Decennialang gebruikte zanger en acteur Jim de Groot (43) drugs om de chaos in zijn hoofd te verminderen. Totdat diezelfde wiet en cocaïne de regie over zijn leven overnamen en alleen maar meer wanorde veroorzaakten. Drie jaar geleden ging hij in behandeling. En dat bracht eindelijk rust. Daar hebben ook een klooster en zijn rol van Jezus in The Passion aan bijgedragen.

Dit verhaal verscheen in juni 2015 in Lef Magazine

Tekst: Jolande Bastiaans
Fotografie: Leon van den Broek

Je staat de laatste tijd weer volop in de belangstelling. Natuurlijk vanwege je rol als Jezus in The Passion. Heb je meteen ja gezegd toen ze je vroegen?
‘Ik vond het een eer dat ze mij vroegen. Ik keek wel even raar op toen de EO belde, maar direct daarna was ik gevleid. Toch heb ik even na moeten denken. Ik heb jarenlang een rock ’n roll leven geleefd en ik vroeg me af of dat geen bezwaar was voor de makers. Toen ik daar met hen over sprak, vertelden zij mij dat dit juist een van de redenen geweest was om mij te vragen.’

Hoe heb je je voorbereid op die rol?
‘Ik ben een week in een klooster geweest in Noord Brabant. Ik wilde heel graag Jezus leren kennen. Wat voor mens was hij? Wat bewoog hem? Waar bracht hij zijn dagen mee door? Ik ben niet religieus opgevoed, dus ik wist niet veel van het Bijbelverhaal. Ik wilde vooral simpele vragen kunnen stellen. Wat houdt Kerst nu eigenlijk in? En Pasen? En wat is precies het verschil tussen het Joden- en het Christendom? Ik las ergens in de media dat ik atheïst zou zijn. Of antireligieus, maar dat is helemaal niet waar. Ik ben anti-niks. Ik geloof niets, maar ik sluit ook niets buiten. Ik wist alleen helemaal niets van het geloof. Daarom ben ik een week naar dat klooster gegaan. Voor een stilteretraite en om aan personen met een religieuze achtergrond mijn vragen te kunnen stellen. Ik heb er voornamelijk Bijbelteksten gelezen en twee maal per dag had ik een gesprek met een priester. Ik was daar samen met Nicolaas Sintobin, een internetpriester. Het lezen van iedere Bijbeltekst riep bij mij vragen op. Nicolaas stimuleerde mij om zelf naar de antwoorden te zoeken. Dat werkte voor mij heel verhelderend. De stilteretraite is me prima bevallen. Zo goed zelfs dat ik laatst nog een paar dagen ben terug gegaan. Het is er heel prettig, Het is een oecumenische gemeenschap, een stroming die zich meer richt op overeenkomsten dan verschillen. Een soort ratjetoe. Ik vind het er heerlijk. Ik heb er ook veel aan gehad om de rol van Jezus voor mijn gevoel goed te kunnen vertolken.’

Samen met de berichtgeving over The Passion, doken er ineens ook veel berichten op over je verslaving. Terwijl het al ruim drie jaar geleden is dat je in behandeling bent geweest. Vind je dat vervelend?
‘Nee, integendeel. Ik ben altijd heel open geweest over mijn verslaving. En het is logisch dat, nu ik zelf meer in de belangstelling sta, de media ook over dat aspect beginnen.’

Je hebt ADD (Attention Deficit Disorder) een aandoening met een sterk verlaagd vermogen om aandacht voldoende bij activiteiten te houden. (Het is een subtype van ADHD, red.). Heeft dat je jeugd en je gebruik beïnvloed?
‘Ik heb een leuke jeugd gehad, laat ik dat even voorop stellen. Maar ADD heeft wel degelijk invloed gehad op mijn kinderjaren en leven. Allemaal achteraf, want ik wist het niet. Ik was al 38 toen het werd gediagnosticeerd. Was ik er maar achter gekomen toen ik vijf was. Ik heb zolang als ik leef al chaos in mijn hoofd gehad, was altijd rusteloos. Ik herinner me dat ik op mijn zesde al gesprekken in mijn hoofd voerde met mezelf. Wat is er toch met me? Ik kan zeggen dat dit kwam omdat we met ons gezin twaalf keer zijn verhuisd, maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik van te voren ook al onrustig was. Het zit in mij. Wij stonden bekend als een hippiegezin, maar dat viel best wel mee. Het grootste deel van mijn jeugd woonden we in Heemstede en ik denk wel dat we anders dan het gemiddelde gezin daar waren. Misschien dat het er in ons gezin net iets losser aan toeging dan bij andere gezinnen, maar dat was het ook wel. En oké, ik droeg als kind een gele broek met een oranje shirt. Natuurlijk speelde ook mee dat mijn vader de beroemde zanger Boudewijn de Groot was. Men keek anders naar ons dan naar andere gezinnen. Toen ik acht was, zijn mijn ouders gescheiden. Ik bleef bij mijn moeder wonen.’

