Uren, dagen, maanden, jaren, schieten als een schaap door ’t veen. Mensen die mij goed kennen weten wat ik bedoel, anderen kijken mij vragend aan. Met deze uitdrukking geef ik aan dat de dagen wel erg snel gaan. Hoe ik aan deze uitspraak kom? Geen idee, gebruik hem al jaren. Gelukkig ben ik nu in wat rustiger vaarwater beland en het lijkt wel of de dagen voorbij vliegen. Je knippert met je ogen en…baf, weer een week voorbij.
Zo is het al een week geleden dat de magen en smaakpapillen, van zoonlief en mij, intens verwend zijn op de tiende editie van Culinair Zandvoort. Drie dagen lang zijn we ons te buiten gegaan aan heerlijk voedsel. De eerste dag viel de drukte mee. Het wat koud en de winterjas kon aan. De tweede dag was zeer zonnig en erg druk. Wat mij meteen opviel waren de vele grote glazen witte wijn. 'Oh, heerlijk', was mijn eerste reactie. Meteen vroeg ik mij af of dit zucht was of iets anders. Ik kwam tot de conclusie dat het niet zozeer de trek hebben in wijn was, maar meer het mooie ervan. Een mooi, chic glas met spa had net zo geweldig gestaan en natuurlijk maakte ik de associatie met zon gezelligheid en eten, want daar hoort wijn bij, denk ik dan. Na de mosselen, spareribs en de eend, smaakte mijn cola net zo goed.
De opmerkingen tegen zoonlief en mij op dag twee: 'Hė, zijn jullie er weer', veranderde op dag drie in: 'Hė, leuk dat jullie er weer zijn.' We hebben alle gerechten geproefd, en op de derde dag alleen gegeten wat we echt lekker vonden. Wat mij opviel is dat er die dag erg veel alcohol werd gedronken en dat dit op sommige mensen geen goede uitwerking had. Zo had ik bijna slaande ruzie met een ietwat beschonken vrouw die een stoel bijna onder zoonlief wegtrok omdat ze wilde zitten. Ik realiseer me dat als ik nog gedronken had, ik haar een slag voor d’r kop had gegeven. Dan durf je gewoon meer. Het bleef bij pittige woorden, waarbij ik de stoel weer uit haar handen trok. Wat ik toen naar m’n hoofd kreeg…
Het is weer eind van de week, dat betekent dat zoonlief morgen gaat koken. Het gaan pasteitjes met ragout worden en sla, want dat is groen en dus gezond. Kennelijk slaat de twijfel bij hem toe. Of ik het telefoonnummer heb van dat restaurant met de beste spareribs in town? 'Zeker wel', antwoordde ik. 'Hoezo?' 'Nou mam, dat is echt meer culinair dan mijn pasteitjes.' Ik vertel hem dat ooit zij ook zo begonnen zijn, met pasteitjes dus. Ik kijk naar zijn gezicht en zie opeens een lange puber slungelig voor me staan. Half kind en half jongeman. Ik probeer een arm om zijn schouders te slaan, maar hij is langer dan m’n arm. In gedachten zie ik opeens een kudde schapen door t veen denderen, jezus wat gaat de tijd snel, te snel.
Ik geef hem een knuffel, we lachen, en beginnen samen aan de pasteitjes, waar we een absoluut culinair hoogstandje van gaan maken, maar dan wel met sla erbij. En de beste ribs in town gaan we overmorgen bestellen, want dan is het tenslotte alweer een week geleden dat we ze gegeten hebben.
LEES MEER...