Reportage ARM: Ride the line

47 glimmende motoren, meest Harley Davidson, gedomineerd door stoere mannen en vrouwen. Zó stoer dat ze keihard ‘ja’ zeggen tegen het uitdragen van herstel, op een manier waar wij nog iets van kunnen leren. Ruige types met hartjes kleiner dan je kleinste teennagel. Lef is bij Association of Recovering Motorcyclists (ARM) en Recovering Women Riders (RWR).

Tekst Jolande Bastiaans en Linda van Doorn
Fotografie Glenn Cornelisse

Deze reportage verscheen in oktober 2016 in Lef Magazine

We volgen de muziek op een industrieterrein in een buitenwijk van de Zweedse stad Göteborg, Thunderstruck van AC/DC. Daar moet het zijn, denken we. Aangekomen op de plaats van bestemming bevinden we ons in een regelrecht testosteronhol. Rijen motoren staan te glimmen in de zon. Mannen met bovenarmen als getatoeëerde boomstammen, woeste baarden, vlechten tot op de billen, leren jacks en versleten spijkerbroeken staan in een kringetje zware shag te roken. Het kapotte asfalt achter het bikershouse is overwoekerd met onkruid. Dit is een mancave in het kwadraat. Om het bikershouse binnen te komen, moet je via een verroeste rijplaat, aangelegd om motoren naar binnen te rijden. Binnen ruikt het naar olie, brandstof, mannenzweet en uitlaatgassen. Een uit elkaar gehaalde motor staat in de hoek, met de onderdelen verspreid eromheen. De trap op, want daarvandaan klinkt geroezemoes. Boven is de kantine - zwart met oranje, de clubkleuren - en daar zit de hele bende. Zo’n vijftig barbaars uitziende mannen en vijftien stoere vrouwen zitten aan het ontbijt. Geen hompen rauw vlees, maar boterhammen en schijfjes komkommer en tomaat. Op de tafels staan pakken Apelsinjuice en theedoosjes. Wie goed kijkt - vooral naar het embleem op de leren jassen - ziet dat dit een wel heel bijzondere groep bikers is. Een fles alcohol, een wietplant en een handvol pillen met daar een streep doorheen. 
Onze binnenkomst wordt opgemerkt, we houden onze adem in, want het geheel ziet er gevaarlijk uit. Dan komt iedereen in beweging, we worden geknuffeld, handen worden geschud en koffie ingeschonken. We zijn bij de Association of Recovering Motorcyclists (ARM) en Recovering Women Riders (RWR).
En we zijn meer dan welkom.

Een way of life
‘Ik was altijd al een biker’, vertelt de president van ‘chapter 46’ terwijl hij een kop dampende koffie voor ons neer zet. Zijn echte naam is Stephan, zijn roadname is Bacon. Hij is 62 en met pensioen. ‘In 2003 ging ik voor het eerst naar de AA. De eerste jaren dat ik clean was, reed ik niet. Middelen hoorden erbij, er werd veel gedronken en dat was mijn wereld niet meer. Toen leerde ik de ARM kennen. Ik ben dankbaar voor de AA en de 12 stappen, they got me sober. Maar dit maakt me écht gelukkig. Lid zijn van ARM is niet zomaar een aanvulling op je herstel, het is een way of life.’
Om president van een chapter te worden, moet je gekozen worden door de groep. Dat gebeurt op basis van vertrouwen en respect. Een beetje hiërarchisch is het wel, maar lang niet zo erg als bij een ‘normale’ motorclub. Stephan: ‘Ja, ik zou op kunnen staan en zeggen: ‘ik wil het zo en niet anders’, maar dat is niet de manier. We behandelen elkaar gewoon vriendelijk en met respect.’ 

