staat, komt onder andere door de NEN (Nederlandse Normalisatie Instituut). Zij geven de Europese Commissie advies over wat volgens hun de beste methode is om bijvoorbeeld schadelijke stoffen in sigaretten te meten. Zeven van de tien mensen uit de NEN zijn afkomstig uit de tabaksindustrie, de groep die juist winst maakt door de ISO-methode. In 2022 liep deze zaak al en besloot de rechter uiteindelijk dat de ISO-methode onbetrouwbaar is en dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ‘beter moest handhaven.’ Maar het ministerie van Volksgezondheid, Sport en Welzijn weigerde daaraan mee te werken en ging in hoger beroep. Volgens De Kanter omdat ‘het ministerie bang is voor miljardenclaims vanuit de tabaksindustrie.’ Op de laatste uitspraak van de rechter gaan De Kanter en Dekker weer in hoger beroep, ze willen dat de overheid een nieuwe, betere meetmethode gaat gebruiken. Waarschijnlijk wordt het na de zomervakantie duidelijk of dit wel of niet gaat gebeuren.

Reageer reacties (0)
LEES MEER...