De mooie zusjes Noort hebben alles mee in het leven. Zo gelijkmatig en gewoontjes als hun jeugd verloopt, zo bizar en verschillend zijn hun volwassen levens. Saskia ontpopt zich als dé bestsellerauteur van Nederland. Terwijl Marieke afglijdt in de zwarte kant van het leven. Om uiteindelijk weer als échte zussen samen te komen.
Dit artikel verscheen oktober 2016 in Lef Magazine
Tekst: Jolande Bastiaans
Fotografie: Esmée Franken
Zondagmiddag in Huize Frankendael Watergraafsmeer, Amsterdam. De nazomerzon komt binnen door de kamerhoge ramen van de prachtige, monumentale 300 jaar oude stadsvilla. In een vertrek bovenin de villa kleden de zussen Saskia en Marieke Noort zich om voor de fotoshoot. Veertig is het nieuwe dertig, dat wordt hier duidelijk. De beide dames - frêle, mooi en hip in strakke broeken met sneakers - lijken op elkaar zoals alleen zussen dat kunnen. Heel veel en toch bijna niet. Saskia is blond, Marieke een brunette. Het was een enigszins bevoorrecht milieu waarin zij opgroeiden, vinden ze zelf. Het gezin Noort, vader, moeder, Saskia (nu 49) en Marieke (nu 45). Vader is fotograaf met een eigen studio en fotografiewinkel, waar ook moeder werkte. ‘Ik heb goede herinneringen aan onze jeugd’, begint Marieke. ‘Onze ouders waren creatieve mensen; er kwamen ook veel kunstenaars over de vloer. Zodat het iets hippie-achtigs had. We waren zeker geen standaard gezin.’ ‘Een prima jeugd,’ beaamt Saskia. ‘Al kon ik wel merken dat onze ouders jong waren toen ze kinderen kregen. Ze waren zelf nog volop aan het feesten.’ De zussen wisselen groene thee af met cappuccino. Twee paar groene ogen zoeken elkaar af en toe op of de herinneringen wel overeen komen.
Keurige puber
Saskia vertelt dat ze eens met een nichtje alle drank die in huis aanwezig was heeft weggegooid. ‘Dat zal niet voor niks zijn geweest? Onze ouders waren zeker geen alcoholisten, hoor. Maar het huis was altijd vol visite en er was altijd een boel eten en drinken.’ ‘Ook vakanties waren leuk, alles kon en mocht, al moesten we zelf sparen voor bijvoorbeeld een surfplank’, vult Marieke aan. ‘We gingen vaak uit eten met het gezin. Onze ouders werkten hard, dus dat kon financieel ook.’ De puberzusjes Noort voldoen allebei aan de maatschappelijke verwachtingen. Ook op de middelbare school doen ze het goed. Saskia gaat naar de havo, Marieke kan - vier jaar later - naar het gymnasium. ‘Toen ik eenmaal begon uit te gaan - en ik was er vroeg bij, ik was veertien - was er wel meer ruzie in huis. Ondanks het feit dat ze zelf ook jong waren, mocht ik echt niet alles. Ik moest op een bepaalde tijd thuis zijn en er was één kroeg waar ik beslist niet mocht komen’, weet Saskia nog. ‘Toen ik eenmaal uitging was het voor mij makkelijker’, vertelt Marieke. ‘Ik mocht wel wat meer. Die ene kroeg, De Taveerne, stond bekend als drugshol en een hele foute tent. Pa en ma hebben Sas daar nog wel eens uitgesleept, terwijl ik daar op een gegeven moment gewoon naar toe ging en dat thuis ook zei. Zo van: ‘Fuck it. Ik blow niet, ik ben zelfs anti-blowen, maar ik ga daar wel heen omdat al mijn vrienden daar ook zijn.’ Ik was verder een keurige puber, hoor. Een gymnast, die in het weekend een paar biertjes dronk.’
Rollenpatroon
Het jongste zusje Noort werd beschouwd als de verstandigste van de twee. ‘Marieke is anders dan jij, werd dan gezegd’, vertelt Saskia. ‘Zij staat steviger in haar schoenen als het om verleidingen gaat.’ ‘Ik was ook echt serieuzer’, beaamt Marieke. ‘Al kwam jij vaak veel te laat thuis na het uitgaan. Dat durfde ik echt niet,’ vult Saskia aan. Het gezin verandert als Saskia op haar zeventiende op kamers gaat in Utrecht om journalistiek te gaan studeren. ‘Later heb ik nog een jaar Theaterwetenschappen gestudeerd, maar een universitaire studie bleek niets voor mij. Drie uur in de week college en de rest vrij, werkte niet.’ Marieke ging na het gymnasium Europese Studies doen aan de UVA en ook op kamers in Amsterdam. ‘Daar dook ik in het studentenleven en begon ik meer te drinken. Ik ging ook een jaar studeren in Bologna, daar deelde ik het huis met buitenlandse studenten. Ik ging toen wel redelijk los, ja. Ik dronk zeven dagen per week.’ Het rollenpatroon lijkt 180 graden te zijn gedraaid, als de zussen uit de puberteit zijn. Saskia is op haar 21e al klaar met haar studie, woont inmiddels samen met haar vriend, gaat aan de slag als journalist en krijgt op de leeftijd van 24 haar eerste kind.
