Van kinderen van wie beide ouders of verzorgers overgewicht hebben, heeft 17 procent zelf ook overgewicht. Als een van de ouders zelfs obesitas (BMI hoger dan 30) heeft, is het kind in bijna een kwart van de gevallen te zwaar.
Als de ouders geen overgewicht hebben, is dit bij minder dan 6 procent van de kinderen het geval. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Verder blijkt er een fors verschil in de mate waarin overgewicht voorkomt bij kinderen uit gezinnen met lage inkomens en gezinnen met hoge inkomens. In de laagste inkomensgroep is bijna een op de vijf kinderen te zwaar. In de hoogste inkomensgroep is dat iets meer dan een op de twintig.
Ook in grote steden zijn kinderen relatief vaak te zwaar. Van de kinderen in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag heeft 18 procent overgewicht, tegen een landelijk gemiddelde van 11 procent. Dit hangt onder meer samen met het feit dat in de steden veel lage-inkomensgezinnen en gezinnen met een niet-westerse achtergrond wonen.
Het Voedingscentrum geeft op deze website een reactie en biedt een aantal handvatten aan ouders voor het omgaan met een te zwaar kind. Zo wordt aangeraden om thuis (liefst aan tafel) te eten en om de etiketten van tussendoortjes en pakjes drinken te controleren op vet- en suikergehaltes.
Datum: 12/08/2016
LEES MEER...