Over de ziekte verslaving doen veel broodje-aapverhalen de ronde en iedereen is een expert. Zo zit het, en niet anders! Toch? Natuurlijk niet. Lef zet een aantal feiten en fabels over herstel en verslaving op een rijtje.
1. Verslaafden zijn slapjanussen: NIET WAAR
Verslaving is een ziekte, die niets te maken heeft met wilskracht. Verslaving wordt veroorzaakt door een genetisch risicoprofiel, en verslavende middelen en gedragingen veranderen het functioneren van de hersenen. Dit is aan te tonen op hersenscans. Verslaving veroorzaakt een verstoring in het beloningssysteem van de hersenen. Dat is een onwillekeurig system, en dus niet door wilskracht te beïnvloeden.
2. Alle verslaafden hebben dezelfde karaktereigenschappen: NIET WAAR
Er zijn geen collectieve karaktertrekken die iedere verslaafde bezit, zoals ook niet elke diabeticus dezelfde eigenschappen heeft. De verslaafde persoonlijkheid bestaat niet. Wel is er een wetenschappelijke indeling gemaakt: early onset verslaafden en late onset verslaafden. De eerste groep bezit meer genetische elementen. De late onset verslaafden, die tussen de 25 en 40 in de problemen komen, hebben vaker last van angst, depressie en sociale fobieën.
3. Het is veel moeilijker om van heroïne dan van bijvoorbeeld gokken of cannabis af te komen: NIET WAAR
Herstellen van een verslaving is een moeizaam en langdurig proces en het herstel van de ene verslaving is niet makkelijker dan de andere. Wel is het zo dat hoe langer de verslaving heeft geduurd, hoe langduriger het herstel zal zijn. Maar iedere verslaving is te behandelen.
4. Anorexia nervosa wordt veroorzaakt door het gedrag van de moeder: NIET WAAR
In de jaren tachtig dacht men dat de oorzaak van anorexia terug te vinden was in een dominante moeder. Inmiddels weten we beter: er zijn diverse factoren voor het krijgen van een eetstoornis. Deze zijn onder te verdelen in genetische factoren, psychologische factoren en sociale factoren. En daar heeft je moeder verder weinig mee van doen.
5. Verslaafden zijn verslaafd omdat ze veel problemen hebben: NIET WAAR
Ieder mens heeft problemen, groot en klein. Ongeveer tien procent van de wereldbevolking krijgt een verslaving, ongeacht het feit of er wel of geen problemen spelen. Niet iedere verslaafde heeft een slechte jeugd gehad. Hier besteden we het komende jaar in Lef aandacht aan in een serie artikelen onder de noemer 'Geen trauma, toch verslaafd'.
6. Eens een junk, altijd een junk: NIET WAAR
Een verslaving is goed te behandelen. Hij is alleen nooit te genezen. De gevoeligheid voor het verslavende middel/gedrag blijft levenslang. Therapie zal dan ook gericht zijn op stoppen met het middel of het gedrag, leren omgaan met zucht en leren omgaan met stress. Met aandacht voor die factoren is een verslaving heel goed te behandelen.
7. De hersenen van een verslaafde herstellen in de meeste gevallen na recovery: WAAR
Een verslaving is een verstoring van het beloningssysteem in de hersenen. Tijdens de actieve verslaving heeft het middel of het gedrag de hoogste prioriteit. Maar na het herstel en het stoppen geneest het beloningssysteem.
8. Er is één behandeling die het best is voor een verslaving: NIET WAAR
Wereldwijd zijn er steeds meer mensen in herstel, en dat kan op verschillende manieren. Je kunt naar de NA en/of de AA in je buurt, je kunt naar een kliniek, je kunt therapie via internet of verslavingscounselors. Langdurig, kortlopend, intensief en minder diepgravend: welke behandeling gekozen wordt, is een individuele keus. Wel hebben studies aangetoond dat hoe langer de therapie, des te groter de kans op herstel.
9. Pas wanneer je echt je rock bottom hebt bereikt, kun je succesvol in herstel: NIET WAAR
Er zijn verschillende redenen waarom iemand in herstel gaat. Sommigen bereiken inderdaad met een harde klap de bodem van de put en beginnen aan hun weg helemaal terug naar boven. Anderen worden er door hun naasten op de gevolgen van hun leefwijze gewezen. Weer anderen komen langzaam tot het inzicht dat het leven met een actieve verslaving geen leven is. Al deze redenen zijn valide en er is weinig verschil in slagingspercentages tussen bovengenoemde groepen.
10. Een terugval betekent het einde van het herstel: NIET WAAR
Een terugval is onwenselijk, maar niet het einde van de wereld en zeker niet het einde van herstel. De kans op een terugval neemt sterk af als je langer in herstel bent, maar verdwijnt nooit helemaal. Maar na een terugval is het niet altijd nodig om weer bij het begin te beginnen. Die weg heb je immers al eens afgelegd. En verder kan een terugval je meer inzicht geven in jezelf, je ziekte en je risicofactoren. De meeste verslaafden zeggen dat ze van een terugval hebben geleerd. Als je daarna de draad maar weer oppakt.
Datum: 04/10/2017
LEES MEER...