Op een zonovergoten terras raakte ik in gesprek met iemand die aan het tafeltje naast mij zat. Het ging al vrij snel over hoe mensen tegenwoordig langs elkaar heen leven. Na een uurtje concludeerden we dat de spontaan verzonnen term ‘oppervlakisme’ onze zorgen het best samenvatte. We vonden het een briljante term. Tevreden namen we afscheid. Ondanks dat het gesprek jaren geleden plaatsvond en oppervlakisme om meerdere redenen een lelijke term is, is het gesprek me helder bijgebleven. Als je langs elkaar heen leeft weet je nooit wat er echt in de ander omgaat. En dat terwijl iedereen wel iets heeft: niemand blijft zijn of haar leven lang vrij van belemmeringen. Tegelijkertijd wil niemand voortdurend geconfronteerd worden met de lelijke kanten van het leven, zeker niet die van een ander. Bovendien is het zo aanlokkelijk om weg te kijken als er voortdurend andere prangende zaken om je aandacht schreeuwen: je met zorg geconstrueerde Facebookpagina bijvoorbeeld. Maar waar de kern van jouw of andermans probleem ook ligt: financieel, in de familiesfeer, gezondheid, de liefde of een onfortuinlijke combinatie hiervan, met onverschilligheid red je het zeker niet. In mijn tijd bij Lef is me duidelijk geworden dat verslaafden en verslaafden in herstel zeker niet gebaat zijn bij onverschilligheid, maar vaak wel zo bekeken worden. Onwetendheid en desinteresse maken van hen een makkelijke prooi voor stigmatisering. En dus pleit ik nog steeds voor wat ik toentertijd op dat terras vond: weg met het oppervlakisme. Want het is een lelijke term.
LEES MEER...