Ik en mijn pilletje
Had Saskia haar leven een eind op orde als twintiger, bij Marieke slaat dan pas de onrust en onzekerheid toe. ‘Ik vond mijn studie eigenlijk niks. Wat kon ik daarmee? Ik werkte een tijdje als stewardess bij de KLM cityhopper en had nog dertien andere banen. Ik vond eigenlijk niets goed genoeg, inclusief mijzelf. In die jaren begon ook mijn xtc-carrière. Ik vond dat wel een mooi pilletje. De love-drug werd het genoemd. Er stond ook in alle kranten dat het niet verslavend was. Want daar was ik ondertussen toch wel een beetje bang voor: voor verslaving. Inmiddels woonde ik ook samen met de man met wie ik later zou trouwen en hij begon zich ook wat zorgen te maken over mijn gedrag. Eigenlijk was ik vanaf het eerste pilletje hooked. Ik kon alles en iedereen hield van me. In die tijd ontdekte ik ook discotheek Roxy, dé nachtclub van Amsterdam. Hip, hot, beroemd en berucht. Ik ging daar in mijn eentje heen en danste de hele nacht. Ik en mijn pilletje. Al snel ging ik daar eens per week naar toe. Mijn man mocht dat niet weten. Dit was van mij. Iedereen in de Roxy gebruikte pillen, alleen ik altijd meer en langer. Ik kon er gewoon niet mee stoppen. Eens per week werd al gauw alle weekenden die van donderdag tot maandagochtenden duurden. Tegen die tijd deed ik alles wat God verboden had.’
Braaf leven
Tijdens het gesprek luistert Saskia intensief naar haar zus. Af en toe knikt ze, alsof ze het nog weet. ‘In die jaren ging ik met man en - inmiddels twee - kinderen recht tegenover mijn ouders in Bergen wonen. Ik leidde een braaf leven met af en toe een uitspatting als een strandfeest. Mijn drugs bestonden uit zondagsmiddags een glaasje wijn drinken. Marieke ging met een ander soort mensen om. Dat was ook de tijd dat onze moeder steeds bezorgder werd om Marieke. Zij zag dat ze best wel een wild leventje leidde en had haar ook al eens betrapt op het slikken van een pilletje. Die bezorgdheid sloeg om in angst toen Marieke ernstig ziek werd. Ze kreeg een urineweginfectie die opsteeg naar haar nierbekken. Achteraf is dat een van de bijwerkingen van het slikken van xtc pillen geweest. Ze was ook uitgeput van al het feesten en de drugs. Toen de antibiotica niet aansloegen, kreeg ze bijna officieel de status van zorgenkind. Mijn ouders - met name onze moeder - maakten zich inmiddels continu zorgen.’
Intens eenzaam
Na haar instorting neemt Marieke een tijdje gas terug op drugsgebied. ‘Na die ziekenhuisopname nam ik nog maar af en toe een pilletje. Al duurde dat niet echt lang. De relatie met mijn vriend kwam op de tocht te staan. Het ging een paar keer uit en we maakten de afspraak dat we vier keer per jaar los mochten met de drugs. Dat hield ik dus niet vol. Dat hoefde gelukkig ook niet want ondertussen was de cocaïne in mijn leven gekomen. Dat kon ik veel makkelijker stiekem nemen omdat je dat minder zag. Zeker in het begin. Lang kon ik zo alle ballen in de lucht houden. Mijn vriend en ik trouwden en we kregen twee kinderen. Hij werkte hard en was altijd moe. En ik? Ik was intens eenzaam.’ Marieke kreeg het voor elkaar om clean te blijven tijdens haar zwangerschappen. ‘Borstvoeding geven kon ik niet. Dat vond ik wel makkelijk omdat ik dan ook weer los kon gaan. Lekker makkelijk die flesjes, zei ik dan. Ondertussen wilde ik een lijntje en een paar borrels. Een hele eenzame en een hele vermoeiende tijd.’
