'Mevrouw Wijne, mag ik u eens wat vragen? Wanneer wordt het weer leuk?' (Situatieschets: ik aan de telefoon met een meneer die zes weken en drie dagen niet gedronken heeft.) 'Tja,' zei ik om tijd te winnen, want ik was me bewust van mijn voorbeeldfunctie en had een paar seconden nodig om een diplomatiek antwoord te bedenken. Een antwoord dat zowel realistisch als optimistisch was. Een antwoord waar in de toekomst geen schadeclaim mee gemoeid zou kunnen zijn. ('U, zei dat het binnen drie maanden weer leuk zou zijn en dat was helemaal niet zo!')
Leuk, dacht ik, leuk, wanneer werd mijn leven weer leuk? Ik haastte me vijf jaar terug in de tijd en stond stil bij wat ongeveer de 45ste dag moet zijn geweest. Van mijn eerste honderd dagen was dit misschien wel de moeilijkste geweest. Ik had mezelf overtroffen, een persoonlijk record verbroken, maar leuk was anders. Ik voelde de hete adem van een terugval in mijn nek, of beter gezegd, frontaal in mijn gezicht. Op dag 45 hield ik nog nerveus de tel bij en overheerste een gevoel van kwetsbaarheid. Help. Hoe moet het verder? Heb ik nog lakens om te strijken? Keukenkastjes om te soppen? Zal ik voor een vijfde keer vandaag gaan douchen? Oh, wat verlangde ik ernaar om nergens naar te verlangen. Rust in mijn donder. Hulp van buitenaf was destijds ook heel welkom. Iets buitenaards. Ik wilde gedragen worden, zoals dat zo mooi heet. Fantaseerde over een vaderfiguur die me zou vertellen dat het goed was, dat ik sowieso goed ben, en dat ik geen speciale moeite hoefde te doen. Gewoon zijn, weet je wel. Adem in, adem uit.
Maar op zo'n vaag verhaal zat deze keurige meneer van begin zeventig waarschijnlijk niet te wachten. Die man wilde een houvast. Een datum in zijn agenda waar hij met een balpen een zonnetje omheen zou kunnen tekenen. Nog 23 nachten slapen en dan is het weer leuk. Leuk?
Wat is dat eigenlijk? Leuk dat zijn twee kinderen en een labradoedel. Ontbijt op bed op moederdag. Wat zit je haar leuk. Wat leuk dat je aan me hebt gedacht op mijn verjaardag. Hoe was het wellnessweekend met je zussen? Leuk. Leuk? Mijn leven was nooit zo leuk en dat is het gelukkig nog steeds niet. Maar kon ik hem dat zeggen?
Ondertussen, om de stilte te doorbreken, was hij zelf maar beginnen te vertellen. Over verslechterd contact met zijn kinderen. Over een uitstekende gezondheid die hij glas voor glas om zeep aan het brengen was. 'Ik viel op slaap op feestjes. Kon nergens anders meer aan denken.' Tussen de regels door hoorde ik het dilemma van de probleemdrinker die weliswaar buitensporig veel drinkt maar nog niet zijn rijbewijs en huwelijk is kwijtgeraakt en daardoor in de verleiding komt te denken dat het allemaal wel mee viel.
Oh jongens wat een herkenning. Ik kreeg het er benauwd van. En daardoor wist ik ineens wat deze bange lieverd nodig had. Geen datum maar een goeie ouwe geruststelling. Een dooddoener van jewelste, maar dat wat iedereen altijd het liefst wil horen. Het onverslijtbare, eeuwig werkzame: 'Wees niet bang. Het komt goed.' Dus dat zei ik. Zonder een spoor van ironie. Sterker nog, als hij gewoon zo doorgaat, komt het niet alleen goed maar wordt het ook nog eens beter. En dat is leuker dan leuk.
LEES MEER...