De alarmbellen moeten gaan rinkelen bij de volgende gevoelens, gedachtes, actie of lichamelijke staat.
Gevoelens
- Wrok
- Ongeduld
- Wanhoop
- Zelfmedelijden
- Schuldgevoel over verleden
Gedachtes
- ‘De wereld is tegen me’
- ‘Niets gaat zoals ik het wil’ (negatief generaliseren)
- ‘Stop met oneens zijn met mij’
- ‘Ik heb zoveel problemen’
Maar ook de gedachtes
- ‘Ik ben God’
- ‘Ik heb het gemaakt’
- ‘Ik denk niet eens aan drinken’ (paradox)
- ‘Het kan geen kwaad’
- ‘Waarom is niet iedereen zoals ik?’
- ‘Ik wil meer’
Lichamelijke staat
Actie
- Liegen en het bijbehorende schuldgevoel
LEES MEER...