Speed, speed en nog eens speed

Wilma Bothmer – van de Bunt (55) weet als oprichtster van Moedige Moeders Nijkerk als geen ander hoe het is om te leven met een verslaafd kind. Al vroeg had ze in de gaten dat het niet goed ging met haar dochter, maar door een gebrek aan kennis en informatie werd te laat duidelijk wat dat dan precies was.

Dit interview werd in augustus 2013 gepubliceerd in Lef Magazine.

Tekst Renée Conradi

‘Mijn dochter Joanne (31) heeft een dubbele diagnose: naast haar speedverslaving heeft ze namelijk ADD. Die speed gebruikt ze als zelfmedicatie. Althans, zo ziet ze het zelf. Ze wordt er rustiger van in haar hoofd, zegt ze. Er komen dan minder prikkels binnen. Op dit moment heeft ze werk, daarom gebruikt ze doordeweeks Ritalin. Al is dat eigenlijk gewoon speed in afgezwakte vorm. In het weekend slikt ze bommetjes met speed. Zo kan ze relaxen, wordt het rustig in haar hoofd en is ze weer klaar voor de komende werkweek.’

Geen doorsnee kind
‘Joanne is altijd al een moeilijk geval geweest. In groep 1 kreeg ze al commentaar op haar functioneren. De lerares vond haar te gemakzuchtig, maar niets bleek minder waar. Ze vertelde thuis dat ze heel erg haar best deed, kinderen met een goed punt kregen namelijk een beloning. Dat wilde zij ook maar het lukte gewoon niet. Ze was geen doorsnee kind en daardoor viel ze buiten de groep. Toen is het pesten al begonnen. Uiteindelijk heb ik haar van school gehaald, ook omdat ik dacht dat ze beter zou functioneren in een kleinere klas. Op haar nieuwe Daltonschool ging het ook al gauw mis. Die vrijheid en zelfstandigheid in combinatie met ADD werkt natuurlijk voor geen meter. Maar goed, dat wist ik toen niet. In groep 8 kreeg ze problemen met de leraar. Daardoor moest ze weleens dagen op de gang zitten. Klasgenoten mochten dan niet naar haar kijken of met haar praten. Weer viel ze buiten de groep.’

 ‘Wij zagen jou als die hulpvragende moeder die een excuus voor het gedrag van haar dochter zocht’


Enige houvast
‘Als kind heeft Joanne altijd een verzorgpony gehad. Dat was echt haar lust en haar leven. Ze had er echt alles voor over. Op haar dertiende – toen ze nog niet gebruikte - werd die pony ziek en zonder het haar te laten weten hebben ze het beestje afgemaakt. Daar was ze zo kapot van. Het was een omslagpunt. Vanaf dat moment had ze zoiets van ‘schijt aan de hele wereld’ en deed ze alleen nog wat ze zelf wilde. Die pony was, wat er ook gebeurde, haar enige houvast. Het ging al niet goed met haar, maar vanaf dat moment ging het echt bergafwaarts.’

‘Een soort dyslexie’
‘Ook op de middelbare school functioneerde Joanne niet goed. Ze had een grote mond en op haar veertiende werd ze geschorst omdat ze een docent had uitgescholden. Het werd vrij snel duidelijk dat ze haar daar liever kwijt dan rijk waren. Ten einde raad heb ik haar daar ook van school gehaald en naar een vrije school gestuurd. Ik dacht dat ze daar kon werken aan de dingen waar ze wel goed in was. Ze is heel creatief en ik hoopte dat ze die talenten daar verder kon ontwikkelen. Maar weer die zelfstandigheid hè… Wat ik toen ook niet wist, was dat er op die school veel soortgelijke kinderen zaten die op een reguliere middelbare school hadden gefaald. Een hoop probleemjongeren bij elkaar die in alle vrijheid vrij weinig deden. Ze hebben daar wel geprobeerd te achterhalen wat er aan de hand was met Joanne. Verder dan ‘ze heeft een soort dyslexie  maar toch ook niet’ kwamen ze toen alleen niet.’

Drugs een eigen keuze
‘Op die school werd veel geblowd. Via een vriendinnetje kwam ik erachter dat Joanne dat ook deed. Dat verbaasde me, want ze zei dat ze anti drugs was. ‘Drugs is een eigen keuze’, riep ze altijd. Dat had ze in groep 8 geleerd bij een project op school. Dat interpreteerde ik toen al verkeerd, want nog steeds ziet ze haar speedgebruik als een keuze. Ik heb op haar ingepraat, gezegd dat het slecht is om te blowen, maar niets hielp. Ook is ze op haar veertiende begonnen met xtc. Ik weet niet eens meer hoe ik daar achter ben gekomen. Ik kreeg haar leventje met geen mogelijkheid op de rit. Thuis escaleerde het dagelijks en de zorg voor haar toen tweejarige broertje lijdde eronder. Toen Joanne acht was, zijn haar vader en gescheiden en vanaf dat moment stond ik er alleen voor. Joanne stond met haar gedrag altijd in het middelpunt van de belangstelling. Ik had het gevoel dat ik moest kiezen tussen mijn kinderen.’

