Om het stigma te verminderen en het bewustzijn te vergroten wordt op 10 oktober aandacht besteed aan psychiatrische aandoeningen tijdens de internationale World Mental Health Day. Toch heersen er nog veel vooroordelen over psychiatrische aandoeningen en verslavingen. De hardnekkigste fabels zetten we hier uiteen, plus een toelichting waarom dit niet klopt.

 

  1. Het komt zelden voor. Uh, wat? Wereldwijd krijgen een op de vier mensen ooit in hun leven te maken met een psychiatrische aandoening zoals depressie, angst, schizofrenie of verslaving. In Nederland is dit zelfs 42,7 procent.

  2. Als je verslaafd bent is dat je eigen schuld. Een verslaving is een psychische stoornis. En dat is net zo goed een ziekte als diabetes of een hart- en vaatziekte. Iemand die deze ziektes heeft, reken je dat ook niet aan.

  3. Psychiatrische patiënten zijn vaak de dader bij geweldsdelicten. Oké, ieder misdrijf is verschrikkelijk en zou je willen voorkomen. Maar zodra het om een psychiatrisch gestoorde dader gaat, wordt dit breed uitgemeten in de pers. ‘Gek’ staat blijkbaar synoniem voor gevaarlijk. In werkelijkheid is de situatie andersom en zijn psychiatrische patiënten vaker slachtoffer dan dader bij geweld. Zij hebben zelfs vijf keer zo  veel kans om vermoord te worden.

  4. Ze stellen zich aan. ‘Doe gewoon leuke dingen, dan voel je je vast beter!’ Een goed bedoeld advies, maar voor iemand die een depressie heeft, werkt dit niet. De ernst van psychiatrische aandoeningen wordt vaak onderschat.

  5. Ze zijn dom en zwakbegaafd. Iedereen kan een psychische ziekte ontwikkelen. Een klein deel van de psychiatrische patiënten heeft beperkte verstandelijke vermogens, maar het grootste deel is normaal of bovengemiddeld intelligent.

 

Reageer reacties (0)
LEES MEER...