De Dodelijke Drug Drank

Het leven van Eva (46) is getekend door verslaving. Na haar moeder, halfbroer en broer overleed drie jaar geleden ook haar partner Bob mede aan de gevolgen van verslaving. ‘Ik zou willen dat we eerder hadden geweten wat herstel inhield.’

Dit interview verscheen in februari 2015 in Lef Magazine.

Tekst Janita Elings
Fotografie Marjo van de Peppel-Kool

‘Mijn liefde voor mijn partner Bob was onvoorwaardelijk. Ja, hij dronk. Dat wel. Hij was lief, aardig en we hadden een geweldige relatie. Ik kon er niks aan doen dat hij verslaafd was, ik zag het als een strijd die niet mijn strijd was. We genoten van de jaren die we in goede gezondheid doorbrachten. We waren gelukkig. Alleen als hij uit zijn werk kwam, pakte hij als eerste een biertje en dat stopte pas als hij naar bed ging. Hij kreeg mondkanker en kon behandeld worden, maar het was een hele zware operatie. Hij kon niet meer praten en eten. Die periode duurde ongeveer een jaar, waarin hij er langzaam weer bovenop kwam. Eenmaal uit het ziekenhuis, begon hij thuis weer met roken en drinken. Dat was heel zwaar voor me. Ik ben emotioneel heel stabiel, maar op dat moment brak ik. Ik wilde hem niet óók verliezen.

Moeder wilde reizen
Ik ging als laatste van het gezin het huis uit. Mijn moeder besloot dat ze meer van de wereld wilde zien. Ze vertrok naar Indonesië. We schreven elkaar brieven en hielden zo contact. Van de één op andere dag hoorden we dat ze was overleden. Niemand zag het aan komen. Ik wist dat ze alcohol dronk. Ik had nog geen idee dat het een verslaving was, die uiteindelijk de overhand nam. Pas toen mijn halfbroer en broer ook stierven aan de ziekte, kwam ik daarachter. Met mijn halfbroer Sjoerd had ik niet zo’n goede band. Hij ging het huis uit toen ik zeven was en ik sprak hem zelden. Toen mijn moeder overleed, nam hij alleen contact op voor zijn deel van de erfenis. Niet dat ik dat heel erg vond, zo konden mijn broer Sander en ik zorgen voor een mooie begrafenis voor mijn moeder. Tien jaar later kreeg ik een telefoontje van de vriendin van Sjoerd. Of ik hem op wilde zoeken, hij had levercirrose en was terminaal. Zijn laatste maanden sprak hij blijkbaar veel over zijn jeugd en over mij, zijn kleine zusje. Hij wilde me nog een keer zien. Ik wist niet of ik dat wel wilde; hij was inmiddels als een vreemde voor me. Een week later werd de keus voor me gemaakt, hij stierf.

‘Hij wist dat gebruik het einde van zijn leven zou betekenen, toch kon hij niet stoppen’


‘Ik ben de volgende’

Mijn broer Sander - ook een alcoholist - en ik gingen naar de begrafenis. Voor hem was het een dubbele klap. Hij stond daar en zei tegen me: ‘Ik ben de volgende die doodgaat’. We hadden een goede, hechte band en we spraken elkaar regelmatig. Ook sindsdien. Hij worstelde met zijn verslaving. We praatten daar regelmatig over en tijdens die gesprekken was hij heel emotioneel. Hij wilde zo graag stoppen, maar hij wist dat hij het niet zou winnen van de drank. Het was altijd sterker dan hem. Ik voelde me verdrietig en machteloos. Ik wist dat ik niks kon doen en dat het van hem moest komen. Hij had ups en downs, maar gleed wel af. Hij stopte soms met de drank en dan begon hij weer. Hij had suikerziekte, net als mijn moeder, en de drank sloopte zijn lichaam. Dat werd zijn dood, toen hij nog maar 36 was. Een enorme klap voor mij. Onvoorstelbaar, dat een verslaving zó erg kan zijn. We hadden er samen vaak over gepraat: gebruik betekende het einde van zijn leven. Toch kon hij niet stoppen.