Kinderbescherming
‘Uit wanhoop heb ik toen de kinderbescherming gebeld. Ik dacht dat het aan mij lag. Dat ik opvoedkundig tekort schoot en te weinig vaardigheden had om met haar ‘pubergedrag’ om te gaan. Zij hebben toen een onderzoek ingesteld en wilden met videohometraining observeren waar het mis ging tussen ons. Ik zag daar niets in, die camera’s draaide maar een paar uur per dag en op die uren zat Joanne meestal op school. In ieder geval, dat was de bedoeling. Er moest iets structureel veranderen. Ik wilde dat ze naar een internaat in Zetten ging, waar ze jongeren met gedragsproblematiek onderzoeken en behandelen. De gezinsvoogd was het daar niet mee eens, die zag in Joanne alleen een vervelend puberaal kind. Via een advocaat heb ik voor elkaar gekregen dat ze daar toch terecht kon, maar er bleek een wachtlijst van acht maanden te zijn.’

 

'Zolang Joanne niet inziet dat ze verslaafd is, kan ik niks voor haar betekenen’

 

Crisisopvang
‘Die maanden stonden in het teken van lapmiddelen. Ze ging van de ene naar de andere crisisopvang. Hier in Nijkerk hebben we één keer per jaar Boerenmaandag. Heel Nijkerk is dan een groot feest en die dag was echt heilig voor haar. In die periode zat ze in een crisisopvang in Deventer en koste wat het kost zou ze naar Boerenmaandag gaan. Ze liep weg en ging bij een vriend in een kraakpand logeren. Omdat ze onder jeugdzorg viel, is ze daar al vrij snel opgehaald door de politie. ‘Help, ik word ontvoerd!’, schreeuwde ze toen ze werd afgevoerd in een politiewagen. Dat nam natuurlijk niemand serieus.’

Jeugdgevangenis
‘Joanne werd toen ter observatie in een jeugdgevangenis in Groningen geplaatst. Ze was met haar ondoordachte acties een gevaar voor zichzelf geworden. Ze werd ontzettend kort gehouden en daar knapte ze zienderogen van op. Ik zag de oude Joanne weer terug. Voor het eerst zat ze in een regime. Als ik nu terugkijk, weet ik dat die structuur haar heel veel rust heeft gegeven. Rust die ze nodig had om überhaupt te kunnen functioneren. Ze hebben daar ook een aantal informatieve gesprekken met haar gevoerd om op basis daarvan een behandeling te starten. Zo ver is het alleen nooit gekomen. Na zes weken moest ze – geheel tegen het advies van haar behandelaar in – naar het internaat in Zetten. Zo was het acht maanden geleden nou eenmaal afgesproken.’

Geen goed idee
‘Al snel bleek dat internaat niet zo’n goed idee als het aanvankelijk leek. Ze wilde daar niet zijn en als ik haar verhalen moet geloven, was het makkelijker dan ooit te voren om daar aan drugs te komen. Of ze daar ook daadwerkelijk gebruikte liet ze in het midden. Er woonde een jongen die alle meisjes versierde. Joanne viel op hem, maar toen ze er niets meer van moest hebben begon hij haar te bedreigen. Ze was doodsbang en uit bescherming heb ik haar toen thuisgehouden. Waar ik in eerste instantie naar een advocaat stapte om haar in die instelling te krijgen, stond ik nu in de rechtbank om haar weer thuis te krijgen.
Dat lukte, maar thuis liep het voor geen meter. School ging niet, werken ging niet en haar dag- en nachtritme raakte helemaal verstoord. Het was een grote puinhoop. Soms kwam ze dagen niet thuis, dan logeerde ze bij vrienden. En toen ze bijna zestien werd, ontmoette ze een oudere jongen waar ze stapelverliefd op werd. Ze gingen al vrij snel samenwonen. Zij gebruikte en hij dronk erg veel, dat zocht elkaar natuurlijk op. Joanne was vastberaden om het heel goed te doen, om te laten zien dat ze het kon. Maar ook dat lukte niet,  en na een jaar gingen ze uit elkaar. In die periode is ze begonnen met speed gebruiken. Weer zat ik met mijn handen in het haar, ik wist niet wat ik moest doen en ik zag haar achteruit gaan.’

Diagnose add
‘Uiteindelijk ben ik zelf op onderzoek uitgegaan. Ik las veel en op een dag keek ik een televisieprogramma dat over adhd en add ging. Het kwartje viel meteen. Uit wanhoop schreef ik een verslag met een stappenplan zoals ze dat in de hulpverlening doen, en stuurde het naar Bureau Jeugdzorg en het Riagg. Ze deden er niks mee. Er ging een aantal jaar voorbij en op haar achttiende kreeg ik mijn vermoedens eindelijk bevestigd. Een gespecialiseerde instelling, die nota bene maar twintig kilometers verderop zat, diagnosticeerde Joanne met add. Je kunt het je nu niet meer voorstellen, maar in die tijd speelde die ziekte nauwelijks in de hulpverlening. Ik nam contact op met die gezinsvoogd van Bureau Jeugdzorg en vroeg waarom ze toen niks gedaan hadden. ‘Wij zagen jou als die hulpvragende moeder die een excuus voor het gedrag van haar dochter zocht’, was het antwoord. Daar moest ik het mee doen. Joanne was ondertussen achttien dus met de diagnose viel de hulpverlening weg. Ze wilde niks weten van die instanties, nog steeds niet.’

