70 kaarsjes voor de koning van de horror

Dit artikel verscheen in december 2013 in Lef Magazine

Stephen King wordt in 1947 in Portland geboren, in zijn geliefde staat Maine, waar veel van zijn boeken zich afspelen. Vader King heeft al snel genoeg van zijn gezin en laat de opvoeding van Stephen en zijn broer over aan zijn vrouw. Periodiek onder beroerde financiële omstandigheden. Op zijn dertiende vindt King een doos met oude boeken van zijn vader in het huis van een tante. Het zijn vooral horror- en science-fictionboeken en vanaf dat moment is de jonge Stephen hooked aan het genre.  King studeert Engels aan de universiteit van Maine en leert daar zijn vrouw Tabitha kennen. Na zijn studie krijgt hij een baan als leraar Engels op een middelbare school. Inmiddels zijn er kinderen - drie stuks - en woont het hele gezin in een camper. Omdat ze moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen, schrijft King korte verhalen die gepubliceerd worden in tijdschriften voor mannen.
Ondertussen is de auteur bezig aan een verhaal over een meisje met bovennatuurlijke krachten. Uit onvrede en frustratie gooit hij het weg. Tabitha haalt het echter uit de vuilnisbak en haalt hem over om het naar een uitgeverij te sturen. Dit is zijn eerste boek Carrie. Hij krijgt er een voorschot van 2500 dollar voor, waar King een föhn voor zijn vrouw van koopt. Het is dan 1974.

Volledig onder invloed
Al voor zijn eerste boek verschijnt, raakt King verslaafd aan alcohol. Zijn eerste  28 (!) boeken - waaronder The Shining - schrijft hijvolledig onder invloed.  Later geeft hij toe dat de hoofdpersoon en alcoholist Jack (John) Torrance - Here’s Johnny! - geheel gebaseerd is op … zichzelf. Wanneer zijn moeder overlijdt, spreekt hij ook haar grafrede in beschonken toestand uit. Later gaat hij ook excessief cocaïne gebruiken; hij schrijft de roman The Tommyknockers (1987) met watten in zijn neus om het bloeden door  cocaïnegebruik te stelpen. Dat hij de roman Cujo schrijft, kan hij zich nauwelijks herinneren. Uiteindelijk grijpt zijn vrouw in. Ze pakt de vuilnisbak en een laken en kiepert de inhoud voor zijn neus op het laken. Als King de bierblikjes, lege sigarettenpakjes, cocaïne in flesjes en plastic zakjes en flesjes, cocaïnelepels vol snot en bloed, valium, Xanax, flesjes Robitussin, hoestsiroop en zelfs flessen mondwater ziet, besluit hij hulp te gaan halen. Sindsdien is hij in herstel en bezoekt hij tot op de dag van vandaag nog geregeld AA bijeenkomsten.

Waanzin
Stephen King zegt dat hij niet eerder in herstel is gegaan omdat hij als de dood was dat hij zijn creatieve talent zou kwijtraken wanneer hij zou stoppen. Deze gedachten brachten hem tot op de rand van de waanzin. De jaren erna bewijzen het tegendeel. In totaal heeft Stephen King meer dan 60 boeken geschreven. Het meeste  romans, fictie, maar ook non-fictie, novelles, korte verhalen, bloemlezingen, filmscripts  en scenario’s. In totaal worden er meer dan 300 miljoen boeken van zijn hand verkocht.

Dr. Sleep
Dr. Sleep is het vervolg op The Shining, dat King in 1977 schreef.  The Shining vertelt het verhaal van Jack Torrance, zijn vrouw Wendy en hun vijfjarig zoontje Danny. Jack is schrijver en alcoholist maar nadat hij de arm van Danny heeft gebroken en een ongeluk heeft veroorzaakt doet hij wanhopig zijn best om de fles te laten staan. Mede hierom neemt hij een baan aan als huismeester van het afgelegen, gigantische hotel Overlook tijdens de wintermaanden  in de bergen van Colorado. Samen met zijn gezin neemt Jack zijn intrek in het hotel. Zoontje Danny heeft een gave (The Shining) en voelt dat er in het hotel verschrikkelijke dingen zijn gebeurd en weer gaan gebeuren. Hij wil niet naar het hotel. Het gezin gaat toch… met alle gevolgen van dien.

Alcoholische avonturen
In Dr. Sleep maken we opnieuw kennis met Danny, inmiddels tegen de dertig jaar oud. Hij wordt nog steeds geplaagd door herinneringen aan de winter met zijn vader in het Overlook hotel. En hij heeft nog iets van zijn vader gekregen: zijn alcoholisme. Of zoals Danny het zelf zegt: ‘Ik dacht dat ik nooit zou gaan drinken, niet nadat ik had gezien wat het met mijn vader had gedaan. Soms hebben we het gewoon mis.’  Danny heeft ook nog steeds zijn gave, al is die in de loop der jaren afgenomen. Zijn alcoholisch avonturen (vechtpartijen en keer op keer ontslag) brengen hem naar het plaatje Frazier. Hij vindt er een baan en is vastbesloten zich er voorgoed te vestigen en nuchter te blijven. Op het moment dat zijn visioenen weer teugkomen, wordt de zucht naar alcohol hem te veel. Hij vraagt hulp aan zijn baas - een herstellend alcoholist - die hem mee naar een AA bijeenkomst neemt. Na zijn herstel gaat hij in een hospice werken waar hij zijn gave gebruikt bij stervensbegeleiding. Ze noemen hem Dr. Sleep.

Stam van wezens
Danny vindt een protegee in Abra, een jong meisje met een gigantische dosis van The Shining. Hun relatie is te vergelijken met die van de jonge Dan en Dick Halloran, de kok uit het Overlook hotel. De vijand is deze keer een groep engerds dat zich de Ware Knoop noemt. Een stam van wezens die zich voordoen als bejaarden die de Verenigde Staten doorkruisen in campers. Die je altijd ziet zitten in wegrestaurants. In werkelijkheid zijn deze mensen een soort familie van vampiers. Ze voeden zich niet met bloed, maar met de ellende van stervende mensen en… met de energie die vrijkomt als kinderen met The Shining langzaam sterven. Abra, dus. Dan en Abra gaan met een groep vrienden de strijd aan met de Ware Knoop. De apotheose speelt zich af waar eens het grote Overlook hotel stond. Het eeuwenoude verhaal tussen goed en kwaad. Een beetje jammer is dat je nergens écht bang wordt van de slechteriken.

Het boek leest echter weer ouderwets als een echte King trein. King doet datgene waar hij het allerbest in is: het vertellen van een goed verhaal. Het is een horrorboek doorvlochten met de realiteit van een herstellend alcoholist. King schreef het vervolg omdat hij zich altijd al was blijven vragen hoe het gelopen zou zijn als Jack Torrance ooit de AA had ontdekt.