'Op 5 mei 2012 veroorzaakte ik een ongeluk. Van deze dag kan ik me niets meer herinneren. Ik ben die ochtend – blijkbaar – zwaar onder invloed in mijn auto gestapt. Ik herinner me nog dat ik ’s nachts een beetje bij ben geweest in het ziekenhuis, ik weet namelijk nog schimmig dat ik naar mijn tas heb gegrepen en dat miniflesje Vieux achterover heb geslagen.'
Dit artikel verscheen in augustus 2014 in Lef Magazine
Tekst: Teddy Tops
Beeld: Mitch van Schijndel
'Het eerste dat ik voelde waren de nek brace en de barstende koppijn. Toen ik de dag erop mijn ogen open deed stonden mijn vader, mijn zoon en de dominee aan mijn bed. De angst in mijn zoons ogen was net zo raak als die suis in mijn kop.
Losbreken
Op mijn negentiende ging ik uit huis, met een vriendinnetje ging ik het avontuur aan. Daar kwam veel drank bij kijken, van drugs ben ik nooit geweest. Op een gegeven moment ruilde ik als modepoppetje mijn baan in een boetiek in voor een baan in de coffeeshop. Ik ging op mezelf, en werd verliefd. Op een coke snuivende, whisky drinkende zware jongen. Hij was natuurlijk heel fout en gevaarlijk, maar dat vond ik wel spannend. Ik was 24 en hield van die vent. Een jaar later was ik getrouwd en zwanger. Dat ik op deze manier geen kind kon opvoeden wist ik zelf ook wel.
Mijn moeder heeft me in huis genomen en voor me gezorgd tijdens de zwangerschap en bij de geboorte van mijn zoon Kiki. Zij was in die tijd echt mijn backbone. Ze heeft me uit gevaarlijke situaties gered en voor mijn zoon gezorgd, ze nam alle belangrijke beslissingen in mijn leven voor me. Van mijn vriendjes tot mijn financiën. De reden dat ik eerder uit huis ging – haar ‘bemoeizucht’ – maakte nu dat ik er weer terug was. Ik kon haar zorgen en advies heel goed gebruiken.
In 2007 overleed ze in mijn armen aan een euthanasieprik. Kanker. Ik ben dat rouwproces niet uitgekomen, en viel in een diep gat. De jaren daarop ging ik elk jaar een keertje vaker naar de detox, om even bij te komen. Ik lag weken op bed, te zwak om een broodje te pakken, maar sterk genoeg naar de fles te reiken. En dan weer doodberoerd papa bellen: 'Pap, het is weer zover'. Aan het eind dronk ik om mezelf in slaap te houden. Ik huilde, sliep, en dronk.
Sky high
Een week na mijn ongeluk kwam ik via mijn toenmalige knipperlichtrelatie bij een Safe House, waar me werd gevaagd of ik naar een kliniek in Amsterdam wilde. Dat was me te dichtbij. ‘Schotland dan?’ Nee hoor, veel te koud. ‘Bangkok?’ Ja, moesten we maar doen. Datzelfde weekend vloog ik naar Bangkok. Mijn hoofdpijn was ondraaglijk geweest. Ik probeerde hem die week met alcohol te dempen, maar dat maakte alles alleen maar erger. Ik dacht dat ik dood ging, ik was zo gruwelijk beroerd.
Ik zat geknield naast het bed. In mijn slaapkamer van de bijzonder luxe kliniek in Bangkok had ik een moment van overgave. Eerst vond ik Bangkok verschrikkelijk. Het was er te warm, en het eten te vies. Ik was me aan het verzetten - kon de hulp nog niet aanvaarden. Tot ik een week na binnenkomst midden in de nacht in mijn slaapkamer op mijn knieën ging.
‘Help me alsjeblieft’, vroeg ik hardop. Het knokken was opgehouden, ik was op. Ik vond een soort rust die ik nooit eerder had gevoeld. Vanaf dat moment liep ik de hele dag met mijn opschrijfboekje rond. Ik was zo ijverig, ik wilde alles in me opnemen. Ineens had ik het gevoel dat het allemaal wel goed zou komen.
Nieuwe levens
Terug in Nederland zette ik de positieve lijn door. Ik hield me aan de stappen en volgde alle adviezen op, heb nog een half jaar in een Safe House gewoond en kon de onaffe shit opruimen die ik achter had gelaten. De knipperlichtrelatie had in deze tijd afstand genomen, een relatie moest ik maar even uitstellen volgens de organisatie. De fellowship in Bangkok was hechter dan hier, maar ik heb daar geleerd dat je aan een klein maar sterk groepje meer dan genoeg hebt.
Toen ik uit dat Safe House kwam, kreeg ik mijn taakstraf. Dat is wel een les in nederigheid hoor. Drie maanden lang moest ik – in zo’n foeilelijk oranje vestje – de speeltuin bij mij in de buurt schoonhouden. Na een poosje werd ik er wel zen van. Maandag, dinsdag en woensdag had ik mijn taakstraf en donderdag en vrijdag was ik bij de assistent activiteitenbegeleider bij Jellinek Minnesota. Mensen kunnen helpen met je eigen bagage is fijn. Daarom doe ik nu een opleiding ervaringsdeskundige en begeleid mensen met een diagnose bij het wonen en leven. Ik ben geen thuishulp hoor, ik ga niet schoonmaken. Sommige mensen hebben hele heftige verhalen, in de meesten vind ik wel een puntje van herkenning.
We hebben net een nieuw huisje, mijn vriend – ja, dat knipperlicht – en ik. Hij is sinds afgelopen jaar counselor en ervaringsdeskundige. We hebben het goed, met een fantastisch nieuw huisje en een piepnieuw hondje.’ Mo, een Bordeaux dog van maar amper negen weken springt in een aangelegd stukje tuin. ‘MO! Dat mag niet he! Ja, het is een boef hoor. Het is mijn vriends eerste pup. Ik zit hier heerlijk; in mijn stad, met mijn vriend, hond en parkiet.
Ik ben trots op mijn zoon. Hij is nu 25 en met zijn meissie op zoek naar een huisje in Almere. In mijn negende stap was hij de eerste tegen wie ik sorry zei. Nu leid ik een leven waarin ik geen sorry hoef te zeggen. Echt waar, die rust in mijn donder is me zoveel waard. Ik wil mensen heel graag helpen dat te vinden.'
Dit artikel komt uit de rubriek 'Rock bottom'. Rock bottom betekent letterlijk de bodem van de put raken. Het absolute dieptepunt in een mensenleven. Echter, dit symbolische dal betekent in veel gevallen ook een keerpunt. Voor veel mensen is rock bottom dat moment dat ze beseffen dat er actie moet worden ondernomen.
Datum: 17/05/2017
LEES MEER...