Helemaal opgepept
´Omdat ze in haar eigen onderhoud moest voorzien, ging ze wel aan de Ritalin. Zo kon ze gaan werken, maar overal ging het door haar toenemende drugsgebruik na verloop van tijd verkeerd. Toen Joanne 21 was, overleed haar vader op 46-jarige leeftijd. Ze droeg haar vader op handen dus zijn dood sloeg in als een bom. Vanaf dat moment is ze heel veel meer speed gaan gebruiken. Ik heb toen een uitvaartverzekering voor haar afgesloten. Die heb ik nog steeds. Dadelijk gaat ze dood en kan ik het niet betalen. Het kan elk moment misgaan. Ze wordt al tien jaar lang helemaal opgepept door de speed. Dat zijn overuren voor dat lichaam. Ze heeft een hoge bloeddruk, in combinatie met speed en Ritalin is dat levensgevaarlijk. Ik hoop dat het niet zover hoeft te komen.´

Uitlaatklep
'Zolang Joanne niet inziet dat ze verslaafd is, kan ik niks voor haar betekenen. Dat doet pijn, maar het is niet anders. Moedige Moeders is daarom een uitlaatklep voor mij, want voor anderen kan ik wel proberen iets te betekenen. Het drugsgebruik in Nijkerk is ongekend hoog. Op iedere mogelijke manier probeer ik informatie inzichtelijk te maken voor jongeren en hun ouders. Ik ben ervan overtuigd dat het belangrijk is om al vanaf jonge leeftijd te kijken naar hoe kinderen zich voelen. We geven onder andere  preventieve voorlichting op scholen en organiseren bijeenkomsten voor volwassenen en lotgenoten. Die bewustwording is zo belangrijk. Jongeren die met een hulpvraag bij ons aankloppen verwijzen we door naar de juiste hulpverlening. Dat is misschien nog wel het mooiste, want met Joanne is dat me door een gebrek aan kennis en informatie niet gelukt.’

Ik ook van jou
‘Vanaf het moment dat ik inzag dat ik niets voor Joanne kan doen als zij het zelf niet wil, gaat het beter tussen ons. Ik heb haar een tijdje terug een positieve brief geschreven. Daarin staat dat ik trots ben dat ze werk heeft en dat ik zielsveel van haar hou. Die heb ik bij haar thuis onder de deur door geschoven. Binnen vijf minuten stond ze hier huilend voor de deur. ‘Ik ook van jou’, kwam ze zeggen. Intuïtief is ze heel sterk, daarom blijf ik hopen op een ommekeer. Ze leest sinds kort zelfhulpboeken. Dat betekent in ieder geval dat ze met zichzelf bezig is. Ik hoop dat ze op den duur gaat inzien dat er ook een weg is zonder speed. Want die heeft ze echt niet nodig, om haar add onder controle te houden.’

--

Moedige Moeders
Stichting Moedige Moeders is  in 2004 opgericht door moeders uit Volendam die het drugsgebruik van hun jongeren niet langer lijdzaam aan konden zien. De Moedige Moeders willen ouders en verslaafde kinderen op iedere mogelijke manier ondersteunen. In navolging van Volendam zijn in heel Nederland afdelingen en werkgroepen ontstaan, waaronder ook in Nijkerk onder leiding van Bothmer – van de Bunt.

--

Update
Wilma: 'In Nijkerk is een andere wethouder gekomen die het drugsprobleem wat serieuzer neemt. Er een plan van aanpak gemaakt (geen beleid) en op papier staat het mooi. In de praktijk wordt er nog net zoveel, of meer, drugs gebruikt en daar wordt weinig aan gedaan. Het is de bedoeling dat er initiatieven vanuit de bevolking komen en die kunnen financieel ondersteunt worden. In de kerngroep ‘Stop drugs’, die daar over beslissen, zitten vijf professionals en geen ervaringsdeskundigen. Met de stichting ben ik gestopt. Ik ben alleen verder gegaan als Moedige Moeders Nijkerk, als  advies- en informatiepunt. Op dit moment ben ik bezig van het Preventief Jeugdbeleid en De Zwarte Vlekjes-theorie informatieboeken te maken voor ouders, onderwijs, hulpverlening, politiek en misschien ook voor pubers. Dit voelt voor mij zinvoller dan op de oude manier bezig zijn, wat mij vaak frustraties gaf.'

Reageer reacties (0)
LEES MEER...