De alcoholindustrie geeft meer geld uit aan reclame dan ooit. In Nederland gaat dit om tientallen miljoenen euro’s. Hoewel in landen om ons heen het reclameaanbod afneemt, is daar in Nederland nog geen sprake van. ‘Nederland loopt daarin achter,’ zegt Wim van Dalen, directeur van het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid.
In 2022 gaf de alcoholindustrie 98,3 miljoen euro uit aan alleen al reclame in tijdschriften, op tv en in de bioscoop, een stijging van 36 procent ten opzichte van 2020. Biermerken hebben het grootste aandeel in deze uitgaven. Zo besteedde Heineken naar schatting zo’n 9,5 miljoen aan reclame in het afgelopen jaar.
Nederland loopt achter
Volgens Van Dalen, loopt Nederland achter op het gebied van inperking van reclame voor alcohol. ‘Als enige land in Europa is het hier toegestaan voor fabrikanten om aan zelfregulering te doen. Dit vind ik vreemd, aangezien alcohol kankerverwekkend is.’ Naast reclame in tijdschriften, in de bioscoop of op tv, wordt er ook veel reclame gemaakt in supermarkten. ‘De aanbiedingen van bier staan vaak al bij de ingang. Hou deze in het biervak. Of nog beter: verkoop alcohol alleen in slijterijen’ aldus Van Dalen.
Reclame werkt
Ondanks de verboden op reclames voor alcohol blijft er dus nog veel geld naartoe gaan. Het is voor fabrikanten lastig om de consument te bereiken. Zo mag er tussen 7.00 en 21.00 geen reclame voor alcohol gemaakt worden op radio en tv. Ook mogen supermarkten niet meer stunten met alcoholprijzen, de kortingen mogen niet hoger oplopen dan 25 procent. Fabrikanten willen ervoor zorgen dat de naam van hun merk in de gedachten van de consument blijft. Reclame werkt, neem bijvoorbeeld het voorheen onbekende biermerk Birra Moretti. In 2021 maakte zij een goeie opkomst dankzij reclames.
Betere regelgeving
Volgens Van Dalen moet de verantwoordelijkheid voor de regelgeving niet liggen bij de industrie, maar bij het ministerie van Volksgezondheid. ‘In Nederland worden de regels rondom alcoholreclames opgesteld en gecontroleerd door de industrie zelf. Wij vinden dat deze zelfregulering moet verdwijnen en dat er een wettelijke regelgeving komt. Die is er al in Europa, maar Nederland heeft dit als enige land niet overgenomen. De schuld ligt dus niet bij de industrie, maar bij het ministerie.’ Op lange termijn hoopt Van Dalen dat de regelgeving effectiever wordt, om zo jongeren en risicogroepen te beschermen tegen alcoholreclames. ‘Het bestaande reclameverbod op tv en op de radio zou effectiever zijn als het van 21.00 naar 22.00 wordt verplaatst. Daarnaast is belangrijk dat de reclame in de digitale media wordt tegengegaan. In de digitale media is het veel makkelijker om een groot, en ook jong, publiek te bereiken. De content is moeilijk te controleren, daarom is het belangrijk dat we hierin een betere wetgeving krijgen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is er eigenlijk maar één oplossing, een totaal verbod,’ aldus Van Dalen.
LEES MEER...