'Stephan: 'Natuurlijk komt terugval ook bij ons voor. Dan bezoeken we samen meetings, helpen diegene zijn herstel weer op te pakken'' 

 Destigmatisering 2.0
In de ARM draait het grotendeels om herstel. Elke woensdagavond eet de groep samen, en op zaterdagochtend ontbijten ze. Men helpt elkaar, praat over herstel en stimuleert elkaar om naar de AA of NA te gaan. Maar hoe zit dat dan met anonimiteit? Want op pad gaan met een verbodsbord van alcohol en drugs op je rug, valt op. Stephan: ‘Als mensen ARM zien, weten ze dat we recovering addicts zijn en dat is prima. We respecteren de traditie, maar we mogen toch trots zijn op ons herstel?’
Destigmatisering 2.0: Een motorbende met ruig uitziende types die stuk voor stuk zo lief zijn dat het bijna aandoenlijk wordt. Zonder criminele activiteiten, zonder middelen, maar mét een boodschap: wij zijn herstellend verslaafden en wij zijn er trots op.  
 
Terugval is nooit einde oefening
Nog terwijl we boven met de president zitten te praten, worden buiten motoren gestart. De vloer trilt er van en we haasten ons naar beneden. Tijd voor de safety check. Robert (roadname Robban) vraagt of iedereen de handgebaren kent en vertelt dat we zo’n honderd kilometer gaan rijden en drie keer zullen stoppen.  De groep vormt een grote kring, tijd voor de Serenity Prayer, denken we.  Maar het is niet het AA-gebed. Hier wordt gebeden voor een veilige rit.
De motoren worden bestegen en wij wurmen ons achter in de volgauto die wordt bestuurd door Danne. Danne behoort tot de prospects, aspirant-leden, die in afwachting zijn van een volledig lidmaatschap. Als unaniem is besloten dat je goed in herstel zit en iedereen je vertrouwt, ben je een ‘echte’ ARM’er. Maar dan? Als je terugvalt? ‘Ja, hoewel het maar sporadisch voorkomt, vallen ook hier mensen terug, dat hoort bij de ziekte’, zegt Stephan. ‘Dan bezoeken we samen meetings, helpen diegene zijn herstel weer op te pakken. We laten niemand vallen en sluiten niemand uit.’

Aanrijding met een eland
De rit begint spannend. Zogenaamde ‘blockers’ sluiten zonder pardon wegen, rotondes, op- en afritten af, totdat alle motoren weer in een keurige rij bij elkaar rijden. Daarna mag het overige verkeer weer door.  We rijden de stad uit, over een enorme brug in de richting van Malmö. De eerste stop is al na korte tijd, bij een haven. We kijken uit over het water, verderop ligt de stad.
Blikjes Fanta worden uitgedeeld en vicepresident Marcus (50) (in het dagelijks leven verkoper van schilderijen en tekeningen) kijkt tevreden om zich heen. ‘Mensen hebben een bepaald beeld van motorbendes en als we ergens stoppen, zijn ze in eerste instantie wat huiverig. Maar als ze ons horen praten over herstel en nederigheid, breekt een glimlach door op hun gezichten.’ Dat gebeurt bij Marcus zelf nu ook. ‘Nederigheid staat bij mij hoog in het vaandel. Als je nederig bent, groei je als persoon.’  
Eerder was hij zeven jaar clean, maar toen viel hij terug. ‘Ik deed het niet voor mezelf en dat werkt niet. Ik begon weer heel veel te drinken. Toen ik dronken tegen een eland reed en gewond raakte begreep ik: oké, ik moet echt stoppen met drinken. Dat is nu vier jaar geleden en sinds drie jaar ben ik lid van ARM. Ik heb dit nodig, zonder ARM blijf ik niet nuchter.’