Wijn op tafel voelde vertrouwd
Na zijn dood dacht ik veel terug aan het plotselinge overlijden van mijn moeder. Ik had haar dagboek al wel doorgelezen, maar ik deed het opnieuw. Zinnetjes als ‘vandaag heb ik wéér te veel gedronken’, vielen me steeds meer op. Verslaving is een erfelijke ziekte en alle puzzelstukjes vielen in elkaar. Ik kon plaatsen wat ik vroeger niet kon. Toen ik thuis woonde, stond er iedere avond wijn op tafel. Het voelde vertrouwd, ik was het gewend en als kind zag ik het kwaad er niet in. Ik denk dat mijn moeder meer ging drinken nadat iedereen het huis uit ging. Uiteindelijk waren het meerdere omstandigheden die haar te veel werden. Haar suikerziekte, de alcoholverslaving en een grote tegenslag. Uit het rapport van de lijkschouwing bleek haar doodsoorzaak het toedienen van te veel insuline.

Da’s mijn zorg niet
Ik vind mezelf geen zorgzaam persoon. Mijn moeder zei vroeger altijd tegen me: ‘Je bent verantwoordelijk voor jezelf en je eigen leven, dat geldt ook voor de mensen die je ontmoet’. Ik weet goed te scheiden wat mijn zorg is en wat iemand anders verantwoordelijkheid is. Zoals de dochter van mijn partner Bob. De verantwoordelijkheid liet ik dan ook bij Bob en zijn ex-vrouw. Ik heb altijd bewust gekozen om geen kinderen te nemen. Toen Bob zijn rijbewijs verloor omdat hij te veel alcohol dronk, dacht ik: Tsja, dat is jouw probleem, niet de mijne. Pak de fiets, een taxi of bel je ex, maar ik ga niet voor je rijden. Aan de andere kant, toen hij in het ziekenhuis lag, kwam ik er elke dag.


‘Moet je nou alweer drinken?’


Bob en ik woonden vier gelukkige jaren samen toen hij mondkanker kreeg. Hij genas, maar eenmaal thuis begon hij wéér met roken en drinken. Ik vond het verschrikkelijk en kon het moeilijk verkroppen. Ik was ontzettend bang dat hij weer in het ziekenhuis zou belanden. Ik was mezelf niet en reageerde op een manier zoals ik helemaal niet wilde reageren. Dan werd ik boos en zei ik verwijtend: ‘Moet je nou alweer drinken?’ Terwijl ik niet uitsprak wat daadwerkelijk speelde: ik was bang ook hem te verliezen door de verslaving. Ik ging in therapie, werkte aan mijn gedrag en praatte er met Bob over. We deelden het verdriet en de angst. We praatten over zijn verslaving en hij wist ook niet hoe het anders moest. Door de mondkanker kwam hij wel tot het besef dat hij sterfelijk was. Hij zette wat op papier, een stuk tekst over als hij er niet meer zou zijn. Hij las het me voor en borg het daarna op. Ondanks de verslaving functioneerde hij maatschappelijk en sociaal gezien heel goed. Verbazingwekkend goed zelfs… Tot hij weer getroffen werd door kanker, lymfeklierkanker deze keer.

Waar ik zo bang voor was gebeurde, de geschiedenis herhaalde zich. Hij kreeg eerst chemo, daarna een stamceltransplantatie. Hij genas van de kanker. De zwaarste periode in mijn leven kwam daarna pas. De behandeling bleek te zwaar en hij kreeg complicaties. Het ergst waren de longproblemen, zoals een klaplong. Steeds ging het slecht, dan weer wat beter, dan kwam er wéér wat anders. Soms hielden ze hem in een kunstmatige coma en soms was hij wel aanspreekbaar. Het was een ontzettend emotionele tijd voor mij. Ik probeerde me sterk te houden. Ik hield iedereen op de hoogte en vertelde of Bob behoefte aan bezoek had of niet. Soms werd ik boos naar de artsen toe. Er was zo veel miscommunicatie. En keer op keer moest ik de artsen uit mezelf blijven vertellen dat verslaving ook een rol speelde in Bobs leven en dat dat ook gevolgen had voor zijn medische situatie. Na vier maanden ziekenhuisopnamen en een gevecht van leven op dood door de complicaties, raakte ik de hoop kwijt. Bob wilde niet opgeven. We praatten samen nog wel over zijn mogelijke dood. Dat was heel emotioneel, het verdrietigste dat er is, maar aan de andere kant ook goed en belangrijk. Ik had veel aan die gesprekken toen hij niet veel later overleed aan de complicaties.