Je bent op jonge leeftijd al begonnen met blowen. Hoe oud was je?
‘Op mijn dertiende rookte ik mijn eerste joint in het portiek van het huisje van de amanuensis van school. En dat vond ik vanaf het prille begin erg lekker en relaxed. Bovendien werden mijn gedachten van blowen helder. De verwarring verdween. Later kwamen daar cocaïne en speed bij. In eerste instantie speed omdat ik me geen coke kon veroorloven. Eigenlijk deed me dat niet zoveel. Ik had voornamelijk last van de speed. Ik vond het vervelend dat mijn kaak drie dagen later nog stijf was. Mijn eerste alcohol dronk ik pas op mijn achttiende, daar vond ik niet zoveel aan. Daarna lukte het mij om jarenlang recreatief te gebruiken. Achteraf is het natuurlijk medicinaal geweest. Niet zo gek als je je realiseert dat de werkzame stof van amfetamine – methylphenidaat – dezelfde is als die van ritalin. Ik trouwde, kreeg kinderen en werkte aan mijn carrière. Ik leidde een heel doorsnee leven. Ik gebruikte, maar kon ook niet gebruiken. Als we gingen eten bijvoorbeeld met mijn schoonouders. Dan vond ik dat ik van te voren niet mocht gebruiken. Al gingen de grenzen wel langzamerhand vervagen.’

Wanneer ging het dan mis?
‘Toen ik mijn ex-vrouw ontmoette ben ik zo ongeveer met alles gestopt. Later sloop het gebruik er toch weer in. En zoals bij iedere verslaafde, ging ik steeds meer gebruiken. Ik was ook echt niet gelukkig tijdens de laatste twee jaar van mijn huwelijk. Ik was continu boos en verongelijkt. Dat waren zo ongeveer mijn grondgevoelens. Ook de onrust was nog altijd aanwezig. Ik loste dat op door te blowen en coke te gebruiken. Als ik een kamer binnen kwam, stonk alles gelijk naar de wiet.
Mijn vrouw werkte overdag en ik zorgde dan voor de kinderen. Het kwam erop neer dat ik de laatste jaren van mijn huwelijk de hele dag naar de tv zat te staren. Ik merkte dat het goed mis met me was, toen ik de tv-presentatoren die overdag op tv waren van naam begon te leren kennen. Overdag blowde ik en ’s avonds als mijn vrouw op bed lag, begon ik pas echt. Dan klom ik uit het raam om naar een pinautomaat te gaan en vervolgens een dealer te bellen voor coke. Die dealer wist op een bepaald moment precies wanneer hij wel en niet aan de deur kon komen. Niet als mijn vrouw nog op was en niet als er bezoek was. Ik had de cokedealer geconditioneerd. Die dealer wist meer van mijn leven dan mijn vrouw. Hoe triest kan je leven worden? Als ik een theatervoorstelling had, kon ik mijn cocaïnegebruik nog uitstellen. Zingen onder invloed van coke was fysiek onmogelijk. Dat legde heel mijn stembanden plat. Als mijn vrienden kwamen eten, kon ik me ook nog enigszins inhouden. De sporadische keer dat zij ook coke bestelden, had ik al twee of drie gram achter mijn kiezen. Dan kwam de dealer weer aan de deur. Dat gelieg en dat stiekeme gedoe, daar kreeg ik het meeste last van. Toen ik echt niet meer wist hoe ik moest stoppen, wist ik dat ik verslaafd was.’

Maar je bent toch gestopt. Hoe ging dat?
‘Mijn moeder - met wie ik altijd een hele goede band heb gehad - sprak me aan. Ze merkte al een hele tijd dat het niet goed met me ging. Toen ben ik een paar maanden opgenomen geweest in een kliniek in Epen. Daar heb ik mijn moeder opgebiecht dat ik verslaafd was aan cocaïne. Ze schrok er niet van, ze had al een donkerbruin vermoeden dat mijn gebruik er mee te maken had. Daar in die kliniek heb ik gewerkt aan mijn verslaving en mijn ADD, vanuit een heel veilig gevoel. Ik kreeg daar de tijd en rust om tijdens de therapieën aan mezelf te werken.’

Je bent ongeveer in dezelfde tijd gescheiden. Was je scheiding het gevolg van je verslaving?
‘Nee. We hadden veel eerder moeten scheiden. We leefden in totaal verschillende werelden. Er was in mijn huwelijk weinig ruimte voor mij persoonlijk, maar dat is geen verwijt, hoor. We waren gewoon te verschillend als mens. Ik ben ook behoorlijk veranderd gedurende dat huwelijk. In de loop van de jaren verdwenen al mijn persoonlijke spulletjes stuk voor stuk naar het tuinhuisje. Een van mijn vrienden noemde dat ooit het rukhok en zo voelde het ook. Als een soort dependance van het echte huis. Toen ik thuiskwam van de kliniek had ik mezelf voorgenomen om de eerste zes maanden geen grote beslissingen te nemen. Niet op het gebied van werk, niet met financiën en niet op het vlak van mijn relatie. En dat heb ik ook niet gedaan. Precies na een half jaar, heb ik op een nacht mijn spullen in de auto gegooid en naar een vriend gereden die een strandtent heeft. Toen pas durfde ik de beslissing te nemen om weg te gaan. Het is voor ons allebei goed geweest. Ik heb het gezinsleven nooit gemist. Wel mis ik mijn kinderen, die zijn nu acht en vier. Maar het gezamenlijk opvoeden gaat goed. Ik zie ze vaak.’

