Adolescenten zijn gevoeliger voor nicotine dan volwassenen. Iemand die in zijn overgangssituatie zit van jongere naar volwassene, heeft een gevoeliger brein en loopt daarom een groter risico om verslaafd te raken aan nicotine. Dit is gebleken uit literatuuronderzoek van het Trimbos-instituut en aan de hand van dierstudies.
Het brein van de mens kent verschillende gebieden, waaronder het emotionele gebied (temporaal cortex en het striatum) en het rationele aansturende gebied (prefrontale cortex). Tijdens de adolescentie zijn deze gebieden volop in ontwikkeling en kennen deze groeispurten die los van elkaar staan. Het brein van iemand tussen de 13-24 jaar oud (adolescent) is als het ware uit balans. Hormonen spelen in deze tijd een grote rol bij de ontwikkeling van het emotionele gebied. Doordat de emotionele kant extra geprikkeld is door de hormonen zijn ze als het ware sterker dan het rationele aansturende gebied. Dit verklaart pubergedrag als stemmingswisselingen, ruzie maken en beginnen met roken. Beginnen met roken is een risicovolle beslissing die bij adolescenten eerder gedaan wordt, door de kick die het emotionele gebied eraan geeft.
Op ratten is getest wat nicotine doet met een volwassen brein en dat van een adolescent. Hier uit is gebleken dat de hersenen van adolescenten minder gevoelig zijn voor de negatieve effecten van nicotine. Er is al bekend uit eerdere studies dat hersenen in ontwikkeling gevoeliger zijn voor belonende stoffen zoals nicotine. Deze combinatie kan er dus voor zorgen dat het uitproberen van roken niet bij één keer blijft. Er wordt geconcludeerd dat mensen die in hun weg naar volwassenheid roken meer kans hebben om verslaafd te raken.
De gevolgen op langetermijn voor de hersenen van volwassenen in ontwikkeling kunnen zijn: het slechter leren herkennen van patronen, een afname in visueel-ruimtelijke aandacht en een toename in impulsiviteit. Wel moet hier vermeld worden dat het onderzoek naar de blijvende effecten van nicotinegebruik in de adolescentie op hersenfuncties relatief nieuw is en dat niet alle dierstudies ook gebruik hebben gemaakt van een volwassen controlegroep. Er is dus meer onderzoek nodig om vast te stellen in hoeverre deze blijvende effecten van blootstelling aan nicotine echt specifiek zijn voor de adolescentie. Daarnaast is meer onderzoek nodig om uit te vinden of de bevindingen uit de dierstudies ook van toepassing zijn op mensen.
Datum: 17/01/2017
LEES MEER...