Ik zit in mijn favoriete kroeg aan mijn favoriete plek aan de bar. Net om het hoekje met maar plek voor twee. Niemand die naast me kan komen zitten en ik kan alles perfect zien. Een kleine, ietwat dikke dertiger in een Noorse Trui met sneeuwvlokjes zit ook aan de bar. Het feit dat hij kaal wordt, heeft hij slim opgelost door een kek hipsterbaardje te laten doorlopen. Naast hem zit een vrouw, in een verwassen jurk met bloemmotief verveeld met haar wijnglas te spelen. ‘Ik hoor wel vaker dat ik op Arie Boomsma lijk hoor. Jij vindt het ook hé?’ Het meisje schrikt op en knikt wat verward van ja. ‘Ik wist het wel, dat hoor ik zo vaak. Maar daarmee vang ik ze niet altijd hoor, de vrouwtjes. Nee, ik heb een boek gelezen en het werkt echt. Bijvoorbeeld, wat is jouw lievelingscijfer?’ En voor het arme meiske antwoord kan geven, buldert hij ‘Is het zeven? Zeven? Het is zeven hè’ Ze knikt en mompelt dat ze er nog nooit over na heeft gedacht, maar dat als ze een cijfer zou moeten kiezen, het dan vast een zeker zeven zou worden. ‘Dat wist ik wel,’ kwettert de uit de kluiten gewassen kabouter vrolijk verder,  ‘werkt altijd. Alle vrouwen zijn ook hetzelfde. Altijd als ik op een mooie vrouw afstap en ik zeg ‘jouw lievelingsgetal is zeker zeven’ heb ik serieus altijd prijs.’ Het bloemenmeisje kijkt beteuterd in haar nog volle glas wijn en naar haar horloge. Shit, ze is er pas tien minuten.
Even verderop staat een stel dat of vreemdgaat of elkaar hebben gevonden na een slopende scheiding. Ze zijn er namelijk niet voor het eerst; elke week op dezelfde dag en op dezelfde tijdstip komen ze binnen. Ze kijken trots, want iedereen ziet vast hoe gelukkig ze zijn. In een hoekje van de kroeg staan de vijftigers hevig te zoenen. Zij likt aan de rand van haar glas en wrijft hem over zijn bierbuikje. Hij wandelt snel naar de bar en besteld een nieuwe ronde, terwijl hij schalks  knipoogt naar de waard en een knik naar zijn vriendin geeft die in de spiegel haar shapewear weer recht aan het trekken is. Hij zwalkt terug met zijn twee speciaal biertjes en als dank krijgt hij een lik over zijn wang en bijt ze zo hard op zijn lip dat het gaat bloeden. Vloekend loopt hij naar de wc, om vijf minuten later met een rood bebloed zakdoekje voor zijn mond weer terug te keren. Maar ze zijn verliefd en als je verliefd bent, krijg je bebloede lippen. Ze kussen het weer goed.
Ik kijk naar de andere kant en juich in stilte voor het bloemenmeisje; ze is weg. Ze is ontsnapt en vertelt haar vriendinnen waarschijnlijk nu dat ze zojuist de ergste date ooit gehad heeft. De kabouter kijkt wanhopig om hem heen en slaat een willekeurige voorbijganger joviaal op de rug. Nee, ook daar geen aansluiting. Ik drink mijn cola op en voor ik het in de gaten heb, hoor ik zachtjes in mijn oor: ‘Hey sexy, wat is jouw lievelingscijfer.’

2. Lul.