Een bloedtest kan rokers inzicht geven welke stopmethode het beste bij hen past. De keuze wordt dan gebaseerd op de snelheid van de nicotineafbraak in het bloed. Een stopmethode zoals nicotinepleisters past bijvoorbeeld beter bij een roker met een langzame nicotineafbraak.
Onderzoekers van de Universiteit van Pennsylvania onderzochten 1240 rokers die verschillende methoden volgden om te stoppen. Professor Caryn Lerman: ‘Als deze resultaten worden toegepast in de toekomst, hebben rokers die willen stoppen een betere kans van slagen. Zo is de kans op succesvol stoppen voor mensen met een trage nicotineafbraak misschien wel dubbel zo groot met ontwenningspillen dan met pleisters.’ Op basis van bloedonderzoek werd bekeken of nicotine op een gemiddelde of langzame snelheid werd afgebroken. De onderzochte rokers gebruikten vareniclinepillen (een ontwenningsmiddel voor minder zucht naar nicotine), een nicotinepleister of een placebo.
LEES MEER...
NAAR BOVEN