De laatste cijfers over het gebruik van alcohol, tabak, drugs en slaap- en kalmeringsmiddelen. Ontwikkelingen in wetgeving, beleid en alcohol- en drugsgerelateerde criminaliteit en overlast. Dit alles vind je in het jaarbericht 2015 van de Nationale Drug Monitor (NMD) die deze week verschenen is.
Alcohol en tabak zijn nog steeds de meest gebruikte middelen in Nederland. In 2014 had ruim driekwart (77 procent) van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder het afgelopen jaar wel eens alcohol gedronken. Eén op de negen (11,5 procent) was een zware drinker, dat wil zeggen dronk minstens één keer per week ten minste zes (mannen) of vier (vrouwen) glazen alcohol op één dag. Het hoogste percentage (18,6 procent) zware drinkers werd in leeftijdsgroep 20 en 30 jaar gevonden. Ondanks de dalende trend in alcoholgebruik onder jongeren is het aantal ziekenhuisopnames door overmatig alcoholgebruik onder jongeren tot 18 jaar in 2014 verder gestegen. Een kwart van de Nederlanders rookte wel eens en 19 procent rookte dagelijks. Roken blijft nog steeds de belangrijkste oorzaak van ziekte en sterfte in Nederland. In 2014 werd 13,1 procent van de totale ziektelast aan roken toegeschreven.
Naast alcohol en tabak wordt cannabis het meeste gebruikt: één op de twintig Nederlanders van 15 jaar en ouder blowde in de afgelopen maanden. Een meerderheid (69 procent) van de actuele blowers gebruikt wiet, 17 procent hasj en 14 procent heeft geen voorkeur.
Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS) is een verzamelnaam voor stoffen die qua werking vergelijkbaar zijn met ‘traditionele’ illegale drugs, maar (nog) niet onder de drugswetgeving vallen en vaak worden geproduceerd om deze te omzeilen. De risico’s van het gebruikt van NPS zijn veelal onbekend en het gebruik lijkt beperkt, hoewel in Nederland sommige stoffen zoals 4-FA in bepaalde groepen, zoals (frequent) uitgaanspubliek, geregeld voorkomen.
‘Traditionele’ drugs worden vaker gebruikt dan NPS. Naar schatting gebruikte 5,6 procent van de Nederlandse jongeren en jongvolwassenen (15-34 jaar) in het afgelopen jaar ecstasy, 2,9 procent amfetamine en 3,0 procent cocaïne. Hoewel de verschillen tussen de landen voorzichtig moeten worden geïnterpreteerd, ligt het gebruik in Nederland boven het EU gemiddelde van respectievelijk 1,4 procent, 1,0 procent en 1,9 procent.
Het aandeel incidenten op grootschalige evenementen met ecstasy als enige drug was in 2014 iets lager dan in 2013 (56 procent versus 62 procent van alle drugsincidenten), maar de ernst nam wel toe. Werd in 2009 nog 7 procent van de ecstasyincidenten als matig tot ernstig gekwalificeerd, in 2014 was dit aandeel gestegen naar 28 procent.
Bij de productie van synthetische drugs in Nederland worden nieuwe productieprocessen gesignaleerd, waarbij bijvoorbeeld chemicaliën, die nog niet geregistreerd zijn als gecontroleerde stof, worden omgezet in chemicaliën die nodig zijn voor de productie. Er is een toename van ontmantelingen van laboratoria, opslagplaatsen en dumpingen van chemicaliën gemeld. Uit cijfers van strafrechtelijke instanties blijkt dat het aandeel van drugsdelinquenten onder alle verdachten in het strafrechtelijk systeem (van politie tot en met rechter) in 2014 9 procent bedraagt. Dit is meer dan in 2013. Van alle gedetineerden zat in 2014 16 procent in de gevangenis voor een drugsmisdrijf. In 2014 is in totaal 355,6 miljoen euro uitgegeven aan de bestrijding van drugsmisdrijven, waarvan het grootste deel naar de tenuitvoerlegging van (gevangenis)straffen voor harddrugsmisdrijven ging.
De NDM is een uitgave van het Trimbos-instituut en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie (WODC).
LEES MEER...