Leefstijlgesprekken
Dat Marieke doodongelukkig was, begon ook de omgeving op te vallen. ‘Mijn zus was nooit de vrolijkste en altijd moe en futloos,’ herinnert Saskia zich, ‘En ja, dat werd ondertussen wel eens fucking irritant. Ik herkende dat toen helemaal niet als ziek zijn. Onze moeder was ondertussen vaak bezig om voor Marieke en haar gezin te zorgen. Ze kookte, deed de boodschappen en ging met de kinderen naar het strand.’ In 2008 vroeg moeder Noort ronduit aan haar jongste of ze soms drugs gebruikte. ‘Dat gaf ik toe en heb toen ook aangeklopt bij de reguliere verslavingszorg,’ gaat Marieke verder. ‘Ook biechtte ik toen aan mijn man op dat ik meer drugs gebruikte dan hij dacht. Daar schrok hij van. Hij dacht dat ik alleen teveel dronk. Samen besloten we er tegen te vechten. En dat hielden we een jaar lang vol. We kregen leefstijlgesprekken, waarop ik twee maanden clean was en vervolgens terugviel. Wisten wij veel. We wisten niks. Hij zei: ‘Als je van me houdt, kun je stoppen’. Hij ging mijn urine testen en zette me zelfs een tijdje het huis uit. In 2009 gingen we definitief uit elkaar. De verslaving heeft ons huwelijk voorgoed de das om gedaan. In 2010 stortte ik volledig in. Ik voelde me zo mislukt.’
Pissig
Terwijl Marieke steeds verder afzinkt in haar verslaving, beginnen voor haar zus de glorierijke jaren. Na jarenlang als journalist gewerkt te hebben voor onder meer Viva, Marie Claire en Ouders van Nu, mag ze zich sinds 2003 auteur noemen. En wat voor een, ze is de meest succesvolste thrillerschrijver van Nederland . Sinds haar debuutroman Terug naar de kust zijn er 2.7 miljoen boeken van haar verkocht. ‘Met mij ging het goed, ja,’ knikt Saskia. ‘Al was ik ook wel net gescheiden van de vader van mijn kinderen, waar ik veel verdriet van had. En ik werkte heel hard. Ik kon bij mijn ouders niet terecht met mijn eigen pijn. Want inmiddels was de toestand van Marieke onderwerp één, twee en drie geworden. Dat was soms wel frustrerend voor mij, ook omdat ik zag dat alles wat mijn ouders deden, niet werkte voor Marieke. Ik werd dan een beetje pissig als ze weer eens langs Marieke d’r huis waren gereden. Marieke verpestte ook geregeld de sfeer. Ik herinner me van een vakantie met het hele gezin in Sevilla alleen nog maar Marieke, die als een woedende puber haar tijd uit zat te zitten. Als ik dan voorstelde om in een gezellig straatje een terrasje te pikken dan zei mijn moeder snel: ‘Doe dat maar niet voor Marieke, met al die drank.’ Nu weet ik dat onze moeder hartstikke co-dependent is, maar toen was het alleen maar irritant.’
Heel jaloers
‘Saskia d’r succes was voor mij jarenlang dé reden om te gebruiken,’ vertelt Marieke. ‘Ik was tegenover haar een volledige loser. Ik had geen fatsoenlijke baan en was financieel volkomen afhankelijk van mijn ex-man. Ik was heel wrokkig en boos. Zo van: ik ben de meest stabiele en intelligente van ons twee. Sas heeft havo en ik gymnasium, ik zou ergens lid van een raad van bestuur moeten zijn, een manager, maar ik was niets. En dan was ik ook nog eens verslaafd. Zij leidde in mijn ogen een perfect leven met alleen maar feestjes en leuke dingen. Ik was simpelweg heel jaloers.’ ‘Terwijl er ook echt wel een keerzijde zit aan dat ‘succesvolle’ leven,’ vervolgt Saskia. ‘Ik weet nog dat ik in die tijd eens aan onze moeder vroeg of er ook zoiets bestond als een opkickkliniek. Een hulppost voor mensen die niet verslaafd zijn. ‘Ook gezonde mensen hebben wel eens hulp nodig, hoor’, riep ik dan. Mijn ouders werden boos als ik zoiets riep. Jij bekommert je er te weinig om, was hun verwijt. Maar we deden allemaal maar wat. Wij wisten niet hoe wij als gezin Marieke en onszelf konden helpen. Ik zie nu in hoe hard professionele hulp nodig is voor familieleden en naasten van verslaafden.’
