De belangrijkste remedie tegen stigma is openheid. Deze Lef-lezers weten dat en vertellen over de rol die stigma bij hen speelt. Deze keer: Vincent
Naam: Vincent Cardinaal
Leeftijd: 42
Beroep: schrijver
In herstel: stopte al eerder met zijn drugsgebruik, maar is langere tijd weer volledig abstinent van alcohol en drugs
‘Verslaving heeft mijn leven vanaf het eerste moment getekend. Ik groeide op in een onveilige en arme situatie in het centrum van Rotterdam met ouders die tot op de dag van vandaag een actieve verslaving hebben. Mijn kindertijd stond bekend als de heroïne-epidemie. Je zag op straat mensen met een actieve heroïneverslaving rondlopen die precies voldeden aan het clichébeeld van een man met vergeelde tanden in de supermarkt of een junkie onder de brug die diefstal pleegde. Daarmee werden de vooroordelen enorm vergroot. Ook toen gingen mensen die met een verslaving worstelden dit al achter de voordeur doen, omdat het stigma zo enorm was. Ik denk ook dat zij toen moeilijk hulp konden krijgen, omdat de zorg volledig op dit beeld was gericht. De zorg is nu meer divers, maar toch merk ik dat er nog steeds veel stigma’s rondom verslaving bestaan. Zelf heb ik misschien makkelijk praten, omdat ik vrij expressief ben en goed uit mijn woorden kom, maar ik ben altijd open over mijn verslaving. Ik vermeld het in sollicitatiebrieven en het staat in mijn bio op social media. Dat doe ik enerzijds om mijn steentje bij te dragen aan het creëren van meer begrip in de samenleving. Anderzijds kan ik ook gewoon niet meer leven zonder open te zijn. Tijdens mijn actieve verslaving heeft het verzwijgen mijn keel dichtgeschroefd. Dat kan ik nu niet meer hebben. De reacties die ik op mijn verhaal krijg zijn drieledig. Er zijn mensen die niet weten wat ze ermee aan moeten en met een simpele ‘oké’ reageren; en dat is prima. Daarnaast merk ik dat veel mensen zichzelf erdoor geneigd voelen hun verhaal te delen of hun eigen gebruik tegen het licht te houden. En dan is er nog de reactie ‘Dat had ik niet bij jou gedacht’, omdat ik niet voldoe aan het stereotype beeld van een junkie. Bij dat laatste merk ik het stigma. Daar heb ik niet veel mee te maken, op enkele rare opmerkingen na, maar dat kan ik hebben. Ik vind het alleen wel lastig als iemand met heel weinig respect over anderen praat. Als iemand een ander een junk noemt, kan ik me soms niet inhouden om er iets van te zeggen. In welke staat dan ook, mensen zijn geen vuilnis. Het stigma heeft mij niet belemmert in het leven; het niet open zijn wel. Ik gun de mensen die nu nog lijden onder hun verslaving dat dat besef snel komt, want volledig open zijn leidt tot heel veel begrip en normale gesprekken. Het kan naar mijn idee juist het stigma verminderen. In de media merk ik dat er veel gepraat wordt over verslaving in de zin van criminaliteit, liquidaties en veel blingbling. Ik mis het persoonlijke verslavingsverhaal dat veel levens ontwricht. Ik denk dat er met meer openheid nog veel meer voortgang geboekt kan worden. En geloof me, er gebeurt echt niks als je open bent. Je wordt niet ontslagen en ze kijken je niet met de nek aan. Dat doen ze juist als je ongegrond je afspraken weer niet nakomt en liegt. De vrijheid die je jezelf geeft als je die angst loslaat is gigantisch.’
LEES MEER...