 'Marcus: 'Toen ik dronken tegen een eland reed en gewond raakte begreep ik: oké, ik moet echt stoppen met drinken''

 Echte alcoholisten drinken niet
We vervolgen onze weg. De tocht voert door heuvelachtig gebied, langs het Zweedse platteland met typische, bordeauxrode huizen. Bij ons in de auto zit Peter, hij is ziek en kan daardoor niet rijden. ‘Echte alcoholisten drinken niet’, zegt hij. ‘Ik kán niet drinken omdat ik een alcoholist ben’, gaat hij verder. Hij vertelt dat de meeste bikers binnen ARM herstellen van een alcoholverslaving, maar dat amfetaminen ook populair waren.
Na halsbrekende capriolen, waarbij de linker rijbaan met het grootste gemak wordt geblokkeerd en er in tunnels extra gas bij wordt gegeven voor het geluid – ‘dit geluid bezorgt mij een harde lul’, grapt Danne – stoppen we op het schiereiland Onsala. 
Het restaurant waar we lunchen is besproken. Er staan kannen water op tafel en we krijgen een aardappelschotel, fricandeau met pepersaus en sla voorgeschoteld. Tijdens het eten hebben we kans met Robert (45) te praten, eerder was hij te druk met het regelen van alles wat vandaag geregeld moet worden. Robert werkt als sociaal werker met daklozen in Göteborg, binnen ARM onderhoudt hij contacten met chapters door heel Europa. ‘ARM is een soort 24-uurs meeting. Het helpt me om nuchter te blijven. De mensen zien het meteen als ik het verkeerde pad op ga en sturen me bij, dat doe ik ook bij anderen. We hebben geen drugs nodig, we hebben elkaar.’ Robert is al vijftien jaar in herstel en sinds 2004 lid van ARM. ‘Nuchter zijn is mijn eigen keuze’, zegt hij. ‘Ik kan drinken of drugs gebruiken, maar ik kies er voor om het niet te doen, want elke keer als ik gebruikte was ik totally fucked up.’ Robert heeft een uiterlijk waar vooroordelen over bestaan: grove baard, lang donker haar in een vlecht, zijn bovenarmen bedekt met tatoeages en zijn buik steekt trots vooruit. Maar zijn ogen stralen een en al vriendelijkheid uit en iedereen die in de buurt is, krijgt een warme glimlach. ‘We weten hoe we er uit zien, maar we hoeven onze haren niet af te scheren of onze tattoos te bedekken. We zijn gewoon bikers en we zien eruit als bikers, maar dan in herstel.’

Zwemmen geblazen
Als de magen gevuld zijn, gaan we naar buiten. De zon schijnt volop en we zijn aan zee. De leren jassen gaan uit. Een aantal gaat nog een stap verder; in hun onderbroek springen ze het water in. Rudie (roadname Peking) worstelt met een handdoek die hij om zijn middel heeft geslagen, om zijn ondergoed voor een zwembroek te verwisselen. Als het gelukt is, springt ook hij in het water. Rudie zou met zijn uiterlijk, diepliggende ogen, een blonde streep haar over het midden van zijn hoofd en verder kaal, grove gelaatstrekken, zo gecast kunnen worden in een film als de aanvoerder van een criminele organisatie.De speelsheid waarmee hij in het water duikt, om er weer uit te rennen en nog een keer te duiken, doet die typecasting direct teniet. Als hij is uitgespeeld, komt hij bij ons zitten. Rudie is vandaag een van de blockers. ‘Ja, daar moet je wel wat lef voor hebben’, lacht hij. ‘Maar het is leuk om te doen. Eind september is de end of summer run, dan zijn we met zo’n 280 motoren. Dan zijn er zelfs wel twintig blockers!’

 'ARM is een motorclub zonder criminele activiteiten, zonder middelen, maar mét een boodschap: 'wij zijn herstellend verslaafden en wij zijn er trots op''

