Ik was op een mojitoparty. De genodigden waren overwegend grijs, vrouw en in goeden doen. De sushi was fantastisch, de locatie adembenemend. Ik dwaalde wat door de tuin en luisterde her en der een gesprekje af. Het ging over alcohol. Wat anders? Tijdens het drinken wordt het liefst over drinken gepraat. Zulk metageneuzel gaat altijd over rode wijn, maar deze conversatie was van een andere orde. Een van de twee vrouwen somde namelijk zonder schroom de voordelen van niet-drinken op. Wat??? Hoorde ik dat goed? Ja, dat hoorde ik goed.
'Na twee weken merkte ik veel verschil.'
'Echt?'
'Ja, ik sliep veel beter. Voelde me fitter. En vond dat ik er beter uitzag. Mijn huid, daar kon je het goed aan zien.'
Mijn hart maakte een sprongetje. Hoorde ik een lotgenoot? Nee, een kankerpatiënt. Bij de vrouw was borstkanker geconstateerd. Tijdens de behandeling had ze niet gedronken, maar na de chemo had ze haar oude gewoonte weer opgepakt. 'Zodra het kon, begon ik weer.'
Er waren twee dingen waar ik nog dagen op bleef kauwen. Eén: dat de vrouw zich tijdens de chemo überhaupt beter had kunnen voelen dan slecht - en dat door zoiets 'eenvoudigs' als niet te drinken. Twee: dat ze ondanks haar broze gezondheid toch weer was begonnen. Waarom dan toch? Uit macht der gewoonte? Om te doen alsof er niets gebeurd was? Om te vieren dat ze nog leefde? Om de gedachte aan de dood te onderdrukken? Het was een vriend die het verhaal aanhoorde en meteen 'verslaafd' zei. Dat iemand én doodziek én verslaafd kan zijn, durfde ik niet te bedenken. Maar zoveel pech kan een mens dus hebben. Bovendien vroeg ik me af hoe dat werkt in zo'n ziekenhuis. Wat zegt de oncoloog? 'Tijdens de chemotherapie kunt u beter niet drinken, wat u daarna doet moet u zelf weten. Sterkte ermee.'
Een ander voorbeeld. Een vriendin van mij sukkelt serieus met haar gezondheid. Ze rookt een pakje per dag. Ze heeft het afgelopen jaar talloze artsen gezien en evenzovele onderzoeken ondergaan. Ze kunnen niks vinden. Van al die specialisten is er niet een die daarover begonnen is. En dus heb ik dat maar gedaan. Heel voorzichtig: 'Wil je ooit stoppen met roken?' Maar zelfs die vraag was te confronterend. 'Een brug te ver,' zoals ze het zelf zei. Dit is een hoogopgeleide vrouw. Een filosoof bovendien. Zeg maar gerust een evangelist van de waarheid, maar haar eigen werkelijkheid kan ze niet onder ogen zien. Fysio, hapto, osteo, zwemmen in verwarmd water: ze grijpt alles aan om haar conditie te verbeteren. Ondertussen rookt ze een pakje per dag. En geen witte jas zegt daar wat van.
Ook ik vind dat artsen zich niet te veel met mijn of andermans lifestyle behoren te bemoeien. Maar soms ... soms zou je willen dat ze dat wel doen. Een ouderwets doktersadvies kan in sommige gevallen misschien wel wonderen doen. Wanneer artsen worden beëdigd, zweren zij hun patiënten 'goed in te lichten en deze geen schade te doen'. Iemand stevig adviseren te stoppen met wat hem niet beter zal maken, hoort daar ook bij. En dan niet met een opgeheven vinger, maar met een degelijk behandelplan.

Dat iemand én doodziek én verslaafd kan zijn, durfde ik niet te bedenken

Reageer reacties (0)
LEES MEER...