Lieve Bob
De brief die Bob had geschreven, over als hij er niet meer zou zijn, las ik keer op keer na zijn dood. Het was zo’n ontroerende brief dat ik besloot hem voor te lezen op de begrafenis. Over zijn verslaving gaf hij toe ‘ik dronk en rookte te veel’, hij was er zich wel van bewust. En over zijn dochter en mij schreef hij hoe lief hij ons vond. Het waren Bobs laatste woorden, de dingen waaraan hij aan dacht bij de gedachte aan zijn overlijden.

Heel veel mensen denken dat Bob aan kanker is overleden. Dat is helemaal niet zo, hij is genezen. Hij stierf door de complicaties van een veel te zware behandeling. Want ja, zijn lichaam kreeg al zoveel te verduren door de drank en de eerdere mondkanker. Het is nog maar drie jaar geleden. Ik ben daarna allerlei therapieën gaan volgen om de horrorscenario’s in het ziekenhuis te verwerken. Trauma-, groeps- en rouwtherapie. Ik ben nu bezig met mijn herstel, niet van een verslaving, maar van de gevolgen van verslaving. Ik mis Bob heel erg. Hij was ontzettend liefdevol en aardig voor mij. Hij had nooit een vervelende dronk. Eerlijk gezegd kende ik  hem nauwelijks zonder drank.

Het is moeilijk om mensen te verliezen die zo dichtbij staan en sinds Bobs overlijden kan ik niet meer verder op het niveau van ervoor. Vroeger kon ik echt genieten van een middag lekker lui op de bank liggen en een boek lezen, een uitgebreide wandeling maken of van lekker koken. Nu kan ik dat niet meer. Gelukkig komt het wel langzaam steeds meer terug. Ik kan ook niet meer werken in hetzelfde tempo, ik had een dynamische baan en nu zit ik zonder werk. Ik ben eerder al te snel gegaan. Een jaar nadat mijn partner overleed, deed ik alles om maar niet in een depressie te raken. Ik bleef bezig zodat ik geen tijd had om mijn angsten onder ogen te zien. Ik liep toen stage bij een interventieteam en omdat ik sneller ging dan ik kon, moest ik daarmee stoppen.


‘Nu ben ik in herstel. Niet van een verslaving, maar van de gevolgen van verslaving’


Herstel is een cadeautje
Het was daar voor het eerst dat ik aanraking kwam met het twaalfstappen model. Ik leerde het model toepassen in mijn eigen situatie. Op het moment dat ik onrust voel, moet ik juist weer rust zoeken. Bijvoorbeeld als ik nu denk dat ik wil werken, moet ik op zoek naar de onderliggende gedachte. Die gedachte is niet dat ik werk zo leuk en fijn vind, maar omdat ik een depressie wil ontvluchten of omdat mensen van mij verwachten dat ik na drie jaar wel weer normaal moet functioneren. Het programma maakt me bewust van mijn eigen vluchtgedrag. Ik leer die dingen benoemen en onder ogen zien, anders kom ik er niet verder mee. Ik vond het heel bijzonder om te zien dat er ervaringsdeskundigen werkten bij het interventieteam. Wat is dat belangrijk, zeg! Het is heel goed dat zij er zijn in de verslavingszorg. Neem de situatie van mijn broer of partner. Zij wilden beiden stoppen, maar dachten dat het hen niet zou lukken. Dat werkt als een selffulfilling prophecy.

Hoe mooi zou het zijn, als er op dat moment een ervaringsdeskundige is die diegene erop wijst dat het inderdaad geen makkelijke weg is, maar dat het wel mogelijk is. Iemand die zegt: ‘Kijk, ik ben het bewijs dat het wél kan. Het is mij ook gelukt, waarom zou het jou niet lukken?’ Ik zou willen dat mijn broer, mijn partner en ik eerder wisten wat herstel inhield en een ervaringsdeskundige hadden getroffen.  

Ik ben veel mensen die dicht bij me stonden, kwijtgeraakt aan verslaving. Daardoor heb ik heel veel respect voor iedereen die het wel is gelukt. Die wel in herstel zijn, die de stap durfden te zetten. Ik vind het heel mooi om te zien dat het zo kan gaan. Ik weet dat het elke dag een worsteling is en dat je er ontzettend hard voor moet werken. Herstel is iets prachtigs, echt een cadeautje.’

De namen van Bob en Sander zijn gefingeerd.

Reageer reacties (0)
LEES MEER...