Naar aanleiding van het programma Anorexia Eetclub verscheen er een kritisch artikel in nrc.next. In het programma dat eind 2018 werd uitgezonden gingen zes jongeren de strijd aan met hun eetstoornis. In het artikel van nrc.next wordt beschreven dat het programma nauwelijks oog had voor het ziektebeeld van de deelnemers.
Volgens Eric van Furth, bijzonder hoogleraar eetstoornissen aan het Leids Universitair Medisch Centrum zou het verstandig zijn als er een gedragscode komt waarin beschreven staat hoe er omgegaan moet worden met de wervingsselectie en hulp aan potentiële kandidaten voor televisieprogramma’s. Deze gedragscode is met name bedoeld voor kwetsbare groepen zoals minderjarigen en in dit geval de deelnemers van het programma Anorexia Eetclub.
Duidelijke inhoud
Van Furth vindt dat mensen die meedoen aan dergelijke programma’s onvoldoende worden geïnformeerd over het programma. Zij moeten meer duidelijkheid krijgen over wat een programma inhoudt en met welke beloftes ze akkoord gaan. Programma’s kunnen eindeloos opnieuw worden uitgezonden en deelnemers zouden daar zeggenschap over moeten krijgen.
‘Deelnemen aan zo’n programma is geen therapie. Er zijn instellingen waarbij boodschappen doen, samen koken en eten onderdeel van een heel uitgebreid therapieprogramma die bijvoorbeeld opgenomen zijn. Het gevaar is natuurlijk wel als je het zo uitlicht voor op televisie, mensen denken dat het hulp is of dat je daar beter van wordt. Dat is natuurlijk niet waar, het is het onderdeel van een groter geheel’, zegt Van Furth.
Reden voor een protocol
Ervaringsdeskundige, coach en schrijver over eetstoornissen Isabelle Plasmeijer is het erover eens dat er een protocol voor hulpprogramma’s moet komen. Er moet een contract of een gemeenschappelijke overeenkomst worden opgesteld waarin de deelnemers zeggen: ‘ik behoor tot een kwetsbare doelgroep, en ik heb een psychische ziekte, op elk moment dat ik er uit wil stappen, mag ik er uit stappen.’ ‘Dat bracht het artikel in nrc.next teweeg en daar kunnen we samen naar streven, maar ik denk niet dat de programmamakers een slechte intentie hadden. Ze hebben alles gedaan wat ze konden om de deelnemers te beschermen.’, aldus Plasmeijer.
Het programma kreeg het verwijt ‘hulpprogramma’, alsof de deelnemers met deze sessies echt beter zouden worden. Dat is volgens Plasmeijer nooit gezegd. ‘De programmamakers hebben vanaf het begin gezegd: ‘We willen geen therapie geven, we willen alleen aan Nederland laten zien hoe het is om te eten als je een eetstoornis hebt.’
Afwijzing
Uit het artikel van nrc.next maakt Plasmeijer op dat het overkomt alsof de programmamakers erg onzorgvuldig waren en dingen hebben gedaan die niet kunnen. Dit ervaarde Plasmeijer niet zo en zo is het volgens haar ook niet geweest. Het proces van werving van deelnemers herkende ze ook niet. Wat ze wel herkent, is de afwijzing die sommige mensen voelden wanneer zij niet gekozen werden voor het programma. ‘Die afwijzing leidt toch weer tot een gevoel van ‘niet goed genoeg zijn’. Dat is ook het lastige van deze psychiatrische aandoening: het gaat heel erg over identiteit. Dus op het moment dat ze niet mee konden doen, denken velen: oké dan ga ik nog zieker worden, dan eet ik niet meer, want dan blijf ik toch ziek.’
Plasmeijer denkt vanuit de ziekte gezien en de mensen die ze heeft begeleid. De mogelijke deelnemers zijn vaak zo ziek en hebben nog niet ontdekt waarom ze ziek zijn. Ze zijn altijd op zoek naar een reden om de ziekte in stand te houden. ‘Al was de afwijzing er niet geweest, dan hadden ze wel iets anders gevonden om terug te vallen in hun eetstoornis. En dat geeft alleen maar aan hoe instabiel ze nog waren en hoe ziek ze nog waren.’
13/03/2019
Schrijf je hier in voor onze wekelijkse nieuwsbrief
LEES MEER...