Nederlandse tieners drinken relatief veel. Dat komt waarschijnlijk door de tolerante houding van hun ouders. Dat blijkt uit enquêtes van het IJslandse onderzoeksinstituut ICSRA.
In de gemeenten die deelnamen aan het onderzoek had driekwart van de bevraagde jongeren ooit alcohol gedronken. Meer dan de helft deed dat nog in de maand voorafgaand aan de enquête. Dit is hoger dan het Europees gemiddelde. Een derde van de bevraagde jongeren is ooit dronken geweest. Bijna 20 procent was dat in de maand voor het onderzoek nog. Ook dat is hoger dan het Europees gemiddelde.
De enquêtes bevatten vragen over drank en drugsgebruik, de betrokkenheid van ouders en vrijetijdsbesteding. Ze richtten zich op de jongeren zelf. Uit zes Nederlandse gemeenten (Urk, Amersfoort, Texel, Hardenberg, de Kempe gemeenten en Súdwest-Fryslân) deden 4000 jongeren van 15 en 16 jaar mee.
Opvallend is dat Nederlandse jongeren relatief veel drinken, ondanks de grote ouderlijke betrokkenheid, wat in de regel een preventieve factor is. ‘De grote acceptatie door ouders verschilt met andere landen’, aldus de IJslandse onderzoeker Jón Sigfússon. Hij is geestelijk vader van de ‘IJslandse aanpak’. De meeste Nederlandse ouders vinden bespreken namelijk beter dan verbieden. Sommige minderjarigen mogen ook thuis alcohol drinken. ‘De houding van de ouders verrast me’, aldus Sigfússon. ‘We kennen nu het schadelijke effect van alcohol op het nog ontwikkelende brein. Als kinderen al drinken op hun vijftiende maken ze vier keer zoveel kans om alcoholisme te ontwikkelen.’
Bij de IJslandse aanpak maakten onderzoekers een inventaris op van beschermende factoren en risicofactoren die jongeren beïnvloeden in hun keuze wel of geen verdovende middelen te gebruiken. Een combinatie van lokale- en overheidsinterventies heeft gezorgd voor een flinke daling in het middelengebruik van jongeren. In 1998 was 42 procent van de IJslandse vijftien- en zestienjarigen in de laatste dertig dagen dronken geweest. In 2017 was dit nog maar 5 procent.
21-10-2019
LEES MEER...