Sinds ik gediagnosticeerd ben als alcoholist zit dat etiket me dwars. Ik ben niet vies van een flinke shot mea culpa, maar 'alcoholist' stopt me in een hok waar ik niet in wil zitten. Tenminste niet de hele tijd. Niet de rest van mijn leven. Ik ben meer dan een alcoholist. Ik ben een vrouw, een dochter, een zus, een ex-collega, een fietser, een treinreiziger, een tandartspatiënt met veel vullingen en ga zo maar door. Je kunt mij beplakken met duizenden labels. En jou trouwens ook. Sommige plakken zo goed dat ze een leven lang blijven zitten. Andere vallen er meteen af of laten na een paar jaar los. Ben ik een alcoholist als ik zeven jaar niet gedronken heb? Moet ik die sticker voor altijd en eeuwig laten zitten of mag hij er onderhand eens af?
Nee, nee, zegt de reguliere verslavingszorg. Die bochel heb je sinds je geboorte en gaat nooit meer weg. In door de overheid gefinancierde folders en op websites staat: 'verslaving is een chronische hersenziekte'. En daar moet ik het mee doen. Het is niet rot bedoeld. Het is voor mijn eigen bestwil, het is om het stigma te verkleinen. Ik ben geen looser, geen paria, geen moedwillige klootzak: ik ben chronisch ziek en daar kan ik niks aan doen.
Dit is hoe deskundigen over verslaving denken. Nu, op dit moment in Nederland. De vraag is voor hoelang nog? Er beginnen namelijk nieuwe geluiden in het verslavingsdebat door te klinken. Neurowetenschapper Marc Lewis schreef het boek The Biology of Desire waarin hij uitlegt waarom verslaving geen ziekte is. En toppsychiater Jim van Os wond er tijdens het recente symposium 'Is verslaving een ziekte?' ook geen doekjes om. Hij wees erop dat er nog altijd geen test bestaat die verslavingsaanleg kan meten, zoals je bijvoorbeeld een hoge bloeddruk of laag ijzergehalte wel kunt meten. Hij stelt: verslaafden worden ziek door hun verslaafd gedrag, maar ze zijn het niet bij hun geboorte.
In Van Os' wereld - die van het onderzoek naar schizofrenie - is het woord hersenziekte al enige tijd discutabel. Daar spreken ze liever over gevoeligheden: die zijn aangeboren, maar gedrag niet. Daar hebben ze het over mensen met psychoses in plaats van over schizofrenen, over mensen met zucht in plaats van over verslaafden. Binnen de nieuwe geestelijke gezondheidszorg die Van Os en co vormgeven is de mens kortom meer dan zijn kwaal.
Van die humanistische visie knapt deze mens alvast enorm op. Het geeft me lucht. Door iemand hersenziek te noemen haal je schuld en stigma weg, hoera!, maar maak je hem in ruil daarvoor wel machteloos. Nooit kan hij genezen. Maar kijk nou eens naar de praktijk. Een op de tien mensen die in aanraking komen met alcohol raakt eraan verslaafd. Maar van die 10 procent herstelt een hoopgevende meerderheid. Door inzicht, door oefening of door een behandeling die aanslaat. De meesten herstellen niet van de ene op de andere dag, maar wel naar verloop van tijd en dat telt ook. In elk geval hebben we het over cijfers die voor diabetes of astma ongekend zijn.
Hebben of zijn. Dat is dus de vraag. Heb ik dorst of ben ik ziek? Heb ik een lastige relatie met mijn beloningssysteem of ben ik een alcoholist? Heb ik op tijd de juiste afslag genomen of ben ik verslaafd? Jij mag het zeggen.
Heb ik een lastige relatie met mijn beloningssysteem of ben ik een alcoholist?
LEES MEER...