Niet dat mijn leven nu zo succesvol is. Achteromkijkend is er de afgelopen jaren best veel mislukt. Omdat ik het zelf vaak verprutste. Ik kan zo een rij projecten opnoemen waaraan ik vol vuur en vertrouwen begon, maar die ik moedwillig in de soep heb laten lopen. Als eerste denk ik aan de boeken die ik had kunnen schrijven, als ik tenminste meer discipline had gehad. Mijn erotische novelle, Brabantse detective, zelfhulpboek voor twijfelaars: ik had er schatrijk mee kunnen worden, als ik maar beter mijn best had gedaan. Overigens liet ik het niet alleen op creatief vlak vaak afweten, ook in m'n vrije tijd was ik vaak een dweil. De fietsvakantie naar Berlijn had een sportieve mijlpaal kunnen zijn, ware het niet dat ik op de dag van vertrek in mijn bed bleef liggen. Ik was die zonnige juliochtend nog te beroerd om mijn banden op te pompen. De dagen ervoor had ik namelijk m'n tuinhuis geschilderd. Voor de helft. Dat spreekt voor zich.
Hoe anders was dat vroeger. Pitbull noemden ze me toen. Niet alleen dronk ik elke dag met de grootst mogelijke inzet, maar liep ik daarnaast met gemak een marathon en hield ik verbeten vast aan een kansloze relatie. Geen situatie te slopend of ik zette er mijn tanden in.
Het lijkt er dus op dat ik als drinker een grotere doorzetter was dan dat ik nu ben. Hoe is dat mogelijk? Hoe komt het dat ik toen van geen ophouden wist en dat ik nu, fitter en wijzer dan ooit, zo weinig aankan of afmaak. Het eerste wat me te binnen schiet is schaamte. Dat leg ik even uit. Kijk, drinkend schaamde ik me zo voor wie ik was dat ik uit compensatiedrang het braafste kind van de klas probeerde te zijn: lief, sportief en actief als vrijwilliger bij arme sloebers bovendien. Met de alcohol verdween de langzaam maar zeker die noodzaak tot compenseren. Nuchter heb ik minder reden om mezelf te straffen. De beul is met pensioen.
Tot zover de psychologie. Want wie zegt niet dat mijn verdwenen doorzettingsvermogen het gevolg is van een lichamelijk defect? Na zolang orders van mezelf te hebben moeten aannemen (word dun, lang, sexy, artistiek, iemand anders), roept de kleinste opdracht nu een immense aversie bij mij op. Het milde voornemen om eens een dag geen koolhydraten te eten, doet me om 11.00 uur al uit de pan flippen en uit razernij een brood naar binnen schuiven. Ik krijg dan pijn in mijn buik en jeuk in mijn wangen, niet van de honger, maar door een haperende wilsklier of zo. Als ik tegenwoordig iets moet of niet mag, komt mijn lichaam in opstand.
Ook nu, nu ik mezelf dwing een antwoord te vinden op de vraag waarom ik als drinker zo'n doorzetter was, beginnen de irritatie en tegenzin in rap tempo toe te nemen. Over een paar regels kan ik de druk waarschijnlijk niet meer aan. Dan komt het punt waarop ik, waarop het ... nou ja, vul maar in. Op het moment waarop de spanning een gevaarlijk niveau bereikt, is het gezonder om om te keren dan om een weg vooruit te forceren.
Hee, maar wacht es even, daar zeg je me wat. Zou al dat opgeven, afhaken, kappen en het bijltje erbij neergooien een teken van toegenomen zelfzorg kunnen zijn? Omdraaien uit wijsheid in plaats van luiheid. Mmm. Een prikkelende gedachte, en flauwekul bovendien, want het falen begint natuurlijk al bij de omvang van de plannen. Iets minder hysterische doelen stellen, dat zou pas echte zelfzorg zijn.
LEES MEER...