 
In de rij voor een softijsje
Het is tijd voor het laatste deel van de rit. We rijden terug naar Göteborg. Dachten wij dat we het spannendste al hadden gehad, hartje centrum begint het pas echt. We stoppen voor rood, maar bij groen, rijden we door tot iedereen er is, ook al springt het stoplicht tussendoor meerdere keren op rood. De blockers sturen hun motor zonder blikken of blozen een trambaan op, om zelfs trams tegen te houden. Als iedereen voorbij is, rijden ze net zo nonchalant weer door. Het heeft iets militairs, alsof het koninklijk paar begeleid wordt naar het kunstmuseum in de stad. Dat is dan ook waar we stoppen. Aan de Avenyn, het paradepaardje onder de Götenborgse winkelstraten, is een plein waar alle motoren geparkeerd worden. Rechts staat het museum, met daarvoor het standbeeld van Poseidon. Voor ons ligt een langwerpige fontein, voorzien van tientallen waterstralen die in verschillende hoogten uit de grond spuiten. Maar de groep loopt collectief een stukje verder. Verbaasd kijken we waar ze naartoe gaan, tot we het zien. Zestig motormuizen staan keurig opgesteld, allemaal in de rij voor een ijscokraam. De een bestelt een naturel softijsje, de ander één met nootjes. ‘Smiley’ kiest voor discodip. Het is niet moeilijk te zien waar hij zijn roadname aan te danken heeft. Zijn glimlach wijkt niet van zijn gezicht, en zijn bandana staat vol smileys. 
Jens (51, hij heeft geen roadname) likt van zijn ijsje en heft zijn gezicht naar de zon. Hij komt uit Malmö en is vice-president en secretaris van chapter 41 daar. Hij is 9 jaar in herstel en sinds 2,5 jaar lid. ‘Ik rijd al sinds mijn achttiende maar was nooit lid van een club. Tot een vriend me over ARM vertelde. Vanaf het allereerste begin zijn we onafscheidelijk. Ik weet nu hoe leuk een leven in herstel kan zijn. Ik voel me vrijer dan ik me ooit gevoeld heb. Kijk eens om je heen, dit is gewoon één grote familie. We hebben allemaal hetzelfde probleem en we zijn allemaal gelijk.’ Jens, die in Malmö werkt als IT-director, neemt vaak zijn achttienjarige dochter mee. ‘Dat heeft iets preventiefs’, lacht hij. ‘Ze hoort allerlei levensverhalen, van mensen die dakloos waren of ooit in de gevangenis zaten en daardoor weet ze wat verslaving óók met mensen kan doen.’
Als het ijs op is, gaat de aandacht naar de fontein. Grote, bebaarde mannen rennen als jonge honden door de fontein en lachen als een waterstraal net op het juiste (of verkeerde, het is vanuit wiens oogpunt je het bekijkt) omhoog spuit. Na deze laatste stop, crossen we terug naar het bikershouse.

  'Zestig motordevils staan keurig in de rij... voor een ijscokraam'

Grattis Danne! (gefeliciteerd)
Na het avondeten is het feest. We proosten met cola en sinas op het dertigjarige bestaan van chapter 46. Leden uit andere chapters hebben cadeaus meegenomen en als die zijn uitgepakt is het tijd voor misschien wel het hoogtepunt van de avond. Smiley krijgt zijn ‘drie jaar clean badge’ en hij lacht zijn aanstekelijke lach. Dan wordt Danne, onze chauffeur, samen met zijn vrouw naar voren geroepen. Ze worden bedankt voor het bereiden van de heerlijke maaltijd en Danne wil alweer weg lopen als hij wordt tegengehouden. ‘Vergeet je niet iets?’ Niet-begrijpend kijkt Danne om zich heen, en dan trekt de president een stuk stof uit zijn jaszak. Het verbodsbord, het logo van ARM, zal vanaf nu ook op Danne’s motorjack prijken. Zijn vrouw huilt van blijdschap en ook wij pinken een traantje weg. Een nieuwe ARM’er is geboren.

De dag wordt in stijl afgesloten. We slaan onze armen weer om elkaars schouder en zingen al wiegend het lied Lean on me. Visualiseer dat even. Wauw.

Ben jij een motorgek en wil je dat ARM ook in Nederland start? Mail dan naar redactie@lef-magazine.nl. Wij bundelen alle aanmeldingen!

 

 

Reageer reacties (1)

Janny Meijerink(30. november 2016)

Ik vind ook dat dit er moet komen. Ik ben niet herstellende, maar heb wel jaren aan de zijlijn van de AA gestaan. Ik zou bijna wensen herstellende te zijn, alleen al om bij de familie te horen. 

LEES MEER...