Foteit

Als kind heb je van die woorden, die je later nog gebruikt. Soms ben je er van overtuigd dat zo’n woord ook gewoon een normaal Nederlands woord is. Zo weet ik pas sinds vorig jaar dat ‘inmèmen’ NIET het Nederlandse en zelfs niet het Brabantse woord voor ‘insmeren’ is. Dat woord is geboren in huize Van Doorn, omdat mijn zus en ik het nu eenmaal zo uitspraken.

Foteit is ook zo’n woord. Een foteit is een olifant. Dat weet niemand. Dat weten alleen ik, mijn zus en mijn ouders.
Een paar jaar geleden zag ik bij Ikea een superschattige knuffelolifant liggen die van mij natuurlijk de naam Foteit kreeg. Ik moest die knuffel hebben, omdat olifanten nu eenmaal een hoog knuffelgehalte hebben.
Olifanten zijn net mensen: lief, slim, lomp, mooi, soms levensgevaarlijk, humoristisch en zelfbewust, ze gebruiken hun mimiek en zijn heel sociaal. En ja, ook olifanten kunnen verslaafd raken. 

Tien jaar geleden werden vier Aziatische olifanten in China uit handen van drugskoeriers bevrijd. De olifanten kregen structureel bananen met heroïne gevoerd, om ze een beetje onder de duim te houden. Toen ze eenmaal verslaafd waren, moesten ze hele bendes illegale handel China binnensmokkelen. In 2005 liepen de handelaars tegen de lamp en werden de olifanten uit hun handen gered. Maar ja, ze waren natuurlijk wel verslaafd.

Om af te kicken kregen de immense dieren methadon toegediend. In het begin minstens vijf keer de hoeveelheid die mensen normaal krijgen en dat werd steeds verder afgebouwd. Inmiddels hebben ze geen methadon meer nodig en wonen de ex-verslaafde olifanten bij andere families in de vrije natuur.  Ze zijn weer geïntegreerd in de olifantenmaatschappij. Sommige hebben zelfs een eigen gezinnetje opgebouwd.
Sinds ik dat gelezen heb, is de glimlach niet meer van mijn gezicht te krijgen.

En Foteit mag vanavond bij mij in bed slapen.

Reageer reacties (0)
LEES MEER...