De geestelijke gezondheidzorg (ggz) is in 93 procent van de landen over de wereld ernstig verstoord of stopgezet door de corona-pandemie. De vraag naar deze specifieke zorg blijft echter wel toenemen. Dit blijkt uit onderzoek van de World Health Organization (WHO).
Uit een enquête onder 130 landen bleek dat er ‘dringende behoefte is aan meer financiering’, zo stelt Dévora Kestel, WHO-directeur geestelijke gezondheid en middelengebruik. Kestel benadrukt dat het gebrek aan toegang tot de ggz ‘verwoestende’ gevolgen kan hebben. Zo is er bijvoorbeeld mogelijk meer kans op zelfdoding, en is er minder zorg en begeleiding voor mensen die sterk verslavende pijnstillers slikken.
De impact in Nederland
De WHO-directeur benadrukt dat deze verstoring in de ggz meer impact kan hebben op landen met middel en hoge inkomens, waaronder Nederland. In middel- en hoge inkomenslanden is de ggz meer verweven in het zorgsysteem, in tegenstelling tot landen met een gemiddeld laag inkomen.
De Nederlandse ggz herkent zich in dit WHO-rapport. Veronique Esman, directeur van de Nederlandse ggz, baart zich zorgen over de tweede golf: ‘We zien steeds meer problemen op afdelingen waar personeel uitvalt door besmettingen. Dat heeft directe gevolgen voor behandelingen,’ aldus Esman. Ook maakt ze zich zorgen over de lange termijngevolgen van de pandemie: ‘Patiënten worden angstiger, omdat niemand weet hoe lang de pandemie het gewone leven blijft ontregelen.’
Onderfinanciering
Vóór de pandemie hadden veel landen al moeite met hun bevolking te voorzien van voldoende ggz. Uit een eerder rapport van de WHO bleek namelijk dat een groot aantal landen minder dan twee procent van hun nationale gezondheidsbudget aan ggz besteedden. Tijdens de corona-crisis is de vraag naar ggz alleen maar toegenomen. Rouwverwerking, isolatie, inkomensverlies en angst veroorzaken psychische aandoeningen, of versterken reeds bestaande aandoeningen.
08-10-2020
LEES MEER...