Geen drugs

M’n eerste boek, de verhalenbundel Het Zinneloze Zeilen, verscheen in oktober van 1982. Ik was toen 24 jaar oud. Hoewel dat zich niet vertaalde in ontelbare verkochte exemplaren kreeg het boek redelijk veel aandacht, in de vorm van recensies, vermeldingen in overzichten van de nieuwe literatuur, letterkundige essays enzovoort. Men had het vooral over het ‘absurdisme’, de ‘onzin’, en de ‘opvallende mate van bullshit’. De bundel werd ook de literaire variant van de strips van Kamagurka genoemd.
Ik deed een aantal interviews voor kranten en weekbladen, werd een ‘originele stem’ genoemd, werd gevraagd voor de radio, en van lieverlede ook voor de televisie. Het programma dat me als eerste uitnodigde voor een opname, was Omnibus, gemaakt door de toenmalige NOS, en iedere week werd deze culturele show op een andere locatie gecapteerd, in een stad of een dorp waar iets bijzonders aan de hand was op het culturele gebied, bijvoorbeeld de opening van een bibliotheek, de voltooiïng van een museum, of de onthulling van een toevallig gevonden wandtapijt uit de vijftiende eeuw.

Toen ik werd uitgenodigd zou de show plaatsvinden in het gloednieuwe kunstencentrum van Drachten, en ik zocht op waar Drachten lag, en dat lag verdomd helemaal in het noorden van Nederland, wel 400 kilometer van m’n woonplaats Iddergem. Ik werd daar moedeloos van, en stond op het punt om het af te zeggen, maar m’n eerste vrouw Gloria zei: ‘Wij rijden met de Ford Escort naar Drachten, en verder geen gelul.’
En zo geschiedde. Het item met mij was aldus opgezet: ik zou eerst even geïnterviewd worden door de presentator (wiens naam ik na al die jaren vergeten ben), en daarna zou een lezer van Het Zinneloze Zeilen mij ook mogen interpelleren.

Het interview liep wel oké, en toen kwam de lezer aan de beurt, in dit geval een lezeres, een behoorlijk lekker meisje uit Groningen geloof ik. Dit meisje zei: ‘Het kan niet anders of je hebt dit boek geschreven onder invloed van drugs.’ ‘Nee, toch niet,’ zei ik, ‘ik heb nog nooit drugs gebruikt, behalve één keer een  joint en toen kreeg ik zodanig de diarree dat ik niet op tijd de wc kon halen, dus je kunt je de gevolgen wel voorstellen.’ ‘Je maakt mij echt niet wijs dat je niet onder de drugs zat bij het schrijven van dit maffe boek,’ hield het meisje aan.
‘Ik geef toe,’ zei ik, ‘dat ik een serieuze zuipschuit ben en allicht heb ik hele passages van Het Zinneloze Zeilen geschreven terwijl ik half tot driekwart dronken was, maar ik verzeker je, drugs kwamen er niet aan te pas.’ Dat meisje bleef maar doorgaan over die drugs, en dat iemand die zo’n boek schrijft op z’n minst coke, speed of heroïne gebruikt. En ik bleef maar ontkennen, zodat het op den duur hoog tijd werd dat de confrontatie tussen de lezeres en mij werd afgekapt door de interviewer. Dus Gloria en ik terug van Drachten naar Iddergem. Ik kan mij dat door drugs geobsedeerde meisje nog steeds voor de geest halen, en ook nu nog blijf ik ontkennen dat ik Het Zinneloze Zeilen of om het even welk boek van m’n  hand zou geschreven hebben onder invloed van drugs.

En weet je hoe dat komt? Ik wil geen drugs.

 

Reageer reacties (0)
LEES MEER...