Wat is er nog meer veranderd nadat je gestopt bent?
‘Ik heb nu vooral een heldere geest. Ik had natuurlijk een totaal vervuild lijf en hoofd. Ik voel me echt veel beter, nu. Zowel in mijn werk als privé bereik ik ook meer. Ik ben ook creatiever, althans er komt meer uit mijn handen. Als ik er nu met mijn gitaar voor ga zitten, heb ik na vijftien minuten een nummer geschreven. Dat had ik in mijn cokeperiode nooit voor elkaar gekregen. Natuurlijk is mijn ADD niet weg. Ik heb daar ook een tijd ritalin voor geslikt. Dat hielp. Maar de verslavingsarts uit de kliniek had me al verteld dat er bij het gebruik van ritalin een verzadigingspunt komt. Ik was bang dat ik de dosis steeds verder op ging hogen. Dat punt ben ik voor geweest en nu heb ik het weer afgebouwd en onlangs ben ik er zelfs mee gestopt. Gelukkig ben ik positief van aard. Ik merk aan mezelf dat ik steeds aardiger word. Ik wil ook aardiger worden. Daar hebben de retraite in het klooster en The Passion ook aan meegeholpen. Ik word steeds meer des Jezus. Zo van: keer iemand je andere wang ook toe. De woede en verongelijktheid zijn zo langzamerhand verdwenen. Vroeger was ik redelijk cynisch en licht ontvlambaar. Als iemand iets onaardigs tegen mij zei, kreeg hij of zij meteen repliek. Nu denk ik: als je iets onaardigs wil zeggen, zeg dan niets. Vroeger was ik veel impulsiever, nu ben ik meer constructief. Ik ga de dialoog aan. Laatst had ik nog een akkefietje met Patricia Paay. Ze vertelde in een interview dat ze blij was dat ze besloten had niet met The Passion mee te doen. Ik heb daar heel impulsief op gereageerd. Zo van: Wat uit haar mond komt is net zo slap als wat er in gaat. Daarop kreeg ik een hele lange mail van een man die ik niet kende. Het kwam erop neer dat hij zei: Jij roert in het eten van gisteren. Mijn eerste reactie was om direct terug te mailen. Maar ik heb het een week laten rusten en toen pas de man terug gemaild. Ik schreef: Dank voor uw mail. U heeft gelijk. Daar is een mooie dialoog uit ontstaan. Vanuit het impulsieve reageer ik geïrriteerd.’

Waar komt de irritatie vandaan?
‘Misschien wel vanuit mijn ADD, ik weet het niet. Of het is nog een reststukje woede en afgunst. Het rare met jaloezie is dat je altijd jaloers bent op die man met de grote mooie auto. Nooit op de zwerver. Maar sinds ik twee keer per week mediteer, is het een heel stuk minder. Vroeger toen ik nog verslaafd was - Nee, dat zeg ik verkeerd. Ik ben nog verslaafd, ik gebruik nu alleen niet meer - liet ik me continu irriteren. Bij de Albert Heijn als ik met een karretje liep, in het verkeer, op straat, eigenlijk irriteerden mensen me overal. Nu voel ik het nog wel, maar ik oefen nu om het te laten verdwijnen. Ik ben er veel mee bezig, want het stoort me. Ik raak nu zelfs minder geïrriteerd als ze me weer eens met mijn vader vergelijken. Een paar jaar geleden was ik bij een concert van Sean Lennon, inderdaad de zoon van John. Toen hij later langs me heen liep op het terras wilde ik hem de hand schudden en zeggen dat hij zoveel op zijn vader lijkt. Wat ik zo irritant vond aan mensen die dat bij mij deden, maar blijkbaar heb ik die impuls dus zelf ook.’

En de toekomst?
‘In de toekomst ben ik dood. Ik doe niet aan toekomst. Zonder gekheid: ik hoop in ieder geval zoveel mogelijk tijd met mijn kinderen te kunnen doorbrengen. Mijn toekomst is ook hun toekomst. Verder ben ik bezig met een nieuw album. Begin april is er al een deel van uitgekomen als EP. Binnenkort ga ik de studio in om de rest van het album op te nemen. Ondanks het feit dat ik niet echt een planner ben, ben ik wel iemand die vooruit kijkt. Er is nog zoveel dat ik op creatief gebied wil doen en bereiken.’

Met dank aan de St. Paulusabdij, Oosterhout

Reageer reacties (0)
LEES MEER...