Omslagpunt
Voor Marieke begon een lange weg door diverse verslavingsklinieken in Nederland en daarbuiten. ‘Het lukte me niet echt om goed in herstel te komen. Steeds ging het een tijdje goed en dan viel ik weer terug. Ik had in die jaren een slecht contact met Saskia en een jaar lang hebben we zelfs helemaal geen contact gehad. De ruzie ontstond tijdens een sessie met familietherapeut Maarten Dammers. Maar eigenlijk begon op datzelfde moment ook mijn weg naar herstel. Die bijeenkomst was heel confronterend. Ik geloofde eigenlijk niet meer in herstel, maar voor mijn kinderen wilde ik het nog een laatste kans geven. Aan de kinderen is toen voor het eerst verteld dat mama verslaafd is. In de jaren daarvoor dachten ze steeds dat hun moeder werd opgenomen vanwege een depressie of burn-out. In feite zaten ze daardoor ook in de ontkenning.' Ook voor haar zus was de sessie een omslagpunt. ‘Ik was zo klaar met de hele situatie,’ beaamt Saskia. ‘Ik kon er niet meer mee omgaan. Ik vond de taferelen bij haar thuis volledig uit de hand lopen en niet meer veilig voor haar kinderen. Ik was woedend tijdens die sessie. Maar ik vond echt dat er iets móest gebeuren. Dat er ook iemand naar het belang van de kinderen moest kijken.’
Absolute dieptepunt
En dat was precies wat er plaatsvond. Marieke wist dat er een heleboel te gebeuren stond als ze nu haar verslaving niet voorgoed achter zich liet. ‘Ik was mijn zus kwijt, had maatschappelijk gefaald en nu zou ik ook nog mijn kinderen kwijt raken! Ik had mijn rock bottom al een paar keer geraakt, maar dit was voor mij het absolute dieptepunt. Ik ging voor de laatste keer naar een kliniek in Zuid Afrika en sindsdien ben ik nuchter. Nu lukt het me wel onder meer doordat er thuis openheid en eerlijkheid heerst. Daarnaast heb ik er keihard aan gewerkt om een meer tevreden en positiever mens te worden. Dat doe ik met het 12 stappenprogramma en een goede nazorg psycholoog. Ik zit niet meer in wrok en zelfmedelijden, ben iedere dag dankbaar dat ik fris en fruitig kan opstaan en niet meer in die afschuwelijke chaos en wanhoop hoef te leven. Ik neem nu mijn verantwoordelijkheden, ook als moeder. Als ik nu terugval, doe ik dat voor de ogen van mijn kinderen. En dat laat ik niet toe. Natuurlijk ben ik in de eerste plaats clean en sober voor mezelf - ik verdien een leuk leven - maar de kinderen zijn zo belangrijk voor me. Ze zijn nu elf en veertien en laatst zei mijn zoon tegen me: ‘Mama als jij weer gaat drinken ga ik naar papa en hoef ik je echt even niet meer te zien, hoor.’ Ze zijn allebei ook mee geweest naar mijn één jaar mijlpaal en mijn dochter heeft toen een praatje gehouden. Ze zijn trots op me, dat zeggen ze regelmatig tegen me.’
Thuis gekomen
In Saskia’s nieuwste boek Huidpijn heeft de hoofdpersoon Anne een zus die eindelijk loskomt van haar verslaving. Ook in het boek spreekt Anne haar frustratie uit over een zus die maar steeds terugvalt. ‘Natuurlijk is Anne niet dezelfde persoon als ik,’ verklaart Saskia. ‘Maar ik heb wel de ergernissen van de afgelopen jaren wat van me af kunnen schrijven. Ik ben verschrikkelijk blij dat het nu goed gaat met Marieke. Ik zie dat het kwartje is gevallen en dat ze haar leven weer op de rit heeft.’ ‘Sinds mijn herstel ben ik weer een volwaardig lid van het gezin,’ sluit Marieke af. ‘Ik hoor er weer bij en dat voelt als thuiskomen. Ik heb jarenlang verkloot door bokkend in een hoek te zitten of door afwezig te zijn. Na mijn terugkomst uit Zuid Afrika heb ik in eerste instantie geen contact gezocht met Saskia; ik wilde eerst laten zien dat ik het nu wel kon. We hadden allebei tijd nodig. Ik heb Sas een kaart gestuurd en gezegd: als jij eraan toe bent, spreken we af. Dat hebben we op een bepaald moment gedaan en dat voelde meteen goed. Ik mocht van Saskia als eerste Huidpijn lezen en daar was ik heel blij om. Ik wist: als ze dat aan me vraagt, zit het goed. Ik heb een goede band met mijn kinderen en ik heb mijn zus terug. Onlangs ben ik gestart met de opleiding tot verslavingscounselor. Ik ga aan mijn eigen leven beginnen. Ik gebruik de tools die ik geleerd heb en voel dat ik op de juiste weg ben.